tiende ronde nationale competitie 2007

Partijen, Masterclass, Verslagen en Home


Dordrecht - Het was een zwaar bevochten zege tegen DUO. Het is nooit een eenvoudige wedstrijd tegen de ploeg van Nina Hoekman. Eenzelfde foto als bovenstaand maakte ik ook twee jaar geleden. Dezelfde uitslag kwam toen op de borden en het ging even moeizaam. Ditmaal was ik zelf belangrijk. Als intermezzo in de organisatie van de World Mind Sport Games was mijn overwinning, feitelijk op de klok, tegen Gerrit Wassink uiteindelijk beslissend. Anatoli Gantwarg was iets langer bezig tegen Björn Winkel en slaagde erin zijn topscoorderpositie in de ereklasse andermaal te prolongeren. Nina Hoekman was degene, die zoals gebruikelijk zorgde voor de tegenscore door Peter van der Stap zijn eerste nederlaag van het seizoen te bezorgen.

We zaten andermaal niet lekker. Het leek wel of DUO de opstelling had gemaakt. Ondanks groot Elo-overwicht bleef vrijwel overal de schade voor DUO binnen te perken. Ook Sven Winkel met zwart tegen Ruesink bleef steken op een teleurstellende remise.

In het kader van de opmerkelijke ontwijkacties van de Keller hier ditmaal de ruil 31-27x26. Sven reageerde met 18-23x23. Dat is in het kader van direct profiteren van de witte randschijf natuurlijk een idee. Echter gewoon verder spelen met 19-23 ligt aanmerkelijk meer voor de hand.

In deze stand hebben 202 zwartspelers deze zet gespeeld. 63 gingen verder met 20-24x24, 35 met 20-25 en 4 met de ruil 18-23x23. De zet 19-23 is 178 keer beantwoord met 35-30. Daar kun je als zwartspeler onmogelijk bezwaar tegen hebben. Teveel gretigheid is misschien niet gewenst. De helft van de zwartspelers speelden het droge 14-19. De andere helft werd geconfronteerd met (20-25) 30-24 (14-20) 33-28 (9-14x23) 41-37 met kansen.

Het plan van Sven oogt overigens uitstekend. In diagram 2 wordt wit geconfronteerd met de gevolgen van zijn openingsbehandeling. Er is eigenlijk geen goede zet voor hem. Zowel de korte als de lange vleugel van zwart staan agressief opgesteld. Op 32-28x28 (19-23xx23) wordt de situatie erger voor wit.

In de partij volgde 32-27 (20-24) 37-32 (14-20x20). Dat ziet er minder fraai uit, maar aangezien het randveld 25 stevig onder controle is, spelen de ongerechtigheden in het zwarte centrum nauwelijks een rol. Wel belangrijk is de ontwikkelingsvoorsprong.

Andermaal staat wit voor het blok. Na het uitspelen van de tempi heeft zwart de laatste redelijke zet. De witte lange vleugel is statisch. De korte vleugel kan alleen maar passief afwachten. Via 33-28 (17-22x22) 27-21x21 kreeg zwart een schitterend initiatief. Echter het gespeelde (22-28) is het niet. Wit kan weliswaar weinig ondernemen tegen de zwarte voorposten, maar heeft daarna ook weinig te vrezen.

Geduldig uitspelen van de tempi met 20-25, 14-20 en 10-14 lijkt mij veel lastiger voor wit. Hij kan immers alleen maar spelen met de lange vleugel. Na (20-25) 21-16 (14-20) 37-32 (10-14) 31-27x37 heeft zwart gemakkelijke tempozetten op de korte vleugel, terwijl het witte centrum en korte vleugel niet mee blijven doen.

Het resultaat van de wilde zwarte actie is nevenstaande diagramstand. Zwart dreigt zich te bevrijden met de bekende manoeuvre 24-30. Schijf 32 van wit had wellicht beter op 31 gestaan. Maar ook dan was de witte omsingeling niet bijzonder gevaarlijk geweest. Immers na 48-42 (14-20) 49-44(????) (9-14) heeft wit geen tempo om de driepoot 33,38,42 te handhaven. Zodat de verschrikkelijk doorstoot 29-34xx34 resp. 25-30 niet te stuiten is.

In de stand uit de partij is het toelaten van de bevrijding te overwegen. Echter als zwart hem na 48-42 niet neemt en verdergaat met (14-20) en (9-14) moet wit zich in allerlei bochten wringen om tempi te vinden. De breekactie 32-27x27-22 uit de partij is daarom verreweg de taaiste reactie.

Wouter Ludwig de tegenstander van Michiel Kloosterziel is een halve finalist. Hij heeft nog veel te leren, maar is geen tegenstander, waar je zomaar van wint. In deze stand wikkelde zwart via het bekende 13-19 af naar een open klassieke positie, waarin wit nogal statisch staat.

Het resultaat is de nevenstaande positie, waarin wit vier tempi voorsprong heeft. Als het klassiek blijft is hij bijgevolg in het nadeel. De zwarte randschijf op 25 is eerder een lastpost, dan een echt theoretisch voordeel. In deze stand gaat het om de controle op de andere vleugel.

In plaats van het gespeelde (19-24) 37-31 (6-11) 31-26 (11-17) 27-21x21 kan hij de zet (6-11) overwegen. Na 37-31 (11-17) 31-26 (17-21x21) heeft zwart een blokkade ingericht aan de korte vleugel en staat hij goed. Wit zal daarom moeten kijken naar (6-11) 27-21x21 (11-17) 21-16 (18-23) en (12-18/13-18) met kansen. Maar dat ziet er ook nog steeds wat beter uit voor zwart.

Voor de winstpartij van mijzelf tegen Gerrit Wassink verwijs ik maar naar de uitgebreide analyse bij de animaties. Ron Heusdens had als enige een tegenstander van DUO met meer Elo dan hijzelf. Het werd dus een puntje voor de club tegen Wieger Wesselink. De opening 32-28 20-25 behoort niet tot mijn favorieten zowel met wit als zwart. Ron is er dol op. Het waarom van dit enthousiasme blijkt ook niet uit deze partij.

Veel gespeeld is 46-41 (3370 van 6291) gevolgd met 1160 de zet 34-30 en 877 voor 34-29. Na (5-10) moet wit een belangrijke beslissing nemen. De variant 31-27 (20-24) zie je niet veel meer. Deze staat te boek als aantrekkelijk voor wit. Na 31-27 (19-23x23) (759 keer) ontstaat een vervelende positie.

Zwart maakt zich sterk in het centrum en probeert het witte steunpunt 27 onder de voet te lopen. Dat lukt alleen min of meer, zodat het resultaat meestal remise is. Een idee is daarom 31-26 (20-24) 36-31 (15-20) 35-30 en 28-23x15 met interessant randschijvenspel, maar dat volgens de huidige inzichten aanmerkelijk beter is voor zwart (57 keer gespeeld).

Rechts het resultaat uit de partij. Zwart staat erg sterk in het centrum en op de korte vleugel. Schijf 16 is opgelost. Hij gaat daarom een mooie toekomst tegemoet. Echter m.i. hoort de wilde uitval 28-23xx23 er niet bij. Wit kan de voorpost niet echt bedreigen, maar heeft daarna ook weinig meer te vrezen.

Flits geeft aan, dat na het voor de hand liggende (1-6) 31-27 (17-22) 33-28 de zwarte aanval niet echt meer tot zijn recht komt. Flits komt na enig aandringen met (17-22) 33-28x28 (20-24) 44-39 (11-17) 31-27 (24-29) 39-33 (14-20) etc. en zwart lijkt wat gemakkelijker te staan. Voor de hand ligt daarom de ruil 34-30 met klassiek spel, dat er iets beter uitziet voor wit. Hoewel de aan- en afwezigheid van een schijf op 16 resp. 35 een rol zou kunnen gaan spelen.

Hier tenslotte de stelling, waarin de remise werd geforceerd. Zwart heeft het centrum, maar wat last van de gelijktijdige bezetting van de velden 22 en 24. In de partij volgde 47-42 (24-29) en (22-28) met vrijwel op slag remise. Na 40-34 (7-12) 47-42 is de afwikkeling 22-27, 23-28 en 24-29x48 gevaarlijk voor wit.

Ook Rob had niet de ideale tegenstander. Arjan van den Berg is een sterke maar wat kwetsbare speler. Dat komt vooral tot uiting als hij moet winnen van iemand zoals Wim Vrijland. Echter voor een grootmeester is er eigenlijk geen doorkomen aan, omdat dan remise een goed resultaat is.

 

Rob heeft het desondanks driftig geprobeerd. Hier accepteerde hij met (20-24x24) 33-28x20 (10-15) 37-32 (15x24) 31-27 een korte vleugel opsluiting. Deze is niet bijzonder gevaarlijk, maar ook niet erg kansrijk.

Vanuit het diagram links ging het verder met (18-22x23) 33-28 (17-22x12) en het zwarte voordeel was niet doorslaggevend.

Anatoli was in de nevenstaande hekstelling goed op weg om zijn qua Elo veel zwakkere tegenstander, Björn Winkel te kruisigen, toen deze opeens goede zetten begon te spelen. In deze stand moet je begrijpen, dat zwart compleet vastloopt in de variant (14-19) 35-30 (20-24) 40-35 (15-20) 45-40 en 50-45 X.

De uitstekende zet (13-19) verhindert om voor de hand liggende reden deze vastloop variant. Daarom besloot wit tot de ruil 27-21x21. Na (8-13) 33-29 (2-8) 35-30 (19-24x24) lijkt wit een mooie toekomst tegemoet te gaan, hoewel het symmetrische karakter van de stelling zorgen baart.

Pas de laatste zet voor de tijdcontrole 50...6-11 geeft wit weer grip op de stand. Met het offer 51.25-20 24x15 52.28-22 19-24 53.21-27 13-18 54.22x13 11x22 55.13-8 werd afgewikkeld naar een kansrijk eindspel.

 

Na de partij strooide Anatoli met de varianten. De zet 55.13-8 is volgens hem beter dan 55...13-9. Na 55...13-9 is het vervolg 56.24-30 een probleem. Het eindspel is naar ik begrepen heb nog remise. Echter het waarom heb ik niet helemaal meegekregen. De partijvariant 55.13-8 22-28 56.8-3 28x37 57.3-14 23-29 58.14x41 is waarschijnlijk wel in alle varianten uit.

In deze stand volgt op 58...15-20 uit de analysekamer de zet 59.41-36. In de partij komt via 58...24-30 59.41-14 30-34 60.14-25 34-40 61.25-34 een eindspel op het bord dat eenvoudig gewonnen is, dank zij de tweede witte dam.

De nederlaag van Peter van der Stap tegen Nina Hoekman was een flinke tegenvaller. Hoe komt het nu toch dat een speler met een uitstekende score zich zomaar het kaas van het brood laat eten door een redelijk sterke vrouwelijke dammer.

De 32-28 19-23x23 opening heb ik indertijd uit den treuren bestudeerd. Tegenwoordig speel ik hem nauwelijks meer, vanwege de ruil 34-29x30, die door vrijwel iedereen wordt genomen. In de diagramstand zou zwart graag 17-22x21 spelen. Dat gaat echter niet vanwege het dammetje naar 1. De plan (16-21) 31-26 (18-22) is wellicht speelbaar, maar tevens erg dapper. Een idee is een keertje achterlopen met (18-23) 42-37x28 gevolgd door (17-22x21).

In diagram 2 heeft wit een simplistische aanval op het bord gebracht. Is het mogelijk daar constructief mee om te gaan ? Kan hij op een goede manier van het bord ? Na de zetten (18-22) 39-33 is de ruil (22-27) 31x22 (13-18) meer gelijk voor wit dan voor zwart. De enige manier om de aanval redelijk weg te krijgen is (17-22x22). Na 32-27 (13-19x19) is nog steeds de witte stand meer gelijk, dan die van zwart. Maar het stelt allemaal niet veel voor.

In diagram 3 lijken er betere mogelijkheden om de witte aanval constructief af te breken. Een belangrijke mogelijkheid is (14-19) Flits geeft het damzetje 34-30? (19-23), (8-12), (15-20) en 4-10x48 X. Daarom moet wit laten slaan met 44-39x25. Daarna is de afbraak 17-22x31 gevolgd door 18-22x22 slechts remise.

In de partij speelde zwart de enkele ruil 18-22x22 gevolgd door 17-21x22. Na 17-22x31 en 18-22x22 gaat wit verder met 34-29 en de witte aanval gaat verder.

In de partij had zwart in diagram 4 reeds grote tijdnood. Na de partij werd gesuggereerd, dat er na (4-10) 40-34 (10-15) 34-30 de remisewending (26-31), (16-21), (27-32) en (20-24x32) in zit. Het overblijvende vier om twee eindspel zal ongetwijfeld remise zijn. Alleen zie ik niet helemaal hoe dat dan precies zou moeten gebeuren.

Flits komt in diagram 5 met het 4 om 2 eindspel 25-30, 13-19, 4-9 en 26-31x44. Ook daar kan ik niet enthousiast over zijn. Het offer thematische offer 23-18 is het voornaamste probleem voor zwart.  Daarom is wellicht (4-10) 39-33 (16-21) een idee.

Als wit moet ruilen met 38-32x32, dan komt de hangende schijf op 21 direct weer tot leven. Flits geeft de variant 38-32x42 (21-27) 42-38 (10-14) 38-33 (13-19) en (25-30)=. Na 37-32 (26-31) 33-28 (12-18), (13-19), (21-26x29) en (10-15) lijkt het remise.