|
(635091) Schwarzman,A. (Alexander) - Luteijn,F.C. (Frits)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015
1.34-29
18-22!?
Wij hebben inmiddels een hele reeks partijen gespeeld met de opening 34-29. Tegen andere spelers kiest hij voor 32-28 of 33-29. Dat heeft waarschijnlijk iets met speelstijl te maken. [ In Cannes won ik met zwart van hem vanuit de opening 1...19-23
2.40-34
14-19
3.45-40
10-14
4.50-45
5-10
5.29-24
20x29
6.33x24
19x30
7.34x25
] [ De meeste andere spelers doen 1...17-22
Dat heeft het bezwaar, dat er na 2.32-28
geen geschikte zet voor zwart is om scherp verder te gaan. Maar Schwarzman zal de zet vermoedelijk niet eens overwegen, omdat zwart diverse minder scherpe zetten heeft, die wit geen kansen geven. ( De variant 2.40-34
11-17
3.45-40
6-11
leidt tot de Keller. Misschien iets voor de volgende keer ?) ] 2.32-28
16-21
3.31-26
Mijn tegenstander gebruikte veel tijd in de opening. Vermoedelijk ging het daarbij niet om de voor de hand liggende keuzes, maar om het maken van een speelplan voor de komende twintig zetten. [ Er wordt hier ook vaak 3.40-34
gespeeld. Na 11-16
zit je dan als witspeler met de vraag of je de ruil 19-23x23 gaat toelaten of niet. ( Een interessante zet is 3...13-18
4.45-40
9-13
5.31-26
met iets vergelijkbaars als het partijverloop. Zwart heeft een stuk van de lange vleugel naar de korte vleugel gebracht. Dat is een enorm verschil met de normale Keller.) ] 3...11-16
4.37-32
Natuurlijk laat wit de ruil 19-23x23 niet toe. 7-11
[ Een belangrijk alternatief is 4...21-27
5.32x21
16x27
Zie ook de partij van der Stap - Mensinga. ] 5.40-34
13-18
6.45-40
9-13
[ Nadrukkelijk geprobeerd de normale zetten te spelen met zwart. In aanmerking komt 6...19-23
7.28x19
14x23
en wit heeft naast het partijverloop ook de stelle opmars 35-30-24. In een partij tegen Sven Winkel reageerde ik met zoiets als 8.35-30
10-14!?
9.30-24
en was direct in grote problemen. Hier gaat het nog wel een beetje na 14-19
10.24x13
8x19
11.29-24
20x29
12.33x13
3-8
en wit is te laat met de korte vleugel opsluiting via 41-37-31-27x27. Wanneer de zetten 1-7 en 41-37 zouden zijn meegenomen staat , dan staat zwart door de dreiging 37-31-27x27 vrijwel plat. ] 7.41-37
19-23
Zwart speelt normale zetten !!! [ Na 7...1-7!?
8.46-41
19-23
9.28x19
14x23
heeft wit extra mogelijkheden. De tijdelijke schijfwinst 32-27 moet gecheckt worden, maar is onzin voor wit. Een mogelijkheid is 10.32-28
23x32
11.37x28
4-9
12.38-32
om te spelen tegen de overladen zwarte korte vleugel. ( Interessant is ook 12.29-23
18x29
13.34x23)
] 8.28x19
14x23
9.46-41
21-27
Uitstel van deze zet geeft wit extra mogelijkheden. 10.32x21
16x27
11.29-24?!
Een opmerkelijke beslissing. Gantwarg is zelden een voorstanden van dit soort acties. Het geeft volgens hem zwart te gemakkelijk het centrum. Schwarzman heeft het regelmatig gespeeld. Evenals Boomstra. In deze concrete stand is het 14 keer gespeeld. In 1997 wist Schwarzman Krajenbrink ermee te verslaan. De partij Andriessen - Gantwarg behandelt op de masterclass had dit verloop. Zwart won, maar stond niet echt erg goed. [ De stormloop 11.37-32
11-16
12.32x21
16x27
13.41-37
vanzelfsprekend gecheckt. Het leek mij niets voor wit resp. het helpt de zwartspeler met de ontwikkeling van de korte vleugel. ( Een mogelijkheid om toch veld 15 te bereiken is 13.35-30
10-14
14.40-35
6-11
15.50-45
14-19!?
16.30-24
19x30
17.34x14
23x34
18.39x30
4-10
19.30-25
10x19
20.25-20
15x24
21.33-28
22x33
22.38x20
De oppositie 5/15 staat niet bekend als erg goed voor het eindspel. Echter voor het eindspel is het middenspel geschapen. Daarin is het centrum belangrijk. Zwart zou voor een gunstig resultaat de partij moeten proberen te winnen voordat er sprake is van eindspel.) ] [ Gantwarg speelt in dit soort standen vrijwel blindelings 11.35-30
10-14
12.40-35
1-7
13.50-45
14-19
en er kan een trampoline op het bord komen via 14.30-24
( Eerst een keertje oplopen met 37-32 om daarna 30-24 te spelen wordt vanzelfsprekend beantwoord met 14.37-32
4-9
15.32x21
22-28
16.33x22
18x16
17.29x18
12x23
en zwart staat gemakkelijker.) 14...19x30
15.34x14
23x34
16.39x30
4-10
17.45-40
( De afwikkeling 17.30-25
10x19
18.25-20
15x24
19.33-28
22x33
20.38x20
19-24
21.20x29
27-32
22.37x28
17-21
23.26x17
11x24
is onzin voor wit.) 17...10x19
18.40-34
en wit heeft de bedoeling het gaatje op 39 te sluiten vanuit veld 48. Dat geeft namelijk interessante damgeefcombinaties als zwart de euvele moed heeft om veld 28 te bezetten. ] 11...20x29
12.33x24
10-14
[ Een totaal ander idee is 12...1-7
13.34-30
13-19
14.24x13
18x9
De stormloop over veld 32 lijkt dan zinloos. Voorts heeft zwart een flexibele positie door de onttrekking van schijf 18 aan het wat statische centrum. De zet 13.34-30 voorkomt, dat wit sterk wordt in het centrum. ] 13.34-30
14-19
Deze zet is in vrijwel alle partijen gespeeld. Opmerkelijk. Want zwart heeft diverse alternatieven. [ Een voor de hand liggende mogelijkheid is 13...14-20
14.39-33
20x29
15.33x24
A) Gevolgd door 15...13-19
16.24x13
8x19
en zwart krijgt naast een berg tempi de mogelijkheid om schijf 2 direct naar het centrum te ontwikkelen. De stand is dan vrijwel gelijk aan de partij, behalve het stuk 2, dat naar het centrum is gegaan. Feitelijk speelt zwart dan met een stuk meer. B) Dappere spelers doen 15...23-28
16.40-34
(16.30-25)
16...5-10
en er ontstaat en interessant gevecht. C) Ook speelbaar is 15...5-10!?
want de schijfwinst 24-20 is niet erg geslaagd. Wel goed is 16.36-31
27x36
17.24-20
15x24
18.30x28
22x33
19.38x29
en de witte stand heeft een betere direction. ] [ De ruil 13...13-19
14.24x13
8x19
is gespeeld in de partij Bakker - Bulatov. Ook dan kan zwart schijf 2 snel naar het centrum ontwikkelen. In de partij komt zwart snel op met schijf 24 en wint tenslotte. Het ziet er allemaal niet overtuigend uit. Heel lang heeft wit m.i. een kansrijke omsingeling. Waarschijnlijk moe je als zwartspeler de oversteek 15-20-14 pas doen als het wint. ] 14.30-25
19x30
15.25x34
5-10
16.35-30
10-14
17.37-31
13-19
Deze stand is driemaal op het bord geweest. De ruil 30-24x25 is hetgeen wit wil. Je kunt dus overwegen hem dat niet te geven. Zowel 1-7 als 4-9 komen in aanmerking. In de partij speel ik langdurig geen 1-7 om altijd een geschikt tempo te hebben als er geslagen moet worden. [ Na 17...4-9
18.50-45!?
1-7
kan wit niet langer wachten en heeft hij het mooie stuk 50 verspild. ] 18.30-24
19x30
19.34x25
8-13
20.38-33
4-9
[ Met 20...13-19
21.42-38
( Een mogelijkheid is 21.39-34!?
en het dichten van veld 13 is niet eenvoudig. Na 23-28
heeft wit diverse zetten. Geen ervan is echt overtuigend.) 21...14-20
22.25x14
19x10
kan zwart zich links bevrijden. Echter de gedroomde oversteek 2-8-13 is nauwelijks te realiseren. ] 21.42-38
Tot hier lopen de beide partijen Schwarzman - Krajenbrink en deze gelijk op. [ In de ander partij ging het verder met 21.40-34
2-8
22.42-38
23-28
23.41-37
1-7
24.44-40
13-19
25.40-35
8-13
26.34-30
18-23
27.30-24
19x30
28.25x34
13-19
29.34-30
dreigt !! 9-13
30.50-44
3-9
31.37-32
28x37
32.31x42
en de zwarte problemen vertoonden enige gelijkenis met die uit de partij. Zwart is er nu wel in geslaagd schijf 2 naar het centrum te ontwikkelen. Het hangende stuk op 9 stemt niet tot blijdschap. Er volgde de combinatieve afwikkeling 12-18
33.44-40
14-20
34.30-25
9-14
35.40-34
23-28
36.34-29
19-24?
(36...7-12)
37.36-31
27x36
38.38-32
28x37
39.42x31
36x27
40.29-23
18x38
41.43x1
] 21...14-19
Zwart wil niet teveel tempi winnen. [ In aanmerking komt 21...14-20
22.25x14
9x20
23.40-34
3-9
en zwart zal met 10 tempi voor relatief snel expansie moeten zoeken. ] 22.40-34
9-14
[ Ook met 22...15-20
23.25x14
9x20
kan zwart naar de 10 tempi situatie promoveren. Het ontbreken van controle over veld 15 is jammer. Te verwachten valt zoiets als 33-29 en 38-33, zoals ook gespeeld werd door de witspeler in soortgelijke situaties tijdens de match om de wereldtitel tegen Chizhov. Als zwart schijf 29 moet ruilen, dan gaat de witte omsingeling fantastisch lopen. ] 23.44-40
14-20
De gedachte achter dit ruilmechanisme is, dat de witte omsingeling aan kracht inboet bij uitdunnen van diens korte vleugel. In de partij lukt dat niet erg. Misshien gaat het beter met schijf 2 op de andere vleugel. [ Zwart wil graag naar 24. Maar hoe dat te realiseren. Na 23...19-24
24.50-45
14-19
25.25-20
wordt de zwarte lange vleugel kaal gegeten. ] 24.25x14
19x10
25.34-30
3-9
26.40-34
9-14
27.50-44
1-7
28.30-25
14-19?
Na de partij maakte Schwarzman een paar opmerkingen. Dat is ongewoon voor hem. Meestal houdt hij zijn strategische ontdekkingen zorgvuldig voor zichzelf. Ook als trainer heeft hij het zelden of nooit over strategie, terwijl hij op het ogenblik werelds sterkste strateeg is. [ Voortzetting van het ruilmechanisme 14-19, 10-14-20 leidt tot niets voor zwart. Echter 28...15-20!
met de dreiging 20-24 is wel een probleem. Wit heeft onvoldoende wachtzetten. Op 29.44-40
( De zetten 29.41-37
10-15
veranderen weinig aan de zaak.) 29...20-24
30.40-35
13-19!
(30...14-19
31.47-42
24-30
32.35x24
19x30
33.25-20
10-15
34.34x25
15x24
staat wit erg goed.) 31.41-37
10-15
32.34-29
23x34
33.39x30
18-23
komt wit moeilijk verder. ] 29.44-40
10-14
30.40-35
23-28
Dit was helemaal niet de bedoeling. Maar zwart heeft nauwelijks mogelijkheden zonder deze zet. [ Op 30...15-20
31.33-29
19-24
32.38-33
13-19
33.34-30
23x34
34.33-28
22x44
35.31x13
19x8
36.30x10
44-50
37.25x14
is het afspel zorgelijk voor zwart. ] [ Na 30...14-20
31.25x14
19x10
32.35-30
blijft wit komen. Bv 15-20
33.30-25
10-14
34.34-29
23x34
35.39x30
18-23
36.30-24
20x29
37.33x24
12-18
38.24-20
2-8
39.20x9
13x4
40.25-20
8-13
vertoont enige gelijkenis met het partijverloop. Niet onbelangrijk is, dat wit nu ongeveer vijf tot tien zetten langer onderweg is, voordat hij er rechts doorheen is. ] [ In de partij blijkt de zet 30...2-8
noodzakelijk. Daar kun je dus beter mee beginnen. Volgens de witspeler maakt het niet veel uit na 31.33-29
met de dreiging 29-24 op de volgende zet en schijf 8 is gevangen. ] 31.41-37
2-8
[ De planning was 31...18-23
maar dan moet je wat hebben op 32.33-29
13-18
(32...12-18?)
33.38-32
(33.39-33?)
33...27x38
34.43x32
De enige 'houdbare' zet is volgens de computer 15-20?!
] [ Zettenwisseling geeft 31...19-23
32.33-29
] 32.37-32
28x37
33.31x42
18-23
34.34-29
23x34
35.39x30
13-18
[ Het probleem voor zwart is het zetje 35...19-23?
36.33-28!
] 36.30-24
19x30
37.35x24
18-23?
Dit is volgens de witspeler de verliezende zet. Zelf ging ik er blindelings vanuit, dat de afwikkeling uit de partij voldoende tegenspel zou bieden, omdat wit nogal lang onderweg lijkt te zijn om er doorheen te lopen. Dat had ik beter moeten controleren. De zwarte tegenaanval is ruim 5 zetten te laat. [ Voldoende verdediging geeft 37...8-13!
38.24-20*
( Andere zetten heeft wit niet. Bv 38.33-28
22x33
39.38x29
17-22
doet niets.; Op 38.33-29
13-19
39.24x13
18x9
dreigt 27-32x34/27-31x34= en wit heeft geen 40.29-23
vanwege 9-13
gevolgd door 13-18 (of 13-19).) 38...15x24
39.33-28
22x33
40.38x9
13x4
en andermaal probeert wit er rechts doorheen te lopen. Hij is evenwel tenminste vijf zetten langer onderweg om veld 5 te bereiken. ] 38.24-19
23-28
39.19x10
15x4
40.25-20
28x39
41.43x34
22-28
42.34-30
8-13
Wanhoop. Een poging om wit te verleiden tot het winnen van een schijf via 20-14-9. [ Ook na 42...28-32
43.20-14
32x43
44.49x38
12-18
45.30-24
is de witte opmars onstuitbaar. ] 43.30-24
17-22
44.20-14
11-17
45.24-20
12-18
46.20-15
[ Na 46.14-9
13-19
47.9-3
28-32
48.3x21
27x16
49.38x27
22x31
50.36x27
heeft zwart wellicht wat aanval tegen de witte korte vleugel. De computer geeft het meer dan 1.00 voor wit. ] 46...18-23
47.14-10!
[ Remise is 47.14-9?
13-19
48.9-3?
28-32
49.3x21
32x43!
50.21x32
22-28
51.49x38
28x37
52.42x31
en zwart gaat er moeiteloos doorheen. ] 47...7-12
48.10-5
13-19
49.49-43
6-11
50.38-33
28x39
51.43x34
2-0 (0.06/0.25)
|