Tweede ronde nationale competitie 2006

Partijen, Masterclass, Verslagen en Home


Schiedam - Voor de tweede achtereenvolgende maal wist Sven Winkels zijn partij te winnen. Evenals ditmaal ook Anatoli Gantwarg, Anton van Berkel en Dirk van Schaik jr. Het werd daardoor een feestelijke middag tegen de Dammers uit Oost. De enige die niet in de feestvreugde kon delen was Arnaud Cordier, die tegen Wieger Wesselink zich letterlijk het kaas van het brood liet eten. Helemaal volmondig blij konden de vier winnaars niet zijn, omdat de overwinningen allemaal een beetje te gemakkelijk gingen. Ook het tweede had een feestelijke middag tegen IJmuiden (15-5). Volgende week zaterdag vieren we in de Woudhoek met een feestelijk toernooi met en tegen oud-leden ons officiële 75-jarige jubileum.

Ron Heusdens had gisteravond al een beetje de gespeelde opening tegen Arjan van den Berg aangekondigd. Het is de lijfopening van Tsjizow, die begint met 1.34-29 19-23 even later gevolgd door de witte ruil naar 25. Deze oubollige opening blijkt veel gevaarlijker voor de zwartspeler te zijn, dan je op het eerste gezicht zou denken. Dezelfde stand is mogelijk in 1.32-28 18-22 opening. Maar dan staat schijf 34 reeds op 30, wat dus nog minder zou moeten zijn voor de aangevallen lange vleugel.

Het probleem voor zwart is, dat na bijvoorbeeld 12...20-24 de ruil 13.34-29 23x34 14.40x20 15x24 15.49-44 (of ook 15.45-40) tot langdurige druk tegen schijf 24 leidt. Tsjizow heeft er eens Schwarzman mee onder de voet gelopen. Op 12...17-21 dwingt waarschijnlijk de achterloop 13.31-26 zwart tot een ongewenste beslissing.  Maar ook 34-29 of 32-28 komen in aanmerking om de druk tegen de bedreigde zwarte lange vleugel te handhaven.

 

Arjan van den Berg komt met het 'nieuwtje' 12...17-22. Het is een keer eerder gespeeld door Schwarzman tegen Koifman als inleiding tot een salonremise. In Turbo dambase staan maar zes voorbeelden van de stand. Kennelijk hebben er zetverwisselingen plaatsgevonden in de genoemde andere voorbeelden.

De ontknoping vond plaats vanuit diagram 2. Zwart wikkelde af met 21...18-23 22.27x18 34x23 23.24-19 14x23 24.18x40 13-19 25.25x23 12-18 26.23x21 16x47 27.31-26 11-17 28.44-39 17-21 29.26x17 47-24 30.17-11 etc. met uiteindelijk remise als gevolg. In de diagramstand is als laatste zet 21.38-32 gespeeld. Dat schijnt nodig te zijn, omdat op andere zetten dan het passieve 21.29-23 dood en verderf volgt. Op 21.37-32 is de afwikkeling 16-21, 22-27 en 18-23x23 vervelend voor wit.

Zwart staat in deze stelling (d3) uit de partij Wesselink - Cordier overwegend. Het gespeelde 28...22-27 is niet de beste. Met 28...7-12 kan zwart het venijnige zetje 29.32-28? 26-31 30.28x8 3x12 31.37x26 14-20 32.25x23 18x49 in de stand brengen. Er dreigt ook gewoon 29...14-20x49, terwijl zwart op 20.34-30 18-23 controle heeft (Zowel Ghestem als de terugruil 22-27x17 komen in aanmerking na 21.48-42). Op het aangewezen 20.34-29 3-9 21.29x20 15x24 22.48-42 22-27 23.32x21 26x17 24.37-32 17-21 25.32-27 21x32 26.38x27 12-17 27.42-37 18-22 28.27x18 13x22 29.33-28 22x33 30.39x28 9-13 21.37-32? 17-21! is het uit.

In diagram 4 had hij zich een ongeluk gerekend en was op het moment van spelen van 30...3-9 waarschijnlijk vergeten, waarom hij aanvankelijk eerst 30...7-11 had willen spelen. Na 30...3-9? 31.37-32! is 31...7-11 verhinderd door het storende 32.42-37 X. Daardoor werd het improviseren en ging het van kwaad naar erger. Het gespeelde 36...22-28 in diagram 5 kost gewoon een stuk. Het afspel is overigens nog best aardig. Zwart kon er niet erg van genieten met slechts enkele seconden op de klok. Zowel de mens als de computer spelen hier á tempo het taaie 36...13-18 37.30-24 19x30 38.35x24 9-13 39.38-33 13-19 40.24x13 18x9 en er is weinig meer aan de hand.

Via een nogal ongebruikelijk verloop is in de partij Henk Grotenhuis ten Harkel - Anatoli Gantwarg een 'bekende' hekstelling positie op het bord gekomen. Bekend is, dat op 11...5-10 het zetje van Berger komt via 12.26-21 16x27 13.32x21 17x26 14.33-28 23x32 15.37x28 26x46 16.29-23 18x29 17.34x5 46x23 18.5x41 X.

In de partij van der Hooff - van der Kooij werd eveneens 11...9-14 gespeeld. Daar ging het verder met 12.35-30 3-9 13.40-35 20-24 14.29x20 15x24 15.33-29 24x33 16.38x29 5-10 17.42-38 23-28 en wit ging vrij vlot ten onder aan de complicaties met de hangende schijf 41. Je vraagt je af of eerst 13...5-10 niet nog venijniger is voor de witspeler.

 

De voortzetting van Henk (32-28x28) lijkt logischer en gezonder. De hekstelling, die daarna ontstaat zou ook wit kansen moeten geven. Deze kansen zouden in de diagramstand moeten komen van 16.37-32 21-26 17.41-37 18-22 18.28x17 11x22 19.48-42 14-19 of 17.31-27 26-31? 18.27-22 18x27 19.32x21 16x27 20.38-32 27x38 21.33x42 24x22 22.36x9 of 17.31-27 7-12 18.41-37 11-17 19.27-21 16x27 20.32x21 en dergelijke.

De achterloop 16.31-26 is wat minder omdat dat zwart de gelegenheid geeft tot de bekende uitputtingstactiek 16...7-12x22x21 etc. In diagram 3 heeft zwart al best wat bereikt. Het aantal vrije schijven van wit begint behoorlijk terug te lopen. Toch hoeft deze niet te wanhopen. Via 23.37-32, 41-37, 32-28 moet zwart het allemaal maar rond zien te krijgen. In de partij vergreep wit zich aan 23.38-32 en moest zich na 23...13-18! vanwege de Haarlemmer in allerlei bochten wringen.

Op het eerste gezicht lijkt dit wringen in diagram 4 nog best aardig gelukt. Als zwart doorloopt naar veld 37, dan volgt de reddende twee om twee 33.30-24x41. Maar soms kijkt een grootmeester niet op een schijfje meer of minder. Gantwarg besloot gewoon een lange termijn offer te brengen via 32...5-10 33.36x27 18-22 34.27x18 20-24 35.30x19 14x12. Zwart heeft al zijn steunpunten nog en kan er inderdaad door op de korte vleugel. Maar toch is een zeer opmerkelijk actie. Er zou meer verdediging in moeten zitten voor wit, dan er in de partij uitgekomen is. Een stuk is een stuk...

De zwarte stelling uit de partij Anton van Berkel - Jochem Zweerink zou best wat moeten kunnen zijn. De witte lange vleugel heeft problemen met de ontwikkeling. Toch is het allemaal niet zo eenvoudig. Slaagt wit erin de twee om twee 27-22 en 28-23x31 te nemen, dan zijn al zijn problemen over. Het idee 13...20-25 14.29x20 25x14 15.43-39 18-23? kost een schijf door 16.34-30 X. Ook 15...19-24? heeft wat last van 16.34-30 X.

Het nuchtere voorbereidende 15...2-8 is de beste voortzetting. Wit is niet echt blij met een verloop als 16.43-39 5-10 17.27-22 18x27 18.28-23 19x28 19.33x31 24x33 20.38x29 10-14 21.32-27. Meer dan remise kun je dan niet verwachten. In de partij werd het verschrikkelijke 13...18-23 gespeeld. Dat ontwikkelt een stuk van de witte lange vleugel en verzwakt het eigen centrum.

In diagram 2 is de situatie al lastig. De partijafwikkeling 16...9-13 17.34-30 20-25 18.28-23 is verschrikkelijk. Voortdurend blijft het zwarte centrum onder vuur liggen. Truus komt met 16...6-11 17.34-30 19-23. Tsja... Zelf zou ik denken aan 16...9-13 17.34-30 5-10. Maar dat is nog niet echt de oplossing. De dubbele ruil 27-22 en 28-23x31 blijft een rol spelen na 18.49-44 4-9 19.30-25 10-14 19.44-40. Truus komt met het aardige 6-11 20.41-36 12-17 21.27-22 7-12 22.37-31 26x37 23.32x41 12-18 24.42-37!? 18x27 25.28-23 19x28 26.33x31 21-26 27.39-34 13-19 28.34-30 17-22 en wit heeft meer problemen, dan zijn tegenstander. Al met al lijkt het erop, dat het nog wel gaat met de zwarte stelling na 17...5-10.

Het resultaat van alle schermutselingen is diagram 3. In de partij breekt wit er vlot doorheen. Zwart mag geen 37...26-31 spelen, vanwege de schijfwinst 38.41-36 31-37 39.39-34 en 38-32 X. In de partij speelt zwart 37...11-17. Dat is te langzaam en presteert niets tegen de manoeuvre 39-33, 38-32 en 33-29x19. Beter is 37...16-21. De stand wordt levendig na 38.41-37 21-27 39.46-41 5-10 40.35-30 10-14. Maar er is waarschijnlijk van een soort dynamisch evenwicht sprake na 28-22 en 39-33.

Sven Winkel leek met zwart niet veel bereikt te hebben in zijn partij tegen Dinant Spieker tot de vlam in de pan sloeg met de manoeuvre 31...23-29. De meerslagfinesse 24-30 dwingt tot de afwikkeling 35-30 en de witte korte vleugel staat tijdelijk wat ongelukkig.

 

In diagram 5 staat wit weer alleszins redelijk. Voor de hand ligt 39.45-40 en alles lijkt onder controle. In de partij speelde wit heel ongelukkig 39.33-28? en werd het slachtoffer van het offer van Dussaut. Dat zou nog niet zo erg zijn, als je Truus maar bij je had.

Deze komt met 39...16-21! 40.27x16 13-18 41.45-40 18-22 42.41-37 22x33 43.37-31 23-28 44.32x23 19x28 45.31-27 12-18 46.40-34 17-22a 47.50-44 22x31 48.26x37 18-23 (op 18-22 volgt 44-40) 49.37-31 en het gaat inderdaad nog wel. Op a. 46...33-38 komt Truus met 47.50-44 17-22 48.30-24 20x49 49.48-43=.

 

Ook het partijverloop is remise op het ogenblik dat wit door de vlag gaat. Direct na de partij en door Truus werd het offer 50.26-21 17x26 51.27-22 aangegeven. Truus adviseert 51...24-29 52.16-11 7x16 53.22-18 29x40 54.18x7 40-45 55.7-1 20-25 56.1x29 50-45 57.32-27 en het eindspel zou houdbaar moeten zijn.

Bij Rob Clerc liep het niet en in de diagramstand besloot hij remise te maken met 51.32-28 23x32 52.34-29 36-41 53.47x36 32-38 54.29x20 38x47 55.20-15 (of?) 47x24 56.36-31. Nog geruime tijd is men bezig gewest om vast te stellen of de overblijvende stand inderdaad in alle varianten remise is. De belangrijkste variant begint met 56...12-17 57.15-10 24-15 58.10-4 17-22 59.31-26 21-27 60.9-4 en zwart lijkt niet verder te kunnen komen.

 

Wederom had ik de partij van de dag. Maar dan als bijna slachtoffer van de leerling van Anatoli Gantwarg, Nina Hoekman. Zijn trots verdampte een beetje toen Arnaud Cordier zomaar een gemiste winst aangaf. Gantwarg is een specialist in het systeem en onderwijst al zijn leerlingen erin. Jammer is ook, dat de gebruikte omsingelingstechnieken vijf jaar geleden aan de orde zijn geweest op de training van Stigt Thans. Het had mijnerzijds daarom wel wat beter mogen gaan.

Diagram 1 is een kenmerkend begin voor het systeem. Wit dreigt met de dubbele ruil 33-28x28 vervelend te doen. Met wit aan zet zou dat nog niet z'n probleem zijn, maar helaas moet zwart een zet doen. Na 13...20-25 14.33-28 22x24 15.30x28 is randschijf 25 vervelend. Zelf zal ik 13.40-35 niet zo snel spelen, omdat je na 13...20-25 inderdaad geen andere keus hebt, dan de ruil te nemen. Erg kansrijk is het allemaal ook voor wit niet.

Een andere optie is 13...13-19. Het bezwaar van het maken van een gat op veld 13 is in het algemeen de ruil 38-32x32 en wit dreigt de aanval over te nemen. Hier is de lange vleugel te dun om als wit veel kans op succes te hebben. Echter minstens zo vervelend is de reactie 14.30-25. Er dreigt dan de zogenaamde 'kat in het bakje' variant. Bijvoorbeeld na 13...13-19 14.30-25 8-13 15.44-40 komt de zwarte lange vleugel niet goed meer in beweging. Meestal heeft hij te weinig zetten aan de korte vleugel om aan een dodelijke tempodwang te ontsnappen. Na 13...13-19 14.30-25 is 14...23-28 een optie. Het is vaak goed speelbaar, maar wel verschrikkelijk gevaarlijk. Maar beter levend in het gevaar, dan dood in veiligheid...

De voortzetting 13...14-19 is scherper dan het eruit ziet, maar een interessante optie. Vijf en twintig jaar geleden heb ik met gewisselde kleuren en onder andere schijf 37 op 31 eens de afwikkeling 14.30-24 etc. toegelaten tegen Cees Pippel. Ik had de doorbraakmogelijkheid naar veld 15, eerlijk gezegd, niet gezien. De binding van schijf 5 en 15 is voor het eindspel verschrikkelijk. Maar voor het eindspel komt het middenspel en dat wist ik overtuigend te winnen.

Je kunt het je teamgenoten eigenlijk niet aandoen om een dergelijke uitwisseling uit te lokken. Dat was ik dan ook niet van plan. In de diagramstand wordt de afwikkeling 18.25-20 15x24 19.33-28 22x33 20.38x20 beantwoord met 20...27-32, 19-24 en 17-21x24=. Na ampele overwegingen besloot Nina, terecht, door te spelen en deze remise uit de weg te gaan.

In diagram speelde wit 20.34-30. Een opmerkelijke beslissing. Meer voor de hand ligt 20.34-29. Gantwarg probeerde nog even 20...15-20!? Maar waarschijnlijk ontkomt zwart niet aan 20...19-23 21.44-39 23x34 22.39x30 13-19 23.30-24 19x30 24.35x24. Zwart moet nu verdergaan met 24...8-13, omdat 24...18-23 faalt op 25.24-19 23-28 26.19x10 28x48 27.10-5 en tegen de dreiging 38-32 is geen verweer. Op 27...11-16 is 28.26-21! 17x26 29.38-32 het einde van alle illusies (wit slaat natuurlijk naar veld 28). Geconstateerd moet worden, dat wit van 24...8-13 25.50-44 3-8 ook niet veel hoeft te verwachten. Door de ruil 24-20 en 33-28 verdwijnt schijf 22 en zijn alle zwarte problemen over.

Het avontuur 23...23-28 is niet lichtvaardig aangegaan door zwart. De wendingen, waarbij schijf 28 naar 48 wordt gegeven gevolgd door 38-32 waren mij bekend. Door deze zetjes mag veld 18 eigenlijk nooit geopend worden. Ik meende de stelling te forceren. In tegenstelling tot Nina had ik van tevoren gezien dat de doorbraak 23...23-28 24.44-39 3-8 25.34-29 19-23 26.30-24 23x34 27.39x30 28x48 28.24-20 15x24 29.30x10 verliest door 17-21, 27-32, 18-22, 8-13x32x5 X. Echter bij analyse (Arnaud Cordier) is gebleken, dat het spelverloop geforceerd verliest.

Desgevraagd heeft Anatoli mij en Arnaud vanmorgen uitgelegd, waar het om gaat in deze stelling. In dit spelbeeld kan wit zich opstellen met het klaverblaadje 36, 31, 26 en het vierkantje 47, 42, 41, 37. De laatste opstelling is nauwelijks bekend, maar zeer flexibel. Je beschikt namelijk over de damgeef combinatie naar 48, het offer 36-31 en tal van andere tactische onaangenaamheden.

Dit gaat goed voor wit zolang zij maar niet uit temponood gedwongen 37-31 hoeft te spelen. Ook dient de witte stelling voldoende sterk te blijven op de korte vleugel. In tegenstelling tot veel andere stellingen is het daarom zinvol om met zwarte de witte korte vleugel uit te putten. Hij moet blijven ruilen met 14-20x10 tot wit in ademnood komt. Concreet komt het in deze stelling neer op de variant  23...14-20 24.25x14 19x10 25.44-39 3-9 26.30-25 10-14.

Het ruiltje 27.34-29 23x34 28.39x30 kan nu sterk beantwoord worden met 28...18-23. Op 27.35-30 speelt zwart geen 27...13-19, vanwege het zetje 30-24, 34-29, 38-32, 26-21, 43-38 X. Echter na 27...14-19 verliest de witte stelling zijn combinatiekracht. Het schema 28.33-29 gevolgd door 38-32x32 is hooguit genoeg voor remise. We hebben in de korte tijd voor de heren moesten afreizen een groot aantal varianten op het bord gehad. Maar ik ben helaas niet in staat om deze samenhangend ten volke te tonen. Hun conclusie was, dat zwart nu de overhand heeft.

Zwart staat in deze stelling hopeloos. Het verschoven offer van Dussaut 36-31 en 38-32 is onpareerbaar. Op 26...13-19 27.24x13 8x19 28.36-31 27x36 29.38-32 is het duidelijk, dat zwart kan opgeven. Tegen 32-27 is geen kruid gewassen. Na 26...14-20 27.25x14 13-19 28.24x13 18x20 29.39-34 28x48 30.38-32 27x38 31.42x33 48x31 32.36x29 20-25 33.29-23 loopt wit simpel door de zwarte lange vleugel heen.

Gantwarg keek behoorlijk sip toen bleek, dat het in de partij gespeelde 26...14-20 27.25x14 13-19 28.24x13 8x10 had moeten verliezen door 29.36-31 27x36 30.38-32 10-14 31.42-38 11-16 32.49-44 16-21 33.32-27 22x42 34.33x13 42x33 35.39x10 15x4 36.30-24 en een keertje het offer 13-9 X. Nina Hoekman volgt betaalde training bij hem. Hij zou het ontzettend leuk hebben gevonden als zijn goede werk, ondanks strijdige belangen, eens uitgedrukt was in echte punten. Overigens moet opgemerkt worden, dat de versierende zetten van Arnaud met 31.42-38 niet strikt noodzakelijk zijn. Het simplistische plan 31.43-38 11-16 32.32-27 22x31 33.33x13 gevolgd door 30-24 is minstens zo erg.

In de partij speelde wit eerst 29.30-25? en dan lukt het allemaal niet  meer. De belangrijkste variant is 29...10-14 30.36-31 27x36 31.38-32 11-16 32.32-27 22x31 33.33x13 17-22 34.49-44 23-28 35.43-38 12-18 36.38-32 18x9 37.32x23 7-11!! Er dreigt 28-32, 14-20, 11-17x38x42x47. Na het afwerende 38.39-33 kan 38...9-13-19 met schijfwinst. Wit zal dus remise moeten maken met 38.26-21.

Het partijverloop blijft een geforceerd karakter behouden. Wit gaat in diagram 8 verder met  31.30-24. Het offer 31.36-31 27x36 32.38-32 faalde nu op 32...16-21 en in geval van nood het tegenoffer 21-27. Na 31.30-24 2-8 32.36-31 27x36 33.38-32 16-21 34.42-38 21-27 35.32x21 8-13 36.38-32 6-11 37.21-16 14-20 38.25x14 13-19 39.24x13 18x20 40.49-44 20-24 41.43-38 15-20 (24-30? geeft 26-21 en 33-29) 42.26-21 17x26 43.32-27 22x42 44.33x22 42x33 45.39x30 26-31! is het nog remise. De heren grootmeesters en Truus hebben gisteren zo te zien een leuke avond gehad.

De poging 31.30-24 2-8 32.24-19 17-21 33.26x17 12x21 34.19x10 15x4 35.33-29 23x34 36.39x30 7-12 is ook niet toereikend. Het ruiltje 31.30-24 14-19 32.24x13 18x9 gevolgd door het verrassende offer 33.26-21 17x26 34.33-29 23x34 35.39x30 is daarom niet onredelijk. Gelukkig had ik nog een uurtje reserve op de klok.

Zwart heeft diverse mogelijkheden. De poging het stuk te houden met 35...2-8 36.38-32 27x38 37.43x23 9-14 38.30-24 8-13 39.42-38 13-18 komt nergens in verband met 40.25-20 X. Het tegenoffer 35...26-31 36.37x26 12-18 faalt op 37. 41-37 X. Ook 35...26-31 36.37x26 12-17 is hopeloos vanwege de reactie 37.30-24 en 38.41-37 X.

 

Nina weet de strijd nog handig te verscherpen, ondanks het enorme verschil op de klok. Hier gaat het bij beiden spelers mis. Zwart kan direct remise maken met 47...13-18 en de dreiging 28-32. Dat kun je er niet uit halen met 48.24-19 vanwege 48...23-29 met voordeel voor zwart. Gantwarg merkte na de partij op, dat na 47...21-27? de voortzetting 48.40-34! veel kansrijker is. Na 48...14-19 49.34-30 13-18 50.24x13 18x9 51.30-24 9-14 52.39-34 28-32 53.37x10 15x4 54.34-29 26x37 55.29-23 is de zwarte doorbraak veel kostbaarder. Ook kan er volgen 48...13-18! 49.24-19 28-32!!

Een half dozijn grootmeesters heeft zich gestort op de verschillende remise mogelijkheden voor zwart. Meest voor de hand ligt 50.19x17 32x41 51.31x13 41-47 52.39-33 26-31 53.36x27 14-20 54.25x14 47-36 55.13-9 36x30. Wit kan damhalen op 3 en op 4. Na 55.9-4 is de zettenreeks 30-39-34-29-23 remise. Op 55.9-3 moet het komen van 39-24-33-29-23=.

Het vroegtijdig innemen van de korte vleugel opsluiting staat niet bekend als erg goed. In de partij Wim Vrijland - Gerrit Wassink bleek dat weer eens. Na de afwikkeling 9...17-22 etc. heeft wit een straatlengte ontwikkelingsachterstand en een nijpend gebrek aan kracht op de lange vleugel. De problematiek wordt treffend geïllustreerd in diagram 2. De beste verdediging is wellicht 21.50-45 2-7 22.34-30 23x34 23.40x29 20-24 en doordat schijf 36 opgelost is, hoeft wit de aanval tegen de lange vleugel niet zo te vrezen.

In de partij volgde 21.48-42 2-7 22.32-27 met slechte stand. Echter 22.50-45 21-27 23.32x21 16x27 geeft in alle varianten een simpele doorbraak tegen de witte lange vleugel. Truus probeert nog 21.48-42 2-7 22.33-28 13-19 23.29-24 19x30 en zwart heeft alles.

 

Zwart moet in deze stand stand vrijwel beslissend voordeel hebben. In de partij komt er niets van terecht. In plaats van het trage 26...5-10 ligt 26...18-22 veel meer voor de hand. De ruil 27.33-28 is het niet, omdat het witte centrum dan nog meer verzwakt raakt. Een boeiende mogelijkheid is 27.40-34 23-28 28.42-37 5-10 29.34-29 10-14 30.44-40. Zwart kan nu verder gaan met 14-20x20-24x24. Steeds lijkt schijf 28 onaantastbaar te zijn. Ook het rustiger 27.40-34 13-18 zou tot iets moois moeten kunnen leiden.

In de partij Bert Woolschot - Dirk van Schaik jr. heeft wit wat ruilen genomen en zit nu in een situatie, dat een ongunstige klassieke positie vrijwel onvermijdelijk lijkt. In diagram 4 probeert hij weg te komen met het geforceerde 30.37-31 21-26 31.42-37 9-13 32.41-36 3-8 33.32-28 8-12 34.27-22 18x27 35.31x22. Dat is geen groot succes. Vrijwel vanzelf krijgt zwart alle belangrijke velden in handen. in plaats van het kerkhof lijkt het bescheiden terugruiltje 34.37-32 een betere kans op remise.

Ondanks zijn overweldigende stand van enige zetten terug is de winstvoering hier toch nog knap moeilijk geworden. Wit dreigt met het offer 52.12-7 een dam te halen. Wat gezien het talrijke zwarte materiaal in het centrum niet prettig is. In de partij volgde 51...48-34 52.12-7 1x12 53.6-1 34-18 54.1-6 28-33 en het overblijvende 4- om 2 eindspel ging verloren. Truus merkt nog op, dat na 54...28-33 55.6x50 het nemen van de een om drie met 55...18-29 vlotter wint, omdat schijf 36, dan onmiddellijk onder controle is.

Het alternatief is het eindspel 54...12-17 55.38-32 27x38 56.31-27 (56.37-32 verliest door 28x37 57.31x33 22-27 58.6x13 35-40 X) 22x42 59.6x9 42-48 60.9-14 28-33 61.14-46 26-31 62.36x27 38-42 X.

Vorige ronde