Terug en Home











(625949) Capelle,J. (Johan) - Gantvarg,A. (Anatoli)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.34-29 20-25 2.40-34 15-20 3.45-40 Dit lijkt een mooie zet, maar heeft bezwaren.
[ Gantwarg adviseert 3.44-40 ]
3...10-15 4.32-28 17-21 5.37-32 Dit wordt vaak gespeeld. Gantwarg behandelde gisteravond deze opening naar aanleiding van de partij Domchev - Gantwarg. Doordat hij na de tekstzet tot de ruil 19-23x24 komt heeft hij weinig ontwikkelproblemen aan de lange vleugel. Maar anderzijds is de strijd nog lang niet gestreden.
[ Eerder had hij het vooral over de variant 5.31-26 en zwart heeft meerdere stukken teveel op de lange vleugel. In dit geval kan hij via 19-24 6.26x17 11x22 7.28x17 12x21 8.37-32 21-26 9.32-28 18-22 10.28x17 16-21 een van de twee overtollige stukken op de lange vleugel activeren. Dat is minder gemakkelijk als schijf 44 op 45 zou staan. Want dan kost dit schijnoffer gewoon een schijf. ]
5...5-10 6.41-37 Hier worden ook 29-24 of 31-26 gespeeld.
[ De zet 6.50-45 geeft een overgang naar een bekendere stelling. Meestal wordt er 19-23 7.28x19 13x24 gespeeld en wit is minder gebonden in het centrum als in de partij. ]
6...21-26
[ Gebruikelijker is 6...19-23 7.28x19 13x24 8.32-28 en er staat een normale hekstelling op het bord. ]
7.31-27!? Een merkwaardige zet. Het komt hier nu voor de tweede maal op het bord. Andere varianen zijn meer dan 60 keer voorgekomen.
[ Gebruikelijker is 7.50-45 ]
[ of 7.29-24 ]
7...19-23 8.28x19 13x24 9.47-41
[ De stand na 9.50-45 11-17 is via zettenwisseling vaker voorgekomen. De meeste witspelrs gaan dan verder met 27-21. Slechts twee deden de afwikkeling 27-22 uit de partij. ]
9...11-17 10.27-22 18x27 11.32x21 16x27 12.37-31 26x37 13.42x11 6x17 14.41-37 9-13 15.38-32 13-18 16.43-38 4-9 17.36-31 7-11
[ Logischer is 17...9-13 maar na 18.49-43 kan zwart de ruil 17-22x21 (op 32-28) niet handhaven. ]
18.31-27? Dit is ongeveer de verliezende zet, Veld 27 is een slecht veld tenzij het wint. Hier dwingt het zwart alleen om veld 13 te sluiten. Dat is iets wat zwart ook zonder ertoe gedwongen te worden zo snel mogelijk gaat spelen. 9-13 19.32-28 11-16 20.28-23 Volgens Gantwarg is deze zet vrijwel altijd slecht en mag alleen gespeeld worden als het direct wint of als er een andere dwingende reden is om hem te spelen. De ruildreiging 17-22 kan vanzelfsprekend wel als een goede reden worden beschouwd. 17-21 21.38-32 2-7 Brengt de ruildreiging 12-17x18 in de stand. 22.49-43? Wit overziet een verdekte afwikkeling. Vermoedelik is zijn stand al vrijwel verloren dank zij de positionele dreiging 12-17x18. 24-30! 23.35x24 13-19 24.24x11 16x7 25.27x16 7-11! Nodig voor de winnende naslag. 26.16x7 20-24 27.29x9 18x49 28.7x18 49x4
0-2 (0.42/1.04)












(625950) Rentmeester,M. (Martijn) - Geurtsen,R.G. (Rob)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.32-28 17-22 2.28x17 11x22 3.37-32 12-17 4.41-37 6-11 5.46-41 7-12 6.34-29 19-23
[ De zet 6...2-7 is scherper. Na 7.40-34 19-23 8.32-28 23x32 9.37x28 14-19 10.41-37 16-21 komt er een echte Schwarzmanvariant op het bord. ]
7.31-26
[ Na 7.40-34 komt er een Schwarzmanvariant op het bord. ]
[ Naast 32-28 en 40-34 wordt er regelmatig 7.31-27 22x31 8.36x27 23x34 9.39x30 gespeeld. Er ontstaat dan een stand in de categorie Oostblok versus Basisstand. Zeker na 20-25 10.44-39 25x34 11.39x30 15-20 ontstaat een (tempo)klassieke positie, die als kritiek voor wit kan worden gekenschetst. Met ontwikkelingsvoorsprong is het niet prettig om op 27 te staan. ]
7...23x34 8.40x29 22-27 Zwart gaat in de aanval. Dat is gezien zijn wat dunne korte vleugel niet geheel van gevaren ontbloot.
[ De zettenreeks 8...14-19 9.37-31 10-14 10.32-27 ]
[ of 8...1-6 9.32-28 14-19 10.37-32 worden vaker gespeeld. ]
9.32x21 16x27 10.37-31
[ Er wordt hier ook wel 10.33-28 gespeeld. Diverse grootmeesters gingen verder met 1-6 11.38-33 27-32 12.28-22 18x27 13.37x28 met de bedoeling de omsingeling in te zetten via 11-16 en 17-21x21 of 20-24x24. ]
10...2-7 11.31x22 18x27 12.41-37 13-18 13.39-34 Gebruikelijker is 37-32 of 37-31. 9-13 14.43-39 14-19 15.45-40 19-24 16.48-43 10-14 17.50-45 5-10 18.37-31 Zwart was zojuist niet bereid om te sluiten. Dat blijkt niet veranderd te zijn.
[ Een ander idee is 18.34-30 4-9 19.30x19 14x34 20.39x30 ]
18...4-9 19.31x22 18x27 20.34-30 12-18 Dit geeft de controle over het centrum uit handen.
[ Logischer is 20...1-6 21.30x19 14x34 22.40x29 10-14 ]
21.30x19 14x34 22.40x29
[ Gebruikelijker is de slag 22.39x30 ]
22...8-12 Deze zet doet weinig tegen de volgende zet van wit.
[ Maar na 22...1-6 heeft wit het zetje 23.29-23 18x29 24.33x24 20x29 25.38-33 29x38 26.43x1 ]
23.33-28 3-8 24.38-33 18-23 25.28x19 13x24 26.45-40 20-25 27.29x20 25x14 28.35-30 Wit begint een omsingeling. Je kunt je afvragen of dat kansrijk is.
[ Het afruilen van de voorpost via 28.40-34 14-19 29.42-38 moet van ver komen. ]
28...14-19 29.40-34 17-22 30.44-40 10-14 31.30-25 8-13 32.42-38 12-18 33.33-29 19-23 De zwartspeler is een bekende tijdnoodridder. Vanaf hier had hij vermoedelijk geen tijd meer om zelfs maar na de WC te gaan. Hij heeft diverse andere plannen.
[ Bv 33...19-24 34.29x20 15x24 35.49-44 13-19 36.38-33 is magertjes. ]
[ Wel een redelijk idee is 33...7-12 gevolgd door 1-7 en 18-23x23. Het gaat dan om 34.38-32 27x38 35.43x32 22-28 36.32x23 19x28 met een wat dunne aanval voor zwart. Wit staat die tempi naar voren en heeft dreigingen tegen de zwarte lange vleugel. ]
34.39-33
[ Meer voor de hand ligt 34.38-32 27x38 35.43x32 14-19 en zwart heeft 19-24x24 op de volgende zet. ]
34...7-12 35.40-35 13-19 36.35-30 9-13 37.43-39 11-17 38.49-44 23-28 39.44-40 18-23 Zwart wikkelt af. De resulterende positie is houdbaar voor wit.
[ Na 39...28-32 40.40-35 32x43 41.39x48 komt de zwarte aanval moeilijk verder. ]
[ Op 39...19-23 40.30-24 gaat wit er rechts doorheen. ]
40.29x20 15x44 41.39x50 28x30 42.25x34 22-28 43.50-44 28-32 44.44-39 32x43 45.39x48 19-24 46.47-42 17-22 47.42-38 12-18 48.38-33 18-23? De computer is hier niet enthousiast van.
[ Beter zou 48...1-7 zijn. Bv 49.48-42 7-11 50.34-29 (50.42-38 18-23) 50...24-30 51.26-21 27x16 52.42-38 30-35 geeft zwart nog een eindspel. ]
49.48-42 27-32 Zwart dreigt vast te lopen.
[ 49...1-6 50.42-37 6-11 51.37-31 ]
[ 49...1-7 50.42-37 7-12 51.37-31 ]
50.26-21 1-7
[ 50...32-38? 51.21-17 38x40 52.17x30= ]
51.42-37 32x41 52.36x47
1-1 (0.50/0.01)












(625951) Berkel,van,A.P.J. (Anton) - Smits,J. (Johan)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.33-29 17-21 2.39-33 21-26 3.44-39 11-17 4.32-28
[ Zelf speel ik eerst 4.50-44 om pas na het veel gespeelde 6-11 verder te gaan met 5.32-28 Zwart heeft dan niet de ruil 17-22. ]
4...20-24 Dit is een volkomen redelijke zet. Maar hij wordt weinig gespeeld. Vaker zie je 17-21, 6-11 of 7-11. 5.29x20 15x24 6.50-44
[ Vaak wordt 6.37-32 26x37 7.42x31 geruild met wat tempowinst. Er kan dan een technische partij ontstaan. Het steunpunt 24 is nagenoeg onaantastbaar. ]
6...17-22? Dit is een zeer ongebruikelijke zet. Het legt de witte ontwikkeling nauwelijks iets in de weg. Vaker zie je 17-21, 7-11 of 10-15. 7.28x17 12x21 8.34-30 Wit gaat iets doen aan de korte vleugel. Dat kan ongestraft, omdat de ontwikkeling van de andere vleugel op elk gewenst moment via 31-27x voltooid kan worden. 7-12 9.40-34 1-7 10.30-25 24-30 Zwart neemt de benen. Dat is niet nodig. Maar het scheelt een hoop ongemak. 11.35x24 19x30 12.31-27 21x32 13.38x27!? Wit wil schijf 16 op zijn plek houden. De consequentie is wel, dat hij een schijf op 27 krijgt. Zwart kan zijn stand daardoor klassiek opstellen.
[ Na 13.37x28 heeft wit het centrum, maar iets minder scherp spel. ]
13...14-19 14.37-31 26x37 15.41x32 30-35 16.46-41 10-14 17.43-38 7-11!? Zwart gaat spelen op de korte vleugel. Hij heeft daar weinig te zoeken. Beter is het klassiek maken van de stelling via bezetting van de velden 23 (en 24). 18.41-37 11-17 19.37-31 2-7 20.42-37 7-11 21.47-42 4-10 22.48-43 17-21!? Wit heeft de zogenaamde Chizhov vuist neergezet. Dat is een opstelling, die ontzettend lastig af te breken is. Maar hij is wel een beetje krom. De oversteek naar 26 speelt wit in de kaart. Bezetting van veld 23(en 24) is beter. 23.34-29 10-15 24.45-40 19-24 25.29x20 15x24 26.40-34 14-20 27.25x14 9x20 28.33-29 24x33 29.39x28 5-10 30.38-33 10-14 31.43-39 14-19 32.42-38 20-25 33.34-29 Wit heeft een typische Chizhov vuist op het bord gekregen. De vraag is hoe verder te gaan. Hierna ruilt zwart vanzelfsprekend in het centrum.
[ Je kunt ook naar 33.44-40 35x44 34.49x40 kijken en het gaat om 19-23 35.28x19 13x24 36.34-29 8-13 37.29x20 25x14 38.33-29 14-20 39.39-34 13-19 40.40-35 met een overwegende positie voor wit. ]
33...19-23 34.28x19 13x24 35.29x20 25x14 36.33-29 8-13 37.39-34!? Een ernstige fout volgens de witspeler. Hierna heeft hij geen formaties meer. 14-20 38.44-39 21-26 39.32-28 11-17 40.37-32 Gespeeld na lang nadenken. Het gevolg is een achtergebleven schijf op 36.
[ Een ander idee is 40.27-22 18x27 41.31x11 6x17 42.39-33 13-18 43.38-32 en wit komt ook moeilijk verder. ]
[ of 40.27-21 16x27 41.31x11 6x17 42.49-44 en wellicht is het verdwijnen van schijf 16 beter. ]
40...26x37 41.32x41 3-8 42.38-32 17-22 43.28x17 12x21 Hierna wordt het niets meer. 44.41-37
[ Iets beter is 44.39-33 13-19 45.33-28 8-13 en het loopt ook vlot remise. ]
44...13-19 45.39-33 19-23
1-1 (0.09/0.21)












(625952) Bhawanibhiek,R. (Roep) - Kos,J. (Jeroen)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 Zwart wil kennelijk een Molimard.
[ Via 4...20-24 5.37-31 ( Ook nu kan wit afhaken via 5.34-30) 5...14-20 6.49-43 10-14 7.41-37 5-10 8.34-29 23x34 9.40x29 20-25 10.29x20 15x24 11.27-22 18x27 12.31x22 kan hij aansturen op een Hooglandaanval, die uitvoerig besproken is op de masterclass. ]
[ Met 4...1-7 komt hij terecht in Ndjofang - Luteijn. ]
5.34-30!? Er staat een Hollandse opening op het bord. Daarin zitten verschillende zeer scherpe varianten. Dit is een bekende manier om deze te ontwijken.
[ Interessant is 5.37-31 23-29 ( Het schema 5...21-26 6.49-43 26x37 7.42x31 staat als beter voor wit bekend. Het valt evenwel mee.) 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 met de Molimard. ]
5...20-25 Zwart wil een betere ontwikkeling. Andere zetten komen in aanmerking.
[ Tijdens mijn partij tegen Ndjofang zat ik mij af te vragen of ik 5...21-26 6.37-31 26x37 7.42x31 23-29 8.33x24 20x29 zou durven spelen. Het is nooit gespeeld. Het gaat dan om 9.39-33 12-17 10.33x24 18-22 11.27x18 13x42 en het witte centrum is weg. ]
6.49-43 25x34 7.39x30 15-20 8.30-25 20-24 9.37-31 21-26 10.44-39 26x37 11.42x31 10-15 12.41-37 12-17!? Wit heeft zes tempi ontwikkelingsvoorsprong. Tempoklassiek verder spelen ligt erg voor de hand.
[ Daartoe zou 12...11-17 meer in de lijn van het spel liggen. De ruil 13.27-22 ( Na 13.47-42 17-21 14.31-26 1-7 15.26x17 12x21 16.36-31 21-26 17.46-41 7-12 18.41-36 is de witte lange vleugel bevroren. De opstoot naar 22 is langdurig onaantrekkelijk, vanwege de snelle aanval over veld 18. Zie de partij Korenevski - van Lith.) 13...18x27 14.31x11 16x7 verandert weinig aan de zaak. ]
13.47-42 8-12 14.40-34 14-20 15.25x14 9x20 16.45-40 4-9 17.46-41 2-8 18.50-45 5-10 Er is een symmetrische positie ontstaan, waarin zwart twee tempi naar achteren staat. Beide spelers hebben de Olympische formatie. Met de tekstzet lokt zwart zijn tegenstander naar veld 25.
[ Na 18...1-7 heeft wit 19.27-22 18x27 20.31x22 met een Hooglandaanval. Bv 16-21 21.34-29 23x34 22.39x30 19-23 23.30x19 23x14 24.43-39 en de voorpost op veld 22 lijkt onaantastbaar. ]
19.34-30!? Wit laat zich verlokken door het damzetje naar 5.
[ Sterk in aanmerking komt 19.27-22 18x27 20.31x22 en er dreigt 32-27 gevolgd door 38-32x5. Op 16-21 heeft wit 22-18 en 32-27. De breekactie 12-18 helpt wit. Na 10-14 heeft wit diverse interessante voortzettingen met schijf 34. ]
19...10-14
[ 19...20-25? 20.31-26! 25x34 21.40x20 15x24 22.35-30 24x35 23.33-29 23x34 24.39x30 35x24 25.28-22 17x28 26.32x5 ]
20.30-25 17-22 21.28x17 11x22 22.31-26 22x31 23.36x27 12-17 24.33-28 8-12 25.39-34!? Niet gehinderd door enige vorm van angst zet wit zijn acties tegen de zwarte lange vleugel voort.
[ Veel beter ziet 25.41-36 1-7 26.37-31 eruit. De ruil 18-22 27.27x29 24x22 is de minste van de witte problemen. Er kan een interessante hekstelling ontstaan en als niets helpt kan wit terugruilen met 31-27x37. ]
25...1-7 26.43-39 3-8 27.34-30 7-11! Zwart voltooid de Olympische formatie.
[ Na 27...18-22 28.27x29 24x22 29.39-33 komt zwart er niet gemakkelijk uit. ]
28.39-33* 17-22 29.28x17 11x31 30.41-36 12-17 31.36x27 17-22 32.37-31 24-29 33.33x24 20x29 34.42-37 8-12
[ Na 34...6-11 35.48-43 ( De zet 35.26-21 ligt minder voor de hand, vanwege 22-28 en via 36.40-34 29x40 37.45x34 8-12 ontstaat het partijverloop.) 35...8-12 heeft zwart overal hangende schijven (Bijvoorbeeld schijf 9). ]
35.26-21 Een merkwaardige zet.
[ Logischer is 35.40-34 29x40 36.35x44 15-20 37.45-40 20-24 38.40-35 24-29 39.44-39 29-34 40.30-24 19x30 41.35x24 34x43 42.38x49 ]
35...22-28*
[ De afwikkeling 35...6-11 36.21-17 12x21 37.31-26 22x33 38.26x6 is gewonnen voor wit. ]
36.40-34 29x40 37.45x34 6-11 38.31-26 11-17
[ Meer voor de hand ligt 38...15-20 39.34-29 23x34 40.32x23 18x29 41.30x39 20-24 en wit heeft veel last van de opsluiting links. ]
39.34-29 23x34 40.32x23 19x28? Rekenfoutje.
[ Veel beter is 40...18x29 41.30x39 15-20 ]
41.30x39 17-22 42.38-33 22x42 43.48x37 16x27 44.33x31
1-1 (0.20/0.04)












(625953) Tigchelaar,G. (Gerrit) - Prinsen,G.F. (Geert)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.32-28 17-21 2.37-32 11-17 Een verdekte vorm van de 32-28 16-21 opening. 3.41-37
[ Wit neemt de handschoen niet aan met 3.31-26 ]
3...21-26 4.34-29 17-22 Hier wordt van alles gespeeld. Deze zet is wat minder gebruikelijk, want het helpt de witte ontwikkeling. 5.28x17 12x21 6.40-34 7-12 7.45-40 1-7 8.47-41 7-11 9.32-27 Wit maakt gebruik van de gelegenheid zjn lange vleugel mooi te ontwikkelen. Er ontstaat een technische partij. Zwart probeert de stand aan de korte vleugel open te houden en wellicht het steunpunt 24 te handhaven. Vaak krijgt wit dan ademgebrek op de lange vleugel. 21x32 10.37x28 26x37 11.41x32 11-17 12.46-41 19-23 Dit is een gezonde voortzetting. Zwart wil flankspel.
[ Een ander idee is 12...20-24 13.29x20 15x24 met het bovengeschetste plan. ]
13.28x19 14x23 14.33-28 Andermaal neemt wit de uitdaging niet aan.
[ Interessanter is 14.35-30 ]
14...17-21 15.28x19 13x33 16.39x28 10-14 Dit is de normale zet.
[ Met 16...20-24 kan zwart schijf 35 aan de rand plakken. ]
17.44-39
[ Heel weinig witspelers maken in dit soort situatues gebruik van de mogelijkheid de oversteek 17.35-30 te doen. ]
17...20-24 Zwart besluit alsnog zich te binden aan veld 24.
[ Via 17...14-19 gevolgd door 5-10-14 kan hij op een mooiere opstelling aansturen. Nog steeds heeft wit dan 35-30. Maar het is zeer onwaarschijnlijk, dat iets wat de vorige zet nagelaten werd, nu wel gespeeld zou worden. ]
18.34-30 14-19 19.36-31 Een opmerkelijk scherpe manier om het klassiek te maken.
[ De normale opbouw 19.41-37 is goed genoeg. ]
[ Een mogelijkheid is 19.30-25 8-13 20.25-20 24-30 ( Vanzelfsprekend is 20...12-17 21.20x29 18-23 22.29x18 13x44 23.50x39 weinig aantrekkelijk.) 21.35x24 19x30 22.40-34 15x24 23.34x25 en schijf 35 is van het bord. ]
19...5-10 20.31-27 10-14 21.30-25
[ Met 21.41-37 kan wit een beslissing uitlokken in het centrum. ]
21...8-13 22.41-37 2-7 23.40-34 18-23 24.34-30 7-11 25.39-33 13-18 Zwart transporteert overtollig materiaal van de lange naar de korte vleugel en negeert de achtergebleven schijf 15. Gezien de tempoverhoudingen een opmerkelijke beslissing. Hij staat immers slechts anderhalf tempo naar achteren.
[ In aanmerking komt 25...14-20 26.25x14 9x20 27.30-25 4-9 28.25x14 9x20 met de bedoeling twee vleugel controle na te streven. Omdat wit het blokkie van cocky heeft, kan hij daar weinig tegen doen. De tempoverhoudingen zijn daardoor minder belangrijk. Afhankelijk van hoe het staat, kun je het kantelpunt voor de tempi bij een twee vleugel controle op 4 en 8 tempi leggen. De mogelijke opstoot naar veld 22 maakt het verschil. Wie er voordeel heeft is onduidelijk, maar de stand is zeer interessant. ]
26.43-39 9-13 27.39-34 4-9 28.34-29 Wit draait het goede tempo om. D.w.z. als wit andermaal veld 30 weet te beeiken en de Ghestemdoorstoot weet te vermijden, heeft hij het goede tempo. 23x34 29.30x39 18-23 30.39-34 21-26 31.34-30? Hierna wordt de witte lange vleugel overrompeld.
[ Het soort afwikkeling 31.49-43?!
A) 31...24-30? 32.35x24 19x39 33.28x17 11x31 34.43x34 wordt op dit niveau zelden toegelaten. Het is echter zeer bedenkelijk voor zwart. Om op 31 te komen is er een schijf ingegaan. Om op dam te komen moet er nog een schijf in, terwijl wit een vangstelling heeft en andere middelen om de doorbraak te stoppen.
B) De poging tot twee vleugel controle te komen via 31...14-20 32.25x14 9x20 faalt op 33.34-30 20-25 34.28-22 25x34 35.22-17 11x31 36.33-29 24x33 37.38x7 met een zeer gunstig afspel voor wit.
C) Na 31...13-18 32.43-39 9-13 heeft wit een veelbelovende klassieke positie. Niet geweldig is 33.34-30? ( Wel goed is 33.48-43! 12-17? 34.25-20 14x25 35.34-29 23x34 36.39x30 25x34 37.27-21 16x27 38.32x14) 33...12-17 34.28-22 17x28 35.33x22 3-8 36.38-33!? ]
31...13-18 32.49-43 Wit blokkeert de Ghestem, maar krijgt last van de zwarte formatie 6,11,17. 12-17 33.37-31 26x37 34.42x31 9-13! 35.48-42 17-21 36.28-22!? Paniek...
[ Een ander idee is 36.43-39 21-26 37.42-37 3-8 38.39-34 8-12 39.34-29 23x34 40.30x39 en de hangende schijf op 31 is vaak minder belangrijk, dan de tempi. Die zijn zwaar in het voordeel van de witspeler, als hij naar 22 mag. Na 18-23 ontdoet wit zich van de hangende schijf op 31 via 41.27-22 en er kan volgen 11-17 42.22x11 16x7 43.50-45 (43.28-22!) 43...7-11 44.45-40 12-17 45.31-27 13-18 46.28-22 17x28 47.33x13 19x8 48.39-33 8-13 49.33-28 13-19 50.40-34 11-16 51.38-33 6-11 Wit moet remise maken met 35-30 en 33-29. ]
36...21-26 37.42-37 3-8 38.43-39 8-12 39.33-28 11-17 40.22x11 16x7 41.38-33 7-11 42.39-34 11-16 De wat vreemde opstelling van de witte lange vleugel is minder erg dan het eruit ziet.
[ Na 42...12-17 43.50-44 17-22 44.28x17 11x22 45.34-29 23x34 46.30x39 wint wit. ]
43.34-29
[ Na 43.50-45 6-11 44.34-29 23x34 45.30x39 11-17 heeft wit het zelfde probleem als in de partij. ]
[ Uitspelen van de tempi via 43.50-44 6-11 44.44-39 11-17 45.28-22 17x28 46.33x22 24-29! werkt niet. ]
43...23x34 44.30x39 16-21 45.27x16 14-20 46.25x23 18x36 47.39-34
[ 47.28-22 ]
47...13-18 48.50-45 26-31 49.37x26 36-41
0-2 (0.05/0.08)












(625954) Stap,van der,P.J. (Peter) - Bastiaannet,J.P. (Johan)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.32-28 17-22 2.28x17 11x22 3.37-32 6-11 4.41-37 12-17 5.46-41 8-12 De zwartspeler heeft al jaren niet meer actief gespeeld. Vrijwel niemand speelt het meer zo.
[ Ambiteuze zwartspelers geven de voorkeur aan 5...7-12 6.34-29 2-7 7.40-34 19-23 met de Schwarzmanvariant. ]
6.34-29 Dit is de normale zet.
[ Ambiteuze zwartspelers vinden de afwikkeling 6.35-30 20-25 7.32-28 18-23 8.40-35 23x32 9.38x18 13x22 10.30-24 19x30 11.35x24 nogal vervelend. ]
[ Het voornaamste alternatief is 6.32-28 16-21 7.31-26 21-27 en er kan van alles t.w. diverse vormen van randschijvenspel en de grootschalige omsingeling ingeleid met 35-30-25. ]
6...19-23
[ 6...2-8 ]
7.40-34 Dit is de normale zet.
[ Er wordt ook wel 7.32-28 23x32 8.37x28 gespeeld. ]
[ Als vervelend geldt 7.31-27 22x31 8.36x27 23x34 9.39x30 20-25 10.44-39 25x34 11.39x30 15-20 en wit heeft tempi tegenover een mooie klassieke positie voor zwart. ]
7...14-19 8.45-40 10-14 9.32-28 23x32 10.37x28 16-21 11.31-26 5-10
[ Het alternatief is 11...11-16 12.28-23 19x28 13.29-24 20x29 14.34x32 21-27 15.32x21 16x27 16.41-37 en vrijwel elke zwartspeler schakelt over op randschijvenspel met 27-31 17.36x27 22x31 Gezien de richting van het spel, staat wit daarna niet onverdienstelijk. ]
12.41-37 3-8 13.37-31 Deze zet wordt regelmatig gespeeld. Het geeft in de varianten na 19-23x23 de zwarte korte vleugel 'support'.
[ Een ander systeem is 13.37-32 11-16 14.42-37 7-11 15.37-31 ( Op 15.48-42 19-23 16.28x19 14x23 17.35-30 20-25 18.40-35 21-27 19.32x21 16x27 heeft zwart iets wat je een aanval zou kunnen noemen.) 15...21-27 16.32x21 16x27 17.28-23 19x28 18.29-24 20x29 19.34x21 22-28 20.33x22 18x16 en er ontstaat een klassieke positie, die volgens de moderne opvattingen beter is voor wit. DE computer weet dat echter nog niet. ]
13...1-6? Zwart mist het wachtwoord. De zwartspeler was indertijd een liefhebber van een korte vleugel opsluiting.
[ Na 13...19-23! 14.28x19 14x23 heeft hij het centrum en schijf 31 geeft zijn overladen korte vleugel 'support'. ]
[ Ook interessant is de Roozenburg 13...20-24 14.29x20 15x24 en in vergelijking met de Schwarzmanvariant staat schijf 3 op 2. Dat is volgens de hedendaagse grootmeesters wat jammerlijk, omdat de formatie 3,9,14 cruciaal is om de witte omsingeling te smoren. ]
14.38-32 11-16 15.43-38 7-11 16.31-27 22x31 17.36x27 20-24
[ De bevrijding 17...17-22 faalt op 18.28x17 11x31 19.26x17 12x21 20.29-24 ]
[ Via 17...19-23 18.28x19 14x23 19.33-28 17-22? is zwart ook niet los, vanwege 20.28x17 11x31 21.26x17 12x21 22.29-24 20x29 23.42-37 met vernietiging. ]
18.29x20 15x24 19.49-43?
[ Wit kan het zijn tegenstander lastiger maken met 19.47-41 en de bevrijding 17-22? (19...2-7) 20.26x17 22x31 21.41-37 12x21 22.37x17 11x22 23.28x17 zou zwart best eens een stuk kunnen kosten. ]
19...17-22! Dit is de bedoeling. Zwart komt zo een groot aantal tempi voor. 20.28x17 11x31 21.26x37 6-11 22.33-28 11-17 23.39-33 18-22 24.44-39 21-27 25.32x21 17x26 26.28x17 12x21 27.34-30
[ Een andere mogelijkheid is 27.37-31!? 26x37 28.42x31 en wit heeft de helft van de eerder verloren tempi terug. Je kunt je echter afvragen of zoiets zinvol is. De schijven 26,21,16 dragen een root aantal tempi, maar ze hebben geen byte. Het ruilen ervan wint tempi, maar ontdoet zwart van een aantal volstrekt overbodige stukken. ]
27...13-18 28.50-44 8-13 29.40-34 2-8 30.30-25 19-23!? Dit helpt de witspeler.
[ Na 30...10-15 of 8-12 komt wit moeilijk verder met de aanval tegen de zwarte lange vleugel. ]
31.34-29 23x34 32.39x19 14x23
[ De strijd is links. In aanmerking komt 32...13x24 ]
33.44-39 8-12 34.39-34 12-17 35.35-30!? Veld 35 is belangrijk voor wit.
[ Logischer is 35.25-20 ]
35...13-19 36.34-29 23x34 37.30x39 17-22 38.33-29 10-14 39.29-24!? Blijmoedig geeft wit tempi. Doordat zoveel zwart materiaal op de korte vleugel geen byte heeft, is dat niet belangrijk. Wel belangrijk is de controle op de korte vleugel. Daar doet deze zet weinig aan. 19x30 40.25x34 14-19 41.39-33 9-14 42.33-28 Het meenemen van schijf 22 helpt de zwartspeler. Waarschijnlijk is het nodig om enige aanwezigheid aan de korte vleugel zeker te stellen. 22x33 43.38x29 14-20 44.43-38
[ 44.34-30? 19-23! ]
44...19-23! Hierna heeft zwart controle aan de lange vleugel. 45.38-33 4-10
[ Een ander idee is 45...21-27 46.47-41 27-31 47.41-36 20-25 48.36x27 25-30 49.34x25 23x34 en de witte tegenaanval met 50.33-28 34-40 51.28-22 is op tijd. ]
46.47-41 10-15 47.33-28 23x32 48.37x28 20-24 49.29x20 15x24 50.41-37 18-22 51.28x17 21x12 52.37-31 26x37 53.42x31
1-1 (0.06/0.20)












(625955) Ndjofang,J. (Jean-Marc) - Luteijn,F.C. (Frits)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.33-28 Mijn tegenstander besteedde veel tijd aan de opening. Hij wilde kennelijk erg graag winnen. 18-23 Deze zet had ik ook gespeeld op de openingszet 1.32-28.
[ Een ander idee is flankspel via 1...18-22 ]
2.38-33 Deze zet is meestal bedoeld om de symmetrische varianten te ontwijken via 42-38, en 47-42 op de volgende zet. 12-18
[ Er wordt hier ook wel 2...17-21 3.31-26 21-27 4.32x21 16x27 gespeeld. ]
3.31-27 Wit verandert zijn plannen.
[ Moderne grootmeesters spelen hier meestal 3.42-38 om de symmetrische varianten van de Hollandse opening te ontwijken. In de variant 7-12 4.47-42 1-7 moet wit een lastige beslissing nemen. Na 5.31-27 17-21 heeft wit problemen met de ontwikkeling van de lange vleugel. ]
3...7-12 4.43-38 1-7!? Dit is een zet afkomstig van Ton Sijbrands. De bedoeling is om op 37-31 de Molimarduitval 23-29xx29 te doen zonder een stuk op 21. Pas als wit dwingt met 41-37 gaat zwart naar 21. Dat heeft in bepaalde varianten voordelen ten opzichte van de hoofdvariant. In alle andere varianten is het vroegtijdig opspelen van schijf 1 bezwaarlijk. Zo ook in deze partij.
[ De hoofdvariant is 4...17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 1-7
A) 9.41-37 21-26 10.39-33 19-24 ( In aanmerking komt 10...14-20 11.33x24 20x29 en er ontstaan andere varianten.) 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.28-23 13-18 14.39-34 18x29 15.34x23 8-13 16.40-34 20-24 17.32-28 13-19 18.43-39 15-20 19.37-32 26x37 20.42x31 11-17 21.27-22 (21.31-26) 21...10-15 22.22x11 6x17 23.32-27 9-13 24.27-22 7-11 25.34-29 2-7 zoals gespeeld werd in de partijen de Graaf - Luteijn en van Marle - Luteijn. Beide partijen liep na enorme verwikkelingen remise.
B) Als lastig geldt de achterloop 9.39-34!? Evenwel Gantwarg is van mening, dat zwart na 19-23 10.28x19 14x23 11.31-26 10-14 12.26x17 11x31 13.36x27 14-20 volkomen bevredigend staat. De opstelling van de witte korte vleugel is weinig flexibel. Het is niet eenvoudig daar verbetering in te brengen. ( Na 13...13-18 heeft wit de oversteek 14.35-30) ]
5.49-43
[ De zwarte bedoeling is 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 en de als lastig beschouwde achterloop 39-34 zit er niet in. Na 8.39-33 14-20 9.33x24 20x29 10.44-39 10-14 11.40-34 29x40 12.35x44 staat schijf 17 nog niet op 21 en hoeft zwart niet achter te lopen met 21-26. Hij krijgt dan een mooie klassieke positie zonder veel tempi weg te hoeven geven. ]
5...17-21 Zwart persisteert.
[ Via 5...20-24 kan zwart aansturen op een Hooglandvariant met 6.37-31 ( Ik ging er tijdens de partij vanuit, dat wit verder zou gaan met 6.34-30 en ook zwart is niet blij.) 6...14-20
A) 7.41-37 10-14 8.34-29 23x34 9.40x29 20-25 10.29x20 15x24 11.27-22 18x27 12.31x22 5-10 zoals Gantwarg talloze malen behandeld heeft op de Masterclass.
B) Een bizarre mogelijkheid is 7.27-22 18x27 8.31x22 24-29! ( Na 8...10-14 kan wit zeer scherp spel op het bord brengen met 9.34-30 zie de partij Sijbrands - van Dijk uit Topprestaties op het dambord.) 9.33x24 20x29 en het bord gaat leeg. ]
6.34-30 Wit heeft ruim twintig minuten nagedacht over deze stelling. Enige aanleiding voor deze zet is er m.i. wel.
[ De hoofdvariant is 6.37-31!? en zwart heeft twee interessante mogelijkheden t.w. 21-26 en 23-29. Na 21-26 heeft wit een probleem.
A) Matig is 7.33-29!? 26x37 8.42x31 11-17! 9.39-33 17-22 10.28x17 12x21 11.44-39 ( Op 11.27-22? 18x27 12.29x18 13x22 13.31-26? 22-28 14.33x31 20-24 15.26x17 24-29 16.34x23 19x26 wint zwart materiaal.) 11...7-11 (11...21-26? 12.32-28! 23x21 13.29-24) 12.33-28 21-26 en zwart staat bevredigend.
B) Ik maakte mij wat zorgen over 7.34-29 26x37 8.42x31 23x34 9.40x29 Daar is volgens de computer geen reden voor.
C) Na 7.34-30 26x37 8.42x31 heeft zwart onder andere de opstoot 23-29!? 9.33x24 20x29 10.30-25 ( De afwikkeling 10.39-33 11-17 11.33x24 18-22 12.27x18 13x42 is bevredigend voor zwart.) 10...19-23 11.28x19 14x23 heeft zwart een mooie ontwikkeling.
D) Op 7.41-37 23-29 ontstaat de hoofdvariant van de Molimarduitval. ]
6...21-26!? De zwarte bedoeling met deze zet werd bij nader inzoien niet doorgezet. Het is daarom een matige zet.
[ Gebruikelijker is 6...20-25 ]
[ of 6...20-24 ]
7.30-25
[ Na 7.37-31 26x37 8.42x31 heeft zwart desgewenst 23-29 9.33x24 20x29 ]
7...20-24
[ De aanvankelijke bedoeling van zwart was 7...11-17 8.40-34 17-22 9.28x17 12x21 met een soort half open klassiek. Echter als wit klassiek verder gaat, dan heeft zwart niets. ]
8.37-31*
[ Na 8.39-34 24-29 9.33x24 19x39 10.44x33 11-17 11.28x19 14x23 ontstaat een half open klassieke positie. Zwart staat dan volkomen bevredigend. ]
[ 8.40-34? 24-29! ]
8...26x37 9.42x31 14-20 10.25x14 9x20 11.41-37 10-14 12.39-34 4-9 13.44-39
[ Wit kan de inval op 29 voorkomen met 13.47-42 5-10 14.44-39 24-29 15.33x24 20x29 16.50-44 en 18-22!? 17.27x18 13x33 18.39x28 is volkomen bevredigend. ]
13...5-10
[ Aanvankelijk was het de bedoeling 13...24-29 14.33x24 20x29 te spelen.
A) Echter na 15.47-42 18-22 16.28x17 12x21 17.31-26 staat wit bevredigend.
B) Een grote ruil is 15.27-22 18x27 16.32x21 ( Na 16.31x22 16-21! staat zwart bevredigend.) 16...23x41 17.46x37 16x27 18.34x23 19x28 19.31x33 ]
14.47-42 20-25
[ Na 14...24-29 15.33x24 20x29 16.50-44 staat wit bevredigend. ]
15.27-22!? Een testzet.
[ Ik had 15.50-44 lastiger gevonden.
A) Het probleem is dan 15...14-20 16.27-22 18x27 17.31x22 en er dreigt schijfwinst via 10-14? ( Na 17...12-18 18.37-31 18x27 19.31x22 10-14 20.34-29 23x34 21.40x29 heeft wit het centrum.) 18.22-17! 11x22 19.28x17 12x21 20.34-30 25x34 21.40x18 13x22 22.33-29 24x33 23.39x26
B) De opstoot 15...23-29 16.34x23 18x29 werd wellicht als een bezwaar gezien. Na
B1) 17.28-22 19-23 staat zwart bevredigend.
B2) Een probleem is, dat wit beschikt over de afwikkeling 17.27-22 25-30 ( of 17...14-20 18.31-27 10-14 19.46-41) 18.31-27 15-20 19.28-23 19x17 20.27-22 17x28 21.32x25 ]
15...18x27 16.31x22 24-30 Aangewezen.
[ Na 16...15-20 17.50-44
A) 17...23-29? 18.34x23 10-15 19.33-29 24x33 20.38x29 is zwart gewoon een stuk kwijt.
B) 17...10-15? 18.22-17!
C) 17...12-18 18.37-31 18x27 19.31x22 10-15 20.33-29 (20.34-29 23x34) 20...24x33 21.38x18 ]
17.35x24 19x30 18.28x19 14x23 19.46-41 10-14 20.50-44 14-20 De stand is ongeveer gelijk, maar het speelt niet gemakkelijk voor zwart. Concentratie is geboden. Het wachten is op het moment, dat wit schijf 23 ruilt. 21.36-31!? Een speculatieve zet.
[ Het verplaatsen van de voorpost via 21.33-29 12-17 22.29x18 17x28 23.32x23 13x22 leek mij redelijk voor zwart. ]
21...12-18 22.41-36
[ Een andere mogelijkheid is 22.31-27 7-12 23.33-28 23-29 24.34x23 18x29 25.40-35 30-34 26.39x30 25x34 ]
22...18x27 23.31x22 16-21 24.36-31!? Eveneens nogal speculatief.
[ De normale voortzetting is 24.34-29 23x34 25.40x29 en het staat ongeveer gelijk. ]
24...21-26 25.31-27 9-14 26.34-29!? Wit speelt nu wel de normale zet. Het ziet er beter uit dan het is. Sw talrijke zwarte randschijven zijn relatief eenvoudig te activeren.
[ Een mogelijkheid is 26.33-28 14-19 27.38-33
A) 27...7-12!? 28.27-21 26x17 29.33-29 2-7 30.29x9 3x14
B) 27...8-12 28.33-29 12-18 (28...3-9 29.29x18 12x23) 29.29-24 20x29 30.37-31 26x37 31.32x41 23x21 32.34x1 ]
26...23x34 27.40x29 7-12 28.32-28 30-35 29.29-23 14-19 30.23x14 20x9 31.39-34 13-19 De zet 12-18 heeft nu weinig zin, omdat wit gemakkelijk naar 23 ruilt. Daarom activeert zwart overtollig materiaal van de korte vleugel. 32.33-29 8-13 33.45-40 2-8 34.43-39 19-24 35.29x20 25x14
[ Weinig effectief is 35...15x24 36.34-29 24x33 37.38x29 12-18 38.39-34 en wit komt ongestoord tot 29-23x23. ]
36.38-33 14-19 37.33-29 19-24 38.29x20 15x24 39.42-38 13-19 40.38-33 8-13 41.48-42
[ Na 41.34-29 3-8 42.29x20 19-23 43.28x19 13x15 garandeert de zwakke schijf op 22 zwart de remise. ]
41...11-16
[ Na 41...12-18 42.34-29 heeft zwart iets. Want 18-23 43.29x18 11-17 44.22x11 13x31 45.40-34 6x17 46.28-23 19x28 47.33x11 is verschrikkelijk. ]
42.42-38 3-8! Deze zet blijkt voldoende.
[ Na 42...6-11 43.34-29 3-8 (43...24-30) 44.29x20 19-23 45.28x19 13x15 heeft wit het verrassende 46.37-31! 26x37 47.27-21 16x18 48.38-32 37x28 49.33x4 ]
43.37-32
[ Mijn tegenstander zat al weer enige tijd op een rantsoen van 1 minuut per zet. Hij heeft het zetje 43.34-29 6-11? ( Houdbaar is 43...12-17! 44.22x11 16x7 45.29x20 19-23 46.28x19 13x15) 44.29x20 19-23 45.28x19 13x15 46.37-31 26x37 47.27-21 16x18 48.38-32 37x28 49.33x4 niet gezien. ]
43...12-18 44.34-29 26-31 45.27x36 18x27 46.29x20 19-23 47.28x19 13x15 48.32x21 16x27
1-1 (0.03/0.21)












(625956) Jager,de,E.A. (Edwin) - Heun,van,P. (Peter)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.32-28 18-23 2.34-29 Deze zet speelt Edwin wel vaker in plaats van het gebruikelijke 33-29. Hij heeft er geen bijzondere bedoelingen mee. 23x32 3.37x28 20-25 4.41-37 15-20 5.46-41!?
[ Met 5.37-32 kan wit de Bronsting hekstelling via 19-24 ontmoedigen met de ruil 35-30x30. ]
5...17-21
[ De Bronstring Hekstelling met 5...19-24 is hier een redelijk plan. ]
6.37-32 21-26 7.41-37 16-21 8.40-34 11-16 9.44-40 7-11 10.50-44 1-7 11.29-24 Nu zwart hardnekkig wegblijft van veld 24 besluit wit tot het plaatsen van een voorpost. 20x29 12.34x23 Een weinig gespeelde actie. Hij is bekend in een variant van de 33-29 17-21 32-28 opening. Hij wordt daar gespeeld, omdat zwart niet eenvoudig de omsingeling kan doorzetten met de zettenreeks 10-15, 15-20, 5-10-15, 20-24, vanwege het slagje naar 10. Hier zijn de tempoverhoudingen anders.
[ Op 12.33x24 19x30 13.35x24 geldt de afwezigheid van schijf 15 als een bezwaar. Het geeft zwart een extra aanvaller tegen schijf 24. ]
12...12-17 In principe een goede zet, mits goed voortgezet.
[ Na 12...10-15 13.40-34 15-20 14.44-40 5-10 15.49-44 10-15 16.31-27 is de zet 20-24 onaantrekkelijk (16...11-17; 16...12-17) vanwege 17.28-22 19x17 18.34-30 25x34 19.39x10 9-14 20.10x19 13x24 en wit neemt schijf 24 onder vuur. De uitwisseling van schijf 24 tegen 27 is in het voordeel van wit. ]
13.31-27 7-12?
[ De enige serieuze zet in deze stand is 13...17-22 en de witte voorpost raakt wat geïsoleerd. ]
[ Na 13...10-15 heeft wit 14.37-31 26x37 15.42x31 gevolgt door 31-26. ]
14.40-34 14-20 Een zeer ongebruikelijke zet.
[ In aanmerking komt 14...10-15 15.44-40 15-20 16.34-29 5-10 17.40-34 10-15 18.27-22 20-24 19.29x20 15x24 20.34-29 ( De computer komt met 20.34-30 25x34 21.39x30 13-18 22.22x13 9x29 23.28-23 19x39 24.30x10 4x15 25.43x23 en de zwarte schijvenverdeling doet pijn aan de ogen.) 20...24-30 21.35x24 19x30 22.39-34 30x39 23.43x34 en het wordt niet veel meer met de zwarte omsingeling. ]
15.23x14 10x19 16.44-40
[ In aanmerking komt 16.47-41 en de computer komt er niet meer uit. Een voortzetting als 9-14 ziet er niet uit. ]
16...12-18?! Zwart maakt er het beste van. Beter sterven in schoonheid, dan onder de voet gelopen worden. 17.49-44? Wit dekt het gat op 44. Lijkt nog niet echt nodig. Direct 37-31x31 is veel logischer. 4-10?
[ De enige zinnige zet is 17...17-22 18.28x17 11x31 19.36x27 en zwart heeft het ergste gehad. ]
18.37-31! 26x37 19.42x31 10-15 20.31-26!? Dit geeft zwart een ontsnapping.
[ Logischer is 20.47-42 en zwart moet verder spartelen. ]
20...5-10?
[ Zwart kan zich herstellen met 20...17-22 21.28x17 11x31 22.26x37 en volgens de moderne opvattingen staat het ongeveer gelijk. ]
21.36-31 Wit wil de bevrijding 17-22 eruit halen. Het middel is erger dan de kwaal. Zwart kan zich bevrijden met 18-22x22 nu of later. Vanzelfsprekend ligt 'later' meer voor de hand. 19-24?
[ Voor de hand ligt het dichten van de gaatjes met 21...10-14 gevolgd door de bevrijding 18-22x22. ]
22.34-30
[ Het consolideren van de opsluiting met 22.47-41 ligt meer voor de hand. ]
22...25x34 23.39x19 13x24 24.43-39
[ De zet 24.40-34 is sneller. ]
24...8-13 25.40-34 10-14 26.34-29
[ 26.47-41 ]
26...14-19 27.45-40 20-25 28.29x20 25x14 29.35-30 Het consolideren van de opsluiting is belangrijk. Na deze zet en de hergroepering staat wit nauwelijks meer beter.
[ Beter is 29.40-34 ]
[ of 29.47-41 ]
29...2-8
[ De bevrijding 29...18-22 30.27x18 13x22 31.31-27 22x31 32.26x37 is geen vetpot voor zwart. ]
30.30-24 19x30 31.28-23 18x29 32.33x35 14-19 33.40-34 9-14
[ Logischer is 33...13-18 gevolgd door 8-13 en 18-22x22. ]
34.48-43 13-18 35.39-33 8-13
[ Na 35...18-23 36.44-39 8-13 (36...23-28 37.32x23 19x28 38.33x22 21x32 39.38x27 17x28 40.47-41) 37.47-41 15-20 heeft zwart weinig te vrezen. Er dreigt 23-28. Na 38.41-36 3-9 39.34-30 20-25 bevrijdt zwart zich. ]
36.44-39 3-9 Deze zet legt zwart vast op de ruil 18-22x22.
[ Na 36...19-24 heeft zwart meer mogelijkheden. ]
37.34-29 19-24 38.29x20 15x24 39.39-34 13-19 40.34-30
[ Op 40.47-42 maakt zwart remise met 24-30 41.35x4 14-19 42.4x22 17x30 43.26x17 11x22 44.27x18 ]
40...18-23 41.33-28* 17-22 42.27x20 14x34 43.26x17 11x42 44.47x38 19-24 45.43-39 34x43 46.38x49 24-29 47.35-30 29-33 48.31-26 9-14 49.49-43 14-19 50.32-27 6-11 51.26-21 19-23 52.30-24 23-29 53.24-19 29-34 54.19-14 33-39 55.43-38 39-44 56.14-9 44-50 57.9-4
1-1 (0.06/0.04)












(625957) Braake,ter,K. (Krijn) - Clerc,R.J. (Rob)
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.33-29 16-21 2.31-26 11-16 3.39-33 Dit is een veel gespeelde zet in deze stand. Hij is gezond, maar niet bijzonder interessant.
[ Scherper is 3.37-31 met
A) Het flankspel 3...6-11 4.31-27 18-22 5.27x18 13x22 uit de partij Gantwarg - Sijbrands.
B) of de korte vleugel opsluiting 3...7-11 4.31-27 19-23 5.35-30 14-19
B1) 6.30-25 10-14 7.36-31 1-7 8.41-36 20-24 9.29x20 15x24 en wit moet kiezen tussen 47-41 en 34-29.
B2) Na 6.40-35 20-24 7.29x20 15x24 8.45-40 10-14 (8...9-14 9.38-33) 9.42-37 5-10 10.37-31 1-7 lijkt zwart niet al teveel moeilijkheden te hebben. ]
3...6-11 4.44-39 19-23
[ De normale voortzetting is 4...1-6 5.50-44 18-22 en er ontstaat een heel ander spelbeeld. ]
5.32-28 23x32 6.37x28 18-22
[ Er wordt hier ook wel 6...20-24 7.29x20 15x24 gespeeld. ]
7.41-37 13-18 8.37-32 Het sluiten van veld 32 ligt voor de hand. Anders zou zwart de ruil 18-23x23 kunnen nemen.
[ De zet 8.28-23 is erg scherp en nooit gespeeld. ]
8...20-24 9.29x20 15x24 10.50-44 14-19 11.46-41 21-27 Dit lokt de afwikkeling naar randschijvenspel uit. 12.32x21 16x27 13.36-31!? Dit is driemaal gespeeld. Wit heeft daarna gelijkspel.
[ Het plan 13.34-30! kan leiden tot een open Roozenburg van het type Drostsysteem. Alleen heeft wit nu een tempo meer. Het verloop 10-14 (13...19-23 14.30x19 23x32!?) 14.30-25 8-13 15.40-34 5-10 16.34-30 10-15 17.39-34 18-23 18.44-40 23x32 19.34-29 12-18 20.29x20 15x24 21.40-34 4-10 22.34-29 10-15 23.29x20 15x24 24.45-40 7-12 25.40-34 is erg kansrijk. De aanval tegen schijf 24 slaat door, want 32-37 26.41x21 22-28 27.33x22 18x16 28.38-33 helpt niet. ]
13...27x36 14.26-21 17x26 15.28x6 10-14 16.34-29!? Deze zet geeft een kansrijke positie uit handen. Wit denkt door veel te ruilen de zo gewenste remise snel te bereiken. Hij ruilt zich als het ware het graf in.
[ Het aangewezen plan is 16.34-30! met het Oostblok (45,40,35,34,30 en 25). Het zwarte steunpunt 24 is dan nauwelijks te handhaven. Als schijf 24 moet wijken, heeft wit een superieure direction in zijn stand.

Opmerking: Gantwarg heeft een plan behandeld, waarbij wit wacht tot hij de kans krijgt de klassieke velden 27 en 28 te bezetten. Dat ligt hier minder voor de hand, omdat hij daarvoor een stuk te weinig heeft in het centrum. ]
16...14-20! Wanneer zwart zomaar het steunpunt 24 laat slopen, dan heeft de witte stelling de juiste direction. 17.29-23 Wit bevrijdt zich onmiddelijk nu het nog kan.
[ Na het normale 17.38-32 komt hij wellicht nooit meer los. ]
17...19x28!
[ De afwikkeling 17...18x29 18.35-30 24x35 19.33x15 is bevredigend voor wit. Zwart krijgt in ruil voor het stuk op 15 zelf nog een extra randschijf op 35. ]
18.33x13 9x18 19.40-34 8-13 20.38-33 2-8 21.43-38 5-10 22.34-30 4-9 23.30x19 13x24 24.39-34 8-13 25.44-39 9-14 26.34-30 3-8 27.30x19 14x23 Zwart verplaatst zijn voorpost naar het centrum. Hij kan niet voor eeuwig de aanval over veld 30 goed opvangen. Het resultaat is in principe niet onredelijk voor wit, als hij de aanval met de korte vleugel weet te handhaven. 28.39-34!? Deze en volgende zet lijken niet de juiste wijze om de witte aanval met de korte vleugel in beweging te houden. De formatie 45,40,34 zou belangrijk kunnen zijn met of zonder de oversteek 35-30-25. In het andere geval dient wit schijf 45 zo snel mogelijk te activeren.
[ Na 28.49-44 13-19 29.44-40 8-13 30.39-34 12-17 31.41-37 komt wit niet verder. ]
[ Dat is ook het geval in het verloop 28.35-30 13-19 29.49-44 8-13 30.30-25 20-24 31.44-40 12-17 en wit komt rechts niet meer verder. ]
[ Omdat beiden andere pogingen falen is het activeren van het achtergebleven stuk op 45 via 28.45-40 aangewezen. Dan kan met de ruil manoeuvre 40-34-29x30 gewerkt worden om de controle over veld 24 te veroveren. ]
28...13-19 29.45-40!? 8-13 30.34-30 20-25 31.40-34 12-17 32.34-29 Wit heeft geen keus. Wanneer hij zich laat blokeren aan de korte vleugel moet hij elders spelen en de randschijven van zwart op 36 en 26 support geven. 25x34 33.29x40 17-22 34.38-32 10-14 35.42-38 22-27 Zwart activeert een overtollige randschijf. Hij heeft geen zinvolle zetten op de rest van het bord. 36.32x21 26x17 37.40-34 17-22 38.35-30 23-28 39.48-42
[ 39.33-29? 28-33! ]
[ Iets flexibeler is 39.41-37 28x39 40.34x43 Het zonder reden spelen van de kroonschijf is vrijwel nooit goed. ]
39...28x39 40.34x43 18-23 41.38-33 7-12 42.43-39 14-20 43.30-25 12-18 44.25x14 19x10 45.39-34 10-14 46.34-30? Hierna breekt zwart door. Het gaat in dit soort standen om de waterlinie. Schijf 33 is daartoe de sleutelschijf.
[ Met 46.49-44 kan hij dat belangrijke punt beschermen. Na 14-20 47.44-40 houdt wit controle aan de korte vleugel. ]
46...23-28! 47.33-29 13-19! 48.41-37
[ 48.29-24!? 19-23 49.24-19 14-20 50.30-24 23x14 51.24x15 ]
48...19-23 49.29-24 23-29 50.24x33 28x39 51.37-32 14-19 52.42-37 18-23 53.30-25 19-24 54.47-42 23-29 55.32-27 22x31 56.37x26 36-41 57.42-37 41x32 58.26-21 32-37 59.21-17 37-41 60.17-12 41-46 61.25-20
[ 61.12-7? 1x12 62.6-1 46-23 ]
[ 61.12-8? 39-44 62.49x40 24-30 ]
61...24x15 62.12-8 46-32 63.8-2 32-16 64.2-30 29-34 65.30-25 16-2 66.25-14 34-40 67.14-37 39-44
0-2 (0.04/0.10)












(625958) Heusdens,R.W. (Ron) - Pasman,N.
v.Stigt Thans - 020, 20-09-2014


1.32-28 17-21 2.37-32 21-26 3.32-27 Deze opening heeft Ron veel gespeeld met zwart. Wit krijgt tempi en een acceptabele opstelling van de lange vleugel. Vermoedelijk moet zwart het daarna hebben van een tempoklassieke speelwijze. Er zijn weinig voor zwart aansprekende voorbeelden bekend. 26x37 4.41x32 11-17 5.46-41 7-11
[ Ron heeft zelf wel geprobeerd verwarring te stichten met zwart via 5...6-11 6.36-31 17-21 7.41-36 ( Gewoon 7.31-26 is speelbaar. Er zit geen Haarlemmer in.) 7...21-26 en wit moet een lastig tempo maken. ]
6.41-37 1-7
[ Na 6...17-21 heeft wit de hergroepering 7.27-22 18x27 8.28-23 19x28 9.33x31 en zijn ontwikkeling is op slag weer volkomen in orde. Schijf 21 geeft hem virtueel tempovoordeel. ]
7.37-31 19-23 8.28x19 14x23 9.42-37 Wit stuurt aan op de Chizhov-vuist. Dat legt grote druk op de zwarte stand. Het is evenwel niet helemaal duidelijk hoe het verder moet als zwart onverstoorbaar verder gaat. Wanneer hij een normaal klassiek centrum weet te formeren dan staat hij goed. Het belangrijkste probleem voor zwart is daarbij de achtergebleven schijf op 5, die niet altijd even eenvoudig in het spel gebracht kan worden. 17-21 Zwart laat zich naar de rand lokken. Dat is speelbaar, maar de witspeler welgevallig.
[ De opbouw 9...10-14 10.47-42 (Chizhov - Prinsenbeek) ( Vaker is 10.34-29 23x34 11.39x30 gespeeld. Schijf 5 dreigt gevangen genomen te worden. Zwart kan daar op de simpelste wijze een oplossing voor zoeken via het nuchtere 20-25 12.44-39 25x34 13.39x30 15-20 en er ontstaat iets vergelijkbaars met Chizhov - Prinsenbeek.) 10...14-19 11.34-29 23x34 12.39x30 5-10 is volkomen in orde voor zwart. ]
10.34-29 23x34 11.39x30 20-25 12.44-39 25x34 13.39x30
[ In aanmerking komt 13.40x29 ]
13...15-20 14.33-28 Een ongewone zet. Wit bezet veld 28, waardoor hij nogal wat controle aan de korte vleugel verliest.
[ Normaal is 14.50-44 vermoedelijk maakte wit zich zorgen over 10-14 15.44-39 5-10 en zwart komt tot een normale klassieke opbouw. Dat is het algemene probleem met chizhov-vuisten. Een nuchtere zwartspeler komt erg gemakkelijk goed weg. ]
14...21-26 15.43-39?! Een positionele lokzet.
[ Na het normale 15.47-42 10-14 krijgt zwart een normale klassieke positie. Die is in verband met de tempi zwaar in zijn voordeel. ]
15...18-22!?
[ Het nuchtere 15...10-14 is beter. ]
16.28x17 12x21 17.50-44 10-14 18.30-25 20-24 19.40-34 5-10 20.47-42 7-12 21.39-33 12-18 Zwart haakt af. De opsluiting is inderdaad geen goed plan voor hem. Er zit erg veel materiaal in de opsluiting. 22.49-43! Wit heeft geen haast om zijn stand te bevrijdenmet 27-22. Daarna kan zwart ruilen en krijgt weer een acceptabele klassieke positie. 10-15 23.45-40?! Deze gruwelijke zet wordt gespeeld, omdat wit toch van plan is alles aan te wenden tegen het zwakke stuk op 24. 14-20? Dit verzwakt het centrum.
[ Als zwart wat wil, dan is 23...13-19 de enige zet. De aanval tegen schijf 24 over 29 slaat waarschijnlijk niet door. Zodra wit naar 22 gaat wordt dat stuk ogenblikkelijk geruild. ]
24.25x14 9x20 25.34-30 Uitputtingstaktiek tegen het zwarte centrum. 3-9 26.30x19 13x24 27.33-28!? Vastleggen van stuk 18.
[ Misschien is het rustige 27.40-34 beter. ]
27...8-13 28.40-34 18-22 29.27x18?! Een opmerkelijke slag. Wit wil spelen tegen de inactieve stukken op de zwarte korte vleugel. 13x33 30.38x29 24x33 31.31-27! Eerst de korte vleugel fixeren. 2-8 32.43-39 8-13 33.39x28 11-17 34.48-43 17-22 35.27x18! Andermaal dezelfde truc om de stukken van de zwarte korte vleugel buitenspel te houden. 13x33 36.36-31! 6-11 37.43-39 11-17 38.39x28 17-22 39.28x17 21x12 40.32-28 16-21 41.42-38 12-17 42.35-30! Opeens verlegt wit de aandacht naar de andere vleugel. 17-22 43.28x17 21x12 44.34-29 9-13 45.30-24 13-18 46.38-32 12-17 47.32-27?! Een opmerkelijke manoeuvre. Het winnen van de ontstane zes om zes is niet eenvoudig en vereist drastiche maatregelen. De pointe van deze zet is, dat wit een tempo wint voor zijn doorbraak. Het wint niet. Maar de tegenstander moet wel al zijn berekeningen overdoen. Er zijn andere mogelijkheden.
[ Een nogal voor de hand liggende zet is 47.24-19!? en het wordt een hardloopwedstrijd naar dam. Zwart mag geen tijd verliezen en doet 20-25 48.29-23 18x29 49.19-13 25-30 50.13-8 29-34 (50...15-20) 51.8-2 4-9 52.2x35 34-40 53.44-39 9-13 54.35x21 26x17= ]
[ Een ander idee is 47.29-23 20x29 48.23x21 26x17 en de zwarte tegenaanval loopt eveneens behoorlijk hard. ]
[ Een volgende mogelijkheid is 47.44-39 20-25 48.39-33 15-20 49.24x15 25-30 50.33-28 18-22 51.15-10 22x24 52.10-5 30-34 53.5-28 34-40 54.28x11 en waarschijnlijk wint het eindspel niet meer. Het is alvast achter het bord lastig te bepalen. ]
47...20-25 48.24-19 15-20 49.19-13 18x9 50.27-21 17-22 51.21-16 25-30
[ Zwart kan een tempo winnen met 51...22-28 52.31-27* ]
52.29-23 9-13 53.16-11 30-34 54.11-7 20-24? Het eindspel hangt op het randje van de winst en de remise.
[ Hetzelfde idee kan gerealiseerd worden met 54...20-25! 55.7-1 (55.7-2 25-30 56.2x35 34-40 57.44-39 40-45) 55...13-19 56.23x14 22-28 57.1x40 28-32 58.37x28 26x37 en schijf 25 blijft op het bord. ]
55.7-1 13-19 56.23x14 22-28 57.1x40 28-32 58.37x28 26x37 59.40-35 37-42
[ Weglopen met 59...24-29? geeft geen verweer tegen 60.35-2! ]
60.35x13 42-47 61.14-9 47-41 62.28-22 4-10 63.9-3 41-47 64.22-17 47-36 65.13-19 36-47 66.19x5
2-0 (0.08/0.01)



All games on this page as PDN here

Generated with Turbo Dambase 5.0