Jacob Okken               -  Frits Luteijn                  00.01 / 00.01
01.34-29 18-22  22.40*29 19-23  43.40-35 11-16
02.32-28 16-21  23.29-24 14-19  44.35-30 13-19
03.40-34 11-16  24.35-30 09-14  45.30-25 32-37
04.45-40 13-18  25.30-25 19*30  46.31*42 27-32
05.37-32 09-13  26.25*34 13-19  47.41-37 32*41
06.31-26 19-23  27.45-40 08-13  48.36*47 28-32
07.28*19 14*23  28.40-35 02-08  49.42-37 32*41
08.42-37 06-11  29.35-30 28-32  50.47*36 21-27
09.48-42 21-27  30.37*28 23*32  51.43-38 23-28
10.32*21 16*27  31.33-29 19-23  52.46-41 28-32
11.35-30 10-14  32.38-33 13-19  53.25-20 32*43
12.30-24 03-09  33.47-42 23-28  54.39*48 27-32
13.37-31 23-28  34.30-24 19*30  55.41-37 32*41
14.40-35 20-25  35.34*25 08-13  56.36*47 22-27
15.24-20 15*24  36.42-38 14-19  57.15-10 04*24
16.29*20 14-19  37.29-24 19*30  58.29*20 18-23
17.20-15 05-10  38.25*34 18-23  59.33-29 12-18
18.44-40 10-14  39.33-29 12-18  60.20-15
19.50-45 11-16  40.38-33 01-07
20.42-37 07-11  41.49-44 07-12
21.34-30 25*34  42.44-40 16-21

De afgelopen week is zwaar geweest. Op mijn normaliter vrije vrijdag moest ik werken i.v.m. het lange weekend daarvoor. Afgelopen vrijdag gebeurde al een "ramp" tegen Edwin Torn. Nu schoot ik na een uitstekende opening een verschrikkelijke bok op de 23e zet. Na 23...14-19 24.35-30-25 etc. in diagram 1 is het vrijwel hopeloos.

Het is niet algemeen bekend, dat de Kellers in sommige opzichten iets weg hebben van klassieke standjes. De laatste zet is als er geen "aanval" mogelijk is, beslissend. De terugruil 35-30-25x34 gaf wit in de partij het beslissende tempo in vrijwel alle varianten.

 
Op de 23ste zet staat zwart uitstekend. Ik overwoog 23...23-29. Na het voor de hand liggende 24.45-40 29x20 25.15x24 13-19 26.24x13  8x19 moet alle hens aan dek voor wit om te overleven. I.p.v. 24.45-40 heeft wit andere zetten. Bijvoorbeeld 24.38-32 29x20 25.32x21 16x27 26.15x24 gevolgd door een keertje sluiten van 38 en ruilen 37-32 is wellicht houdbaar. Maar na 23...14-19 24.45-40?? 19x30 25.35x24 23-29 zou 26.38-32 helemaal verboden zijn door een zetje en zou remise nog veel en veel dieper moeten komen voor wit. Reactie 35-30 compleet overzien.

 

De zet 22...19-23 (diagram 2) gevolgd door 23-29 is erg kansrijk voor zwart. Echter ook 22...19-24x25 is vervelend voor wit. Maar ik ben zelf nooit tevreden met treiteren als er ook groot voordeel in zit. De zet 20...7-11 is een vreemde zet, die mijn tegenstander en de rest van de wereld tot grote verbazing stemde. Echter als je er vanuit gaat, dat wit niets anders heeft, dan een keertje 37-32 te ruilen, dan is 20...7-11 beter dan het voor de hand liggende 20...1-6. Na de bok 23...14-19? geef je als zwartspeler natuurlijk een lief ding voor de reddende ruil 17-21x21, die er nu niet meer in zat.

 

De witte zet 29.35-30 in diagram 3 was andermaal een ernstige tegenslag. Na 29.34-30 had ik nog steeds een goede stand. Nu dreigde het ruiltje 30-24x25. Na 29.35-30 1-6 30.30-24 19x30 31.34x25 16-21 32.37-32 28x37 33.41x32  22-28 34.31x22 28x37 35.33-28 komt zwart veel materiaal achter, terwijl na 30-24x25 natuurlijk het ruiltje 17-21 combinatief verhinderd is. De ruil 29...28-32x32 is vindingrijkheid van Truus. In correspondentiepartijen zie je hem wel en met succes gespeeld worden. Hier is hij wat aan de late kant. Wellicht had hij een paar zetten eerder gekund.

 

De afwikkeling 33.33-28 (diagram 4) is natuurlijk onzin voor wit. Hij staat zo huizenhoog gewonnen, dat een dergelijke afwikkeling zelfs niet overwogen wordt, als het zou winnen. Wit had de zet 35...16-21 vervelender gevonden. In zijn poging zo degelijk mogelijk te winnen mist wit in diagram 5 de winst 41.26-21 17x37 42.34-30 23x25 43.43-38. Plus nog een hele trits andere snelle winsten. Maar zijn stand kan het hebben.

 

De Keller opening is nooit een groot succes gebleken voor de witspeler. Alleen notoire opportunisten zoals ik boeken er wel eens een succesje mee. Dat is nog erger zonder schijf 48. In de cruciale stand waarin hij 20.42-37 speelt, staat hij heel erg slecht. Zelf zou ik voor 20.34-29 hebben gekozen. Je hebt dan de gelegenheid om na 7-11 of 1-6 met 20.40-34 een aanvaardbare opstelling in te nemen. Het bezwaar van een zet als 20.34-29 is, dat zwart direct kan aanvallen met 20...17-21x21. Vele slechte ervaringen uit het verleden hebben mij inmiddels geleerd, dat dit ook niet leuk is. Maar in vergelijking met het partijverloop waarschijnlijk te verkiezen.

Na 20.42-37 7-11 21.34-29(?) 19-23 heeft wit geen tempo om te laten slaan. Na 22.37-32 heeft hij een positie, die minder is, hoewel waarschijnlijk nog wel net houdbaar. Het ruiltje 34-30x29 verraste mij, maar na een kwartiertje kijken zag ik, dat diagram 2 inderdaad ook niets was. In deze opening zijn er tal van spelers, die 12.40-35 proberen met de dreiging 33-28x28. Enerzijds is het nauwelijks een dreiging. Immers je kunt met 5-10 en 18-23x23 reageren. De reactie 12.40-35  13-19 is minder omdat wit dan 38-32x32 kan ruilen. Wel speelbaar is 12.40-35 14-19 13.30-24 19x30 14.34x14 23x34 15.39x30 4-10 16.30-25 10x19 17.25-20 15x24 18.33-28 22x33 19.38x20. Zwart kan kiezen voor doorspelen en voor de ruil 27-32, 19-23x15.