Terug en Home












(635088) Gantvarg,A. (Anatoli) - Jong,de,I.W. (Ivo)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.29-24?! Dit schema wordt op het ogenblik door Gantwarg onderzocht om tegenspel te krijgen in de witte Keller. Op de masterclass zijn vier voorbeelden van deze opening getoond. Ook Ron Heusdens speelde dit schema.
[ De Chizhov-ruil 6.32-28 19-23 7.28x19 14x23 8.35-30 ( De opstoot 8.29-24 20x29 9.33x24 10-14 10.34-30 14-20 11.39-33 20x29 12.33x24 13-19 13.24x13 8x19 is een teleurstelling gebleken voor wit.) 8...10-14 9.30-24 5-10 10.37-31 20-25 11.24-20 15x24 12.29x20 22-27 13.31x22 17x28 14.26x17 12x21 15.33x22 18x27 wordt algemeen gezien als veel beter voor zwart. ]
6...19x30 7.35x24 20x29 8.34x23 18x29 9.33x24 13-18 10.38-33 9-13 11.33-29 14-20 12.29-23 20x29 13.23x34 10-14 14.34-30 Dit is een relatief nieuwe zet. Alle topspelers experimenteren ermee.
[ Het randschijvenspel 14.42-38 5-10 15.48-42 4-9 16.34-30 14-19 17.36-31 10-14 18.31-27 22x31 19.41-36 21-27 20.32x21 17-22 21.36x27 22x31 is een groot aantal malen gespeeld. Er gaat nogal wat materiaal van het bord. In de praktijk is het zelden uitgeslagen. ]
14...5-10 15.42-38 14-19 16.40-34 10-14 17.30-24?! Dit is een speciale zet. De kern van een nieuwe generatie met tegenspel voor wit in deze opening. Hij verzwakt hiermee de zwarte lange vleugel en maakt ruimte voor de opmars naar 29. Het is een aantal malen gespeeld door Boomstra. 19x30 18.34x25 4-9 19.47-42 Dit is een belangrijke beslissing. Er zijn andere zetten mogelijk.
[ In de partij Watoetin - Stokkel volgde 19.44-40!? (Deze zettenreeks van Watoetin vindt Gantwarg minder optimaal) 14-19 20.40-34 9-14 21.34-29
A) De zeer ervaren zwartspeler besloot terecht tot het behoedzame 21...19-23! 22.39-34 en had een in principe gezonde aanval. Voor het tegenhouden van deze achterloop ligt het sluiten van veld 47 dus voor de hand.
B) In de partij Watoetin - Mensinga bleek de witte bedoeling met een zet als 48-42. Er volgde: 21...22-28? 22.32x23 19x28 23.48-42 21-27? 24.38-32 27x38 25.43x23 13-19 26.42-38 19x28 27.26-21 17x26 28.37-31 26x37 29.41x23 8-13 30.46-41 11-17 31.41-37 17-22 32.45-40 7-11 33.40-35 11-16 34.35-30 16-21 35.49-44 6-11 (35...21-27? 36.36-31! 27x36 37.47-41 36x47 38.30-24 47x33 39.39x10 15x4 40.23x12) 36.39-34!! 21-27 (36...3-8? 37.38-33! 13-19 38.44-39 19x28 39.25-20 15x35 40.34-30 35x24 41.29x9) 37.30-24 3-8 38.25-20 14x25 39.37-31 11-16 40.31-26 22-28 41.23x21 16x27 en wit won het afspel. ]
[ Er is ook wel de zet 19.48-42 gespeeld. Gantwarg is geen voorstander van het lichtvaardig opspelen van de kroonschijf. Hij speelde het de vorige wedstrijd tegen Klarenbeek en had spijt als haren op zijn hoofd. Het daar verder met 13-19 20.39-33!? ( Een betere kans is 20.37-31! en zwart kan naar veld 28, maar staat daar niet echt lekker.) 20...8-13 21.32-28 11-16 ( Na 21...21-27 heeft wit de snelle aanval tegen schijf 27.) 22.44-39 2-8 23.37-31 7-11 24.39-34 19-24 en het gat op 48 gaf flink wat ongemak. ]
19...14-19 Deze stand is nog maar een dozijn keer voorgekomen. Vrijwel alle zwartspelers gaan verder met deze zet. Het idee 14-20x20 uit een correspkndetiepartij Vermin - Luteijn wordt niet serieus genomen.
[ De zet 19...13-19 is eenmaal gespeeld. Het lokt 20.37-31 uit. Volgens Gantwarg is de opstoot 22-28x28 bedenkelijk. Speelbaar is 11-16 en wit moet kiezen tussen de hekstelling en de korte vleugel opsluiting met 31-27x27. Het vereist nauwkeurige planning. Wit staat namelijk nogal wat tempi naar achteren. In de partij Verdel - de Hoon volgde 22-28!? 21.32x23 19x28 22.38-32 ( Andere zetten komen in aanmerking, zoals 22.39-34 gevolgd door 34-29 om druk uit te oefenen tegen de zwarte voorpost. Dat kot vooral goed tot zijn recht als zwart 17-22x21 ruilt om zijn korte vleugel te bevrijden.) 22...28x37 23.41x32 11-16 24.43-38 met een korte vleugel opsluiting. ]
20.39-34 9-14 21.34-29 11-16 Deze exacte positie heeft zich nooit eerder voorgedaan. Volgens Gantwarg is dit geen onredelijke voortzetting.
[ De achterloop 21...19-23? kost een schijf vanwege 22.32-27! ]
[ De opstoot 21...22-28 22.32x23 19x28 Wit heeft aanval over veld 32 en kan indien nodig de voorpost ruilen. De zwarte lange vleugel zonder een schijf op 9 is deerlijk zwak, ]
22.37-31! Deze zet is recentelijk naar aanleiding van de partij tegen KLarenbeek bij hem opgekomen. Hij berust op het feit, dat de opstoot 22-28x28 zeer onplezierig is voor zwart. Na 21-27x27 dreigt hij schijf 27 kwijt te raken. 3-9 Voorbereiding tot activiteiten met de lange vleugel respectievelijk het centrum.
[ Na 22...7-11 is het de witte bedoeling een hekstelling in te nemen met 23.32-27 ( De korte vleugel opsluiting 23.31-27 22x31 24.36x27 is zelden een goed plan. Zwart kan de velden 7 en 9 sluiten en werken met schijf 18. De tempoverhoudingen zijn dan wat bedenkelijk voor zijn tegenstander.) 23...21x32 24.38x27 Door het gaatje op 7 kan zwart daar niet gemakkelijk uit. ]
23.44-39
[ Na 23.44-40 22-28 24.32x23 19x28 heeft wit minder druk tegen de vijandelijke voorpost. ]
23...7-11!? Op deze zet zit Gantwarg te wachten.
[ Een mogelijkheid is 23...19-23! en de actie 24.38-33 ( Na 24.32-27 21x32 25.38x27 23x34 26.39x30 scheelt het een slok op een borrel, dat schijf 7 nog op zijn plaats staat.) 24...23x34 25.39x30 7-11 26.32-28 14-19! 27.30-24 19x30 28.25x34 18-23! 29.28x19 13x24 is niets voor wit. ]
24.32-27 21x32 25.38x27 19-24 26.29x20 15x24 27.42-38 14-19 28.41-37
[ In de partij Boomstra - Ivanov volgde 28.38-33 19-23 (28...2-7!) 29.39-34 9-14 30.41-37 en zwart kan niet langer meer wachten. In de partij volgde de manoeuvre 24-30 31.34-29 23x34 32.43-39 34x43 33.25x34 en de hekstelling was dramatisch voor zwart. Het is niet helemaal duidelijk, waarom Anatoli het anders doet. Het partijverloop is objectief gezien probleemloos voor zwart. ]
28...19-23 29.46-41 9-14
[ Speelbaar is 29...13-19 want de afwikkeling 30.26-21 ( Zettenwisseling geeft 30.37-32) 30...17x26 31.37-32 26x46 32.38-33 22x31 33.36x27 46x28 34.33x4 12-18 35.4x22 11-17 36.22x11 6x17 zal een witspeler niet snel nemen. ]
30.37-32 De kenmerkende zet in de behandeling van de hekstelling door Gantwarg. Veld 32 moet zo snel mogelijk dicht. 13-19
[ De opstoot 30...22-28 31.41-37 17-22 32.38-33 11-17 33.45-40 vereist enige onverschrokkenheid van de zwartspeler. ]
31.41-37 14-20 32.25x14 19x10 33.49-44! De witspeler dacht hij geruime tijd na. Terecht. Er is een kenmerkende hekstellingpositie op het bord gekomen. De stand is niet zondermeer beter voor wit. Het fundamentele probleem voor hem is, dat zijn tegenstander beschikt over 2-7 gevolgd door de ruil 23-28 (of 23-29). Dat is geen winnend plan voor zwart, maar je kunt er wel mee standhouden. Ook heeft zwart geen haast. Hij heeft eerst nog 4 zetten met schijf 10. Schijf 45 is een belangrijk stuk om de strijd te kunnen winnen aan de korte vleugel. 10-15 34.44-40 8-13!? Zwart verbrandt alle schepen achter zich.
[ Nu of later (na 15-20) kan hij zich bevrijden via 34...2-7 gevolgd door 23-28 of 23-29. De witte korte vleugel is dan erg dun. Het zetje 35.32-28 22x35 36.45-40 35x44 37.27-21 16x27 38.31x2 24-29 is niets voor wit. ]
[ Erg voor de hand ligt 34...15-20 35.39-34 20-25 36.43-39 24-30 37.40-35 2-7 38.35x24 23-28 39.32x23 18x20 40.27x18 12x23 en zwart overleeft het avontuur. ]
35.39-34 15-20 36.43-39 13-19 37.40-35 Wit moet de tempi behoedzaam uitspelen.
[ Na 37.39-33 met de bedoeling iets met 34-29 te doen, heeft onvoldoende wachtzetten op 2-8 en 8-13. ]
37...24-29 Zwart probeert zich te bevrijden.
[ Na 37...2-8 38.34-30 8-13 39.48-43 ( Ook geen feest voor zwart is 39.30-25 24-29 40.25x14 19x10 41.39-33 29-34 42.33-29 34-39 43.48-42 23x34 44.38-33 39x28 45.32x23 18x29 46.27x9) 39...20-25 40.39-34 24-29 41.45-40?! moet zwart offeren. Een mens zal niet zo snel 45-40 spelen. ]
38.39-33 29x40 39.45x34! Pure berekening. Wit moet iets doen tegen 19-24 gevolgd door 2-7 en 23-28x29. 2-8 40.35-30!
[ Er zit niets in met 40.34-29 ]
40...8-13
[ De zwartspeler vroeg zich na de partij af of hij toch niet 40...20-24 had moeten spelen. Wit heeft dan de afwikkeling 41.33-29! 24x42 42.34-29 23x25 43.32-28 22x33 44.27-21 16x27 45.31x2 42x31 46.2x38 en de dreiging 38-16 is beslissend. ]
[ Na 40...20-25 41.48-42 moet zwart ook offeren. ]
41.33-29 16-21
[ Het afspel 41...20-24 42.29x20 23-28 43.32x14 13-19 44.14x23 18x40 45.27x7 11x2 is een fractie minder erg dan het partijverloop. ]
42.27x7 12x1 43.32-27 1-7* Er dreigt 27-21. 44.30-24 19x39 45.27-21 23x34 46.21x1
2-0 (0.16/0.04)












(635090) Stap,van der,P.J. (Peter) - Mensinga,M. (Mitchel)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.34-29 18-22 2.32-28 16-21 3.31-26 13-18!? Dit is niet de juiste zet tegen de juiste speler. De ruil uit de partij geeft zwart veel ongemak en het kost maar 1 tempo. Zelf wacht ik met deze zet, totdat wit veld 34 gesloten heeft. Zie mijn partij tegen Schwarzman.
[ Met 3...11-16 kan zwart de tegenstander het lid op het neus zetten. Het toelaten van de twee om twee 19-23x23 zal zelden binnen de bedoelingen van de witspeler liggen. Na 4.37-32 heeft zwart diverse zetten, waaronder 21-27 5.32x21 16x27 6.42-37 ( Het schema 6.38-32 27x38 7.43x32 is erg bekend. Gantwarg heeft het meerdere malen getoond op de masterclass. De meeste spelers zullen waarschijnlijk de voorkeur geven aan het zwarte spel.) 6...6-11*
A) Interessant randschijvenspel ontstaat via 7.36-31 27x36 8.26-21 17x26 9.28x6 De standen met schijf 41 op 42 zijn aan de orde geweest op de masterclass. Er is een lichte voorkeur voor wit. Wanneer hij de gelegenheid krijgt brengt hij schijf 46 als het ware naar 27. In deze stand geeft de ontwikkeling van schijf 46 hem kopzorgen. Het plan met schijf 46 naar 27 zit er niet in zonder dat er een stuk op 41 achterblijft.
B) De variant 7.37-31 1-6 8.48-42 (8.47-42 leidt tot oudere schema's. Zwart moet 20-24x24 ruilen. Met schijf 46 op 48 heeft zwart de afwikkeling 12-18, 41-37 8-12, 37-32 2-8, 19-23 en 22-28x16 met wat gemakkelijker spel.) ]
4.29-23
[ Interessanter is 4.40-34 21-27!? (4...9-13) 5.37-31 met scherp spel. ]
[ Na 4.37-32 11-16 houdt wit de ruil 29-23 achter de hand om dreigingen met 21-27 en 18-23 tegen te gaan. ]
4...18x29 5.33x13 9x18 6.37-32 22x33 7.39x28 11-16 8.41-37 7-11 9.37-31 Zwart staat wat ongemakkelijk door het gapemde gat in het centrum en de overladen korte vleugel. Wit gaat op een korte vleugel opsluiting af.
[ Na 9.44-39 21-27 10.32x21 16x27 heeft zwart weinig problemen. ]
9...14-19 Zwart berust in de opsluiting.
[ Met 9...4-9 10.44-39 9-13 11.31-27 17-22 12.28x17 11x31 13.36x27 14-19 14.26x17 12x21 kan hij zich bevrijden. De resulterende klassieke positie stemt niet tot feestvreugde. ]
[ of 9...8-13 10.31-27 2-8 11.36-31 ]
10.44-39 1-7 11.50-44 10-14 12.46-41 8-13 13.41-37
[ Wit heeft reeds een opsluiting via 13.31-27 4-9 14.41-37 2-8 15.36-31 maar zwart kan rammelen aan de ketens via 18-22 16.27x18 13x33 17.39x28 12-18 ]
13...2-8
[ Niet geweldig is 13...21-27 14.31x22 18x27 15.32x21 16x27 16.37-32 11-16 17.32x21 16x27 18.38-33 19-24 ]
14.38-33 Tegen de dreigende bevrijding 21-27xx27. 4-9 15.43-38 5-10 16.49-43 20-24 17.47-41 Deze zet lijkt overbodig.
[ Met direct 17.40-34 is wit overal een zet eerder mee. De manoeuvre 18-22 18.31-27 22x31 19.36x27 17-22 20.27x18 12x23 21.26x17 11x22 22.28x17 is hier minder geslaagd. Het terugwinnen van schijf 17 baart zorgen. ]
17...18-23 18.40-34 15-20 19.44-40
[ Erg voor de hand ligt 19.34-30 Vanzelfsprekend is de achterloop 20-25 verhindert door de Haarlemmer ingeleid met 44-40, 33-29 en 28-22. Na 10-15 20.30-25 12-18? heeft wit behalve normale zetten als 44-40 of 31-27 ook de opstoot ( Zwart kan zich staande houden met 20...13-18 21.44-40 9-13 22.31-27 17-22 23.28x17 11x31 24.26x17 12x21 25.37x17 7-12 26.36-31 12x21 27.31-27 en de resulterende klassieke positie ziet er niet echt goed uit voor hem. Hij staat vijf tempi naar voren en heeft geen formaties om daar iets aan te veranderen.) 21.28-22 18x27 22.31x22 17x28 23.26x17 11x22 24.33-29 met stukwinst. ]
19...23-29 20.34x23 10-15 21.31-27
[ In aanmerking komt 21.35-30 24x44 22.39x50 en zwart zal zich moeten proberen te redden via de manoeuvre 20-25 23.31-27 14-20 24.23x14 20-24 Dat is ongetwijfeld geen feest voor hem. ]
21...24-30 22.35x24 20x18 23.37-31
[ De standaardactie in dit soort standen is 23.27-22! 18x27 24.28-23 19x28 25.33x31 en zwart is de eerste twinitg zetten nog niet los. ]
23...18-22 24.27x18 13x22 25.31-27? Wit geeft zijn voordeel weg.
[ Eventjes wachten met 25.41-37! brengt de buit vanzelf binnen. Dat berust op de truc 21-27!? 26.32x21 16x27 27.37-32!! 19-24? 28.32x21 24-29 29.33x24 22x35 30.45-40 35x44 31.24-19 14x23 32.43-39 44x33 33.38x18 12x23 34.21x1 Kenmerkend zetje voor de witspeler. ]
25...22x31 26.36x27 12-18 27.41-37 17-22 28.26x17 22x31 29.37x26 11x22 30.28x17 7-11!
[ 30...16-21? 31.32-28! ]
31.42-37 11x22 32.32-28 9-13
[ 32...16-21? ]
33.28x17 16-21 34.17-11 6x17 35.38-32 De stand lijkt nog wel wat, maar dat is gezichtsbedrog. De hangende schijf op 21 is volmaakt veilig.
[ Beter kan wit daarin berusten met het robuustere 35.37-32 ]
35...18-22 36.37-31 13-18 37.43-38 8-13 38.48-43 15-20 39.40-34 20-25 40.45-40 14-20 41.40-35 3-8 42.34-30 25x34 43.39x30 19-24 44.30x19 13x24 45.32-27 21x32 46.38x27 20-25 47.43-38 8-12 48.38-32 25-30 49.32-28 24-29
1-1 (0.02/0.11)












(635091) Schwarzman,A. (Alexander) - Luteijn,F.C. (Frits)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.34-29 18-22!? Wij hebben inmiddels een hele reeks partijen gespeeld met de opening 34-29. Tegen andere spelers kiest hij voor 32-28 of 33-29. Dat heeft waarschijnlijk iets met speelstijl te maken.
[ In Cannes won ik met zwart van hem vanuit de opening 1...19-23 2.40-34 14-19 3.45-40 10-14 4.50-45 5-10 5.29-24 20x29 6.33x24 19x30 7.34x25 ]
[ De meeste andere spelers doen 1...17-22 Dat heeft het bezwaar, dat er na 2.32-28 geen geschikte zet voor zwart is om scherp verder te gaan. Maar Schwarzman zal de zet vermoedelijk niet eens overwegen, omdat zwart diverse minder scherpe zetten heeft, die wit geen kansen geven. ( De variant 2.40-34 11-17 3.45-40 6-11 leidt tot de Keller. Misschien iets voor de volgende keer ?) ]
2.32-28 16-21 3.31-26 Mijn tegenstander gebruikte veel tijd in de opening. Vermoedelijk ging het daarbij niet om de voor de hand liggende keuzes, maar om het maken van een speelplan voor de komende twintig zetten.
[ Er wordt hier ook vaak 3.40-34 gespeeld. Na 11-16 zit je dan als witspeler met de vraag of je de ruil 19-23x23 gaat toelaten of niet. ( Een interessante zet is 3...13-18 4.45-40 9-13 5.31-26 met iets vergelijkbaars als het partijverloop. Zwart heeft een stuk van de lange vleugel naar de korte vleugel gebracht. Dat is een enorm verschil met de normale Keller.) ]
3...11-16 4.37-32 Natuurlijk laat wit de ruil 19-23x23 niet toe. 7-11
[ Een belangrijk alternatief is 4...21-27 5.32x21 16x27 Zie ook de partij van der Stap - Mensinga. ]
5.40-34 13-18 6.45-40 9-13
[ Nadrukkelijk geprobeerd de normale zetten te spelen met zwart. In aanmerking komt 6...19-23 7.28x19 14x23 en wit heeft naast het partijverloop ook de stelle opmars 35-30-24. In een partij tegen Sven Winkel reageerde ik met zoiets als 8.35-30 10-14!? 9.30-24 en was direct in grote problemen. Hier gaat het nog wel een beetje na 14-19 10.24x13 8x19 11.29-24 20x29 12.33x13 3-8 en wit is te laat met de korte vleugel opsluiting via 41-37-31-27x27. Wanneer de zetten 1-7 en 41-37 zouden zijn meegenomen staat , dan staat zwart door de dreiging 37-31-27x27 vrijwel plat. ]
7.41-37 19-23 Zwart speelt normale zetten !!!
[ Na 7...1-7!? 8.46-41 19-23 9.28x19 14x23 heeft wit extra mogelijkheden. De tijdelijke schijfwinst 32-27 moet gecheckt worden, maar is onzin voor wit. Een mogelijkheid is 10.32-28 23x32 11.37x28 4-9 12.38-32 om te spelen tegen de overladen zwarte korte vleugel. ( Interessant is ook 12.29-23 18x29 13.34x23) ]
8.28x19 14x23 9.46-41 21-27 Uitstel van deze zet geeft wit extra mogelijkheden. 10.32x21 16x27 11.29-24?! Een opmerkelijke beslissing. Gantwarg is zelden een voorstanden van dit soort acties. Het geeft volgens hem zwart te gemakkelijk het centrum. Schwarzman heeft het regelmatig gespeeld. Evenals Boomstra. In deze concrete stand is het 14 keer gespeeld. In 1997 wist Schwarzman Krajenbrink ermee te verslaan. De partij Andriessen - Gantwarg behandelt op de masterclass had dit verloop. Zwart won, maar stond niet echt erg goed.
[ De stormloop 11.37-32 11-16 12.32x21 16x27 13.41-37 vanzelfsprekend gecheckt. Het leek mij niets voor wit resp. het helpt de zwartspeler met de ontwikkeling van de korte vleugel. ( Een mogelijkheid om toch veld 15 te bereiken is 13.35-30 10-14 14.40-35 6-11 15.50-45 14-19!? 16.30-24 19x30 17.34x14 23x34 18.39x30 4-10 19.30-25 10x19 20.25-20 15x24 21.33-28 22x33 22.38x20 De oppositie 5/15 staat niet bekend als erg goed voor het eindspel. Echter voor het eindspel is het middenspel geschapen. Daarin is het centrum belangrijk. Zwart zou voor een gunstig resultaat de partij moeten proberen te winnen voordat er sprake is van eindspel.) ]
[ Gantwarg speelt in dit soort standen vrijwel blindelings 11.35-30 10-14 12.40-35 1-7 13.50-45 14-19 en er kan een trampoline op het bord komen via 14.30-24 ( Eerst een keertje oplopen met 37-32 om daarna 30-24 te spelen wordt vanzelfsprekend beantwoord met 14.37-32 4-9 15.32x21 22-28 16.33x22 18x16 17.29x18 12x23 en zwart staat gemakkelijker.) 14...19x30 15.34x14 23x34 16.39x30 4-10 17.45-40 ( De afwikkeling 17.30-25 10x19 18.25-20 15x24 19.33-28 22x33 20.38x20 19-24 21.20x29 27-32 22.37x28 17-21 23.26x17 11x24 is onzin voor wit.) 17...10x19 18.40-34 en wit heeft de bedoeling het gaatje op 39 te sluiten vanuit veld 48. Dat geeft namelijk interessante damgeefcombinaties als zwart de euvele moed heeft om veld 28 te bezetten. ]
11...20x29 12.33x24 10-14
[ Een totaal ander idee is 12...1-7 13.34-30 13-19 14.24x13 18x9 De stormloop over veld 32 lijkt dan zinloos. Voorts heeft zwart een flexibele positie door de onttrekking van schijf 18 aan het wat statische centrum. De zet 13.34-30 voorkomt, dat wit sterk wordt in het centrum. ]
13.34-30 14-19 Deze zet is in vrijwel alle partijen gespeeld. Opmerkelijk. Want zwart heeft diverse alternatieven.
[ Een voor de hand liggende mogelijkheid is 13...14-20 14.39-33 20x29 15.33x24
A) Gevolgd door 15...13-19 16.24x13 8x19 en zwart krijgt naast een berg tempi de mogelijkheid om schijf 2 direct naar het centrum te ontwikkelen. De stand is dan vrijwel gelijk aan de partij, behalve het stuk 2, dat naar het centrum is gegaan. Feitelijk speelt zwart dan met een stuk meer.
B) Dappere spelers doen 15...23-28 16.40-34 (16.30-25) 16...5-10 en er ontstaat en interessant gevecht.
C) Ook speelbaar is 15...5-10!? want de schijfwinst 24-20 is niet erg geslaagd. Wel goed is 16.36-31 27x36 17.24-20 15x24 18.30x28 22x33 19.38x29 en de witte stand heeft een betere direction. ]
[ De ruil 13...13-19 14.24x13 8x19 is gespeeld in de partij Bakker - Bulatov. Ook dan kan zwart schijf 2 snel naar het centrum ontwikkelen. In de partij komt zwart snel op met schijf 24 en wint tenslotte. Het ziet er allemaal niet overtuigend uit. Heel lang heeft wit m.i. een kansrijke omsingeling. Waarschijnlijk moe je als zwartspeler de oversteek 15-20-14 pas doen als het wint. ]
14.30-25 19x30 15.25x34 5-10 16.35-30 10-14 17.37-31 13-19 Deze stand is driemaal op het bord geweest. De ruil 30-24x25 is hetgeen wit wil. Je kunt dus overwegen hem dat niet te geven. Zowel 1-7 als 4-9 komen in aanmerking. In de partij speel ik langdurig geen 1-7 om altijd een geschikt tempo te hebben als er geslagen moet worden.
[ Na 17...4-9 18.50-45!? 1-7 kan wit niet langer wachten en heeft hij het mooie stuk 50 verspild. ]
18.30-24 19x30 19.34x25 8-13 20.38-33 4-9
[ Met 20...13-19 21.42-38 ( Een mogelijkheid is 21.39-34!? en het dichten van veld 13 is niet eenvoudig. Na 23-28 heeft wit diverse zetten. Geen ervan is echt overtuigend.) 21...14-20 22.25x14 19x10 kan zwart zich links bevrijden. Echter de gedroomde oversteek 2-8-13 is nauwelijks te realiseren. ]
21.42-38 Tot hier lopen de beide partijen Schwarzman - Krajenbrink en deze gelijk op.
[ In de ander partij ging het verder met 21.40-34 2-8 22.42-38 23-28 23.41-37 1-7 24.44-40 13-19 25.40-35 8-13 26.34-30 18-23 27.30-24 19x30 28.25x34 13-19 29.34-30 dreigt !! 9-13 30.50-44 3-9 31.37-32 28x37 32.31x42 en de zwarte problemen vertoonden enige gelijkenis met die uit de partij. Zwart is er nu wel in geslaagd schijf 2 naar het centrum te ontwikkelen. Het hangende stuk op 9 stemt niet tot blijdschap. Er volgde de combinatieve afwikkeling 12-18 33.44-40 14-20 34.30-25 9-14 35.40-34 23-28 36.34-29 19-24? (36...7-12) 37.36-31 27x36 38.38-32 28x37 39.42x31 36x27 40.29-23 18x38 41.43x1 ]
21...14-19 Zwart wil niet teveel tempi winnen.
[ In aanmerking komt 21...14-20 22.25x14 9x20 23.40-34 3-9 en zwart zal met 10 tempi voor relatief snel expansie moeten zoeken. ]
22.40-34 9-14
[ Ook met 22...15-20 23.25x14 9x20 kan zwart naar de 10 tempi situatie promoveren. Het ontbreken van controle over veld 15 is jammer. Te verwachten valt zoiets als 33-29 en 38-33, zoals ook gespeeld werd door de witspeler in soortgelijke situaties tijdens de match om de wereldtitel tegen Chizhov. Als zwart schijf 29 moet ruilen, dan gaat de witte omsingeling fantastisch lopen. ]
23.44-40 14-20 De gedachte achter dit ruilmechanisme is, dat de witte omsingeling aan kracht inboet bij uitdunnen van diens korte vleugel. In de partij lukt dat niet erg. Misshien gaat het beter met schijf 2 op de andere vleugel.
[ Zwart wil graag naar 24. Maar hoe dat te realiseren. Na 23...19-24 24.50-45 14-19 25.25-20 wordt de zwarte lange vleugel kaal gegeten. ]
24.25x14 19x10 25.34-30 3-9 26.40-34 9-14 27.50-44 1-7 28.30-25 14-19? Na de partij maakte Schwarzman een paar opmerkingen. Dat is ongewoon voor hem. Meestal houdt hij zijn strategische ontdekkingen zorgvuldig voor zichzelf. Ook als trainer heeft hij het zelden of nooit over strategie, terwijl hij op het ogenblik werelds sterkste strateeg is.
[ Voortzetting van het ruilmechanisme 14-19, 10-14-20 leidt tot niets voor zwart. Echter 28...15-20! met de dreiging 20-24 is wel een probleem. Wit heeft onvoldoende wachtzetten. Op 29.44-40 ( De zetten 29.41-37 10-15 veranderen weinig aan de zaak.) 29...20-24 30.40-35 13-19! (30...14-19 31.47-42 24-30 32.35x24 19x30 33.25-20 10-15 34.34x25 15x24 staat wit erg goed.) 31.41-37 10-15 32.34-29 23x34 33.39x30 18-23 komt wit moeilijk verder. ]
29.44-40 10-14 30.40-35 23-28 Dit was helemaal niet de bedoeling. Maar zwart heeft nauwelijks mogelijkheden zonder deze zet.
[ Op 30...15-20 31.33-29 19-24 32.38-33 13-19 33.34-30 23x34 34.33-28 22x44 35.31x13 19x8 36.30x10 44-50 37.25x14 is het afspel zorgelijk voor zwart. ]
[ Na 30...14-20 31.25x14 19x10 32.35-30 blijft wit komen. Bv 15-20 33.30-25 10-14 34.34-29 23x34 35.39x30 18-23 36.30-24 20x29 37.33x24 12-18 38.24-20 2-8 39.20x9 13x4 40.25-20 8-13 vertoont enige gelijkenis met het partijverloop. Niet onbelangrijk is, dat wit nu ongeveer vijf tot tien zetten langer onderweg is, voordat hij er rechts doorheen is. ]
[ In de partij blijkt de zet 30...2-8 noodzakelijk. Daar kun je dus beter mee beginnen. Volgens de witspeler maakt het niet veel uit na 31.33-29 met de dreiging 29-24 op de volgende zet en schijf 8 is gevangen. ]
31.41-37 2-8
[ De planning was 31...18-23 maar dan moet je wat hebben op 32.33-29 13-18 (32...12-18?) 33.38-32 (33.39-33?) 33...27x38 34.43x32 De enige 'houdbare' zet is volgens de computer 15-20?! ]
[ Zettenwisseling geeft 31...19-23 32.33-29 ]
32.37-32 28x37 33.31x42 18-23 34.34-29 23x34 35.39x30 13-18
[ Het probleem voor zwart is het zetje 35...19-23? 36.33-28! ]
36.30-24 19x30 37.35x24 18-23? Dit is volgens de witspeler de verliezende zet. Zelf ging ik er blindelings vanuit, dat de afwikkeling uit de partij voldoende tegenspel zou bieden, omdat wit nogal lang onderweg lijkt te zijn om er doorheen te lopen. Dat had ik beter moeten controleren. De zwarte tegenaanval is ruim 5 zetten te laat.
[ Voldoende verdediging geeft 37...8-13! 38.24-20* ( Andere zetten heeft wit niet. Bv 38.33-28 22x33 39.38x29 17-22 doet niets.; Op 38.33-29 13-19 39.24x13 18x9 dreigt 27-32x34/27-31x34= en wit heeft geen 40.29-23 vanwege 9-13 gevolgd door 13-18 (of 13-19).) 38...15x24 39.33-28 22x33 40.38x9 13x4 en andermaal probeert wit er rechts doorheen te lopen. Hij is evenwel tenminste vijf zetten langer onderweg om veld 5 te bereiken. ]
38.24-19 23-28 39.19x10 15x4 40.25-20 28x39 41.43x34 22-28 42.34-30 8-13 Wanhoop. Een poging om wit te verleiden tot het winnen van een schijf via 20-14-9.
[ Ook na 42...28-32 43.20-14 32x43 44.49x38 12-18 45.30-24 is de witte opmars onstuitbaar. ]
43.30-24 17-22 44.20-14 11-17 45.24-20 12-18 46.20-15
[ Na 46.14-9 13-19 47.9-3 28-32 48.3x21 27x16 49.38x27 22x31 50.36x27 heeft zwart wellicht wat aanval tegen de witte korte vleugel. De computer geeft het meer dan 1.00 voor wit. ]
46...18-23 47.14-10!
[ Remise is 47.14-9? 13-19 48.9-3? 28-32 49.3x21 32x43! 50.21x32 22-28 51.49x38 28x37 52.42x31 en zwart gaat er moeiteloos doorheen. ]
47...7-12 48.10-5 13-19 49.49-43 6-11 50.38-33 28x39 51.43x34
2-0 (0.06/0.25)












(635092) Clerc,R.J. (Rob) - Kampen,van,E. (Erik)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.34-30 Deze zet wordt door sommige topspelers gespeeld met constructieve bedoelingen. Zwart zet in dit schema de korte vleugel vol en neemt een of tweemaal de afruil van schijf 25. Hij staat dan enorm ver naar voren, maar heeft wat ongemakken. 20-25 Deze zet is minder logisch. Desgewenst kan wit laten slaan en zijn de tempi weer gelijk.
[ Het schema, waar wit op aan stuurt met deze opening is 3...7-12 4.30-25 1-7 5.40-34 11-17 6.31-26 7-11 7.45-40 19-23 8.35-30 14-19 9.25x14 9x20 10.30-25 4-9 11.25x14 9x20 12.37-31 10-14 13.41-37 5-10 14.46-41 3-9 15.38-32 en zwart moet iets doen. ]
4.40-34?! Wit besluit te sluiten. Er ontstaat nu exact dezelfde stand als na 3.35-30 20-25 4.40-35. Het valt in de categorie 'provocatie'. Objectief gezien staat zwart hierna beter. 14-20!?
[ Het normale verloop is 4...15-20! 5.45-40 20-24 6.33-29 24x33 7.39x28 (7.38x29) 7...7-12 8.44-39 1-7 9.50-45 11-17 10.38-33 en wit heeft een wat ongemakkelijke aanval. Hij gaat naar veld 24 als het moet. Zolang er geen zwart stuk op 15 staat, is de strategische waarde van een dergelijk voorpost gering. ]
5.45-40 20-24 6.50-45 10-14 7.33-29 24x33 8.39x28 5-10 9.44-39 7-12 10.30-24 Vrijwel iedereen heeft in deze stelling naar 24 geruild. Wit zou langer kunnen wachten, maar moet dan rekening houden met het opkomen van schijf 15.
[ 10.38-33? 15-20! ]
10...19x30 11.35x24 1-7
[ In correspondentiedampartijen moet je op dit soort ogenblikken rekening houden met de sloopactie 11...14-19 12.40-35 19x30 13.35x24 10-14 etc. ]
12.38-33 21-26 13.42-38 Een opmerkelijke zet.
[ Eerder is 13.37-32 26x37 14.42x31 gespeeld. In ruil voor wat tempi heeft wit zijn centrum danig verzwakt. Hij moet in de komende zetten rekening houden met de inval 18-23x23. Ook 16-21 of 14-20 komen in aanmerking om aan de boom te schudden. ]
13...18-22 Dit lijkt niet het ergste probleem voor wit. Voor de hand ligt om tegen de overladen witte lange vleugel te spelen met 16-21 of 11-17. 14.28x17 11x22 15.47-42 14-19 Zwart begint aan de sloopactie. Inderdaad weet hij zijn tegenstander tot concessies te bewegen. Maar wit krijgt in ruil daarvoor de overhand op de rest van het bord. 16.40-35 19x30 17.35x24 10-14 18.45-40 14-19 19.40-35 19x30 20.35x24 9-14 21.49-44 14-19 22.34-30 25x34 23.39x30 12-18 24.44-40 7-12
[ De standaardactie in dit soort standen is 24...19-23 Echter na 25.40-35 13-19 26.24x13 8x19 27.31-27 22x31 28.36x27 heeft wit een mooie half open klassieke omsingeling. ]
25.40-35 6-11 26.31-27 22x31 27.36x27 11-17 28.37-32 17-21 29.41-37 3-9 Zwart zou het moeten hebben van de aanval tegen schijf 27. Hij is evenwel te laat.
[ De uitwisseling 29...12-17 30.33-28 19-23 31.28x19 17-22 ( Op 31...4-10 32.46-41 17-22 33.41-36 22x31 34.36x27 is hij zijn schijf eveneens voorgoed kwijt.) 32.19-14 22x31 33.14-10 is bedenkelijk voor zwart. ]
30.33-28 19-23?! Zwart weet nog iets te vinden. 31.28x19 2-7 32.38-33 18-22 33.27x18 12x14 34.32-28 8-12 35.43-38 12-18 Hierna brengt wit de schijfwinstdreiging 24-19 in de stand.
[ Een mogelijkheid is 35...13-19 36.24x13 9x18 en zwart heeft vier tempi gewonnen voor de verdediging. ]
36.37-32 18-22? Nu wit het steunpunt 27 heeft moeten prijsgeven, gaat het nog wel een beetje voor zwart. Deze ruil geeft wit het cruciale punt terug. Elke andere zet is beter. Er dreigt echter schijfwinst via 24-19.
[ Een voor de hand liggende zet is 36...14-19 Het gaat dan om 37.42-37 21-27 38.32x21 16x27 39.28-22 27-31 40.22-17 31x42 41.48x37 18-23 42.30-25 19x30 43.25x34 en zwart staat wat ongemakkelijk. ]
[ Een andere zet is 36...21-27 37.32x21 16x27 38.42-37 7-11 39.46-41 en zwart moet iets doen om schijf 27 niet kwijt te raken. ]
[ De variant 36...14-20 37.33-29 26-31 38.30-25 9-14 is magertjes voor zwart. Maar hij heeft wel tegenspel. ]
37.28x17 21x12 38.32-27 12-17 39.33-28 7-12 40.38-32! Andermaal moet zwart rekening houden met de schijfwinstdreiging 24-19. 14-20
[ Na 40...14-19 41.42-38 17-21 42.38-33 12-18 43.46-41 18-22 44.28x17 21x12 45.41-37 heeft zwart vrijwel geen speelbare zetten meer. ]
41.24-19 13x24 42.30x19 20-25?
[ Beter is 42...4-10 ]
43.42-38 4-10 44.28-23 17-21
[ Na 44...15-20? 45.23-18! 12x14 46.27-21 16x27 47.32x12 gaat wit er voor een stuk doorheen ]
45.38-33 15-20 46.33-29 10-14 47.19x10 20-24 48.29x20 25x5 49.35-30 5-10 50.30-24 10-15 51.46-41 9-13 52.23-19 15-20 53.19x17 20x29 54.17-12 29-33 55.12-8 33-39 56.8-3 39-44 57.41-37! 44-50
[ 57...44-49? 58.37-31! 26x28 59.3x26 49x21 60.26x33 ]
58.32-28
2-0 (0.26/0.01)












(635093) Koopmanschap,M. (Mike) - Prinsen,G.F. (Geert)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.37-32 7-12 4.41-37 21-26 Hierna heeft wit de ruil 32-28x28x32 met terugwinnen van de verloren tempi. Wegblijven van veld 23 om de ruil te vermijden is nauwelijks een optie.
[ Gebruikelijker is 4...1-7 en wit moet een belangrijke beslissing nemen. ]
5.34-29 19-23 6.40-34 14-19 7.47-41 10-14 8.45-40 11-17 9.32-28 Wit neemt de grote ruil met tempowinst. Hij zou daarna goed moeten staan. 23x32 10.37x28 26x37 11.41x32 5-10 12.46-41 6-11 13.41-37 1-6 14.37-31!? Wit moet het eerst een belangrijke beslissing nemen. Hij verbreekt de formaties in het centrum.
[ Een ander idee is 14.50-45 en zwart moet als eerste. ]
14...19-23 15.28x19 14x23 16.35-30 20-25 17.40-35
[ Na 17.30-24 ligt de afwikkeling naar randschijvenspel via 15-20 ( Vanzelfsprekend is 17...13-19 18.24x22 17x26 19.29x7 nu geen optie.) 18.24x15 25-30 19.34x25 23x45 voor de hand. Zwart heeft dan een betere direction. ]
17...17-21 18.32-27? Hierna wordt de witte lange vleugel gesloopt.
[ Na 18.30-24 heeft zwart de schijfwinst 13-19 19.24x22 12-17 20.29x18 17x26 ]
[ Speelbaar is 18.42-37 maar de aanval over veld 28 moet van ver komen. ]
18...21x32 19.38x27 12-17 20.43-38 17-22 21.49-43 8-12
[ Ook 21...10-14 is speelbaar, omdat de doorbraak 22.27-21 16x27 23.33-28 22x24 24.30x10 faalt op 15-20 25.31x22 4x15 ]
22.30-24!? Het gaat van kwaad naar erger.
[ De afwikkeling 22.27-21 16x27 23.33-28 22x24 24.30x17 11x22 is een slag in de lucht. ]
[ Het bezwaar van 22.38-32 is het zetje 22-28 23.33x22 13-19 24.22x24 15-20 25.29x7 20x47 en zwart heeft een beter afspel. ]
22...12-17 23.50-45 2-7 24.34-30?! Zwart dreigt met de afwikkeling 25-30, 16-21 en 22-27x50. Dit is een aardige oplossing voor het probleem.
[ Na 24.44-40 heeft zwart nooit meer de aanval over 28. ]
24...23x34
[ Na 24...25x34 25.29x40 23-29 26.24-19 13x24 27.39-34 18-23 28.27x18 23x12 29.34x23 10-14 30.43-39 16-21 31.33-28 14-20 32.39-34 slaat de aanval tegen schijf 23 niet door. ]
25.33-28 22x33 26.38x40 25x34 27.40x29 17-21 28.42-38 21x32 29.38x27 11-17 30.43-38 3-8 Dreigt via 8-12 een stuk te winnen door de gelijktijdige bezetting van de velden 27 en 29. 31.39-34 8-12 32.31-26 10-14 33.44-39? Dit laat de tegenstander toe op veld 20. Feitelijk is daarna de partij over.
[ Met 33.35-30 kun je dat voorkomen. ]
33...14-20 34.45-40 20-25 35.35-30 9-14 36.39-33 4-9 37.48-43 6-11 38.43-39 14-20 39.36-31 18-23 40.29x18 12x23 41.27-22 20x29 42.33x24 17x28 43.31-27 7-12 44.40-35 12-17 45.38-33 23-29 46.34x32 25x43 47.32-28 43-48 48.33-29 9-14
0-2 (0.01/0.05)












(635094) Wijker,S. (Steven) - Rentmeester,M. (Martijn)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.32-28 18-23 2.34-29 De witspeler is qua elo de sterkste. De gespeelde zet is meestal bedoeld om de theorie te ontwijken. Een beetje rare zet dus... 23x34
[ In twee derde van de partijen wordt 2...23x32 geslagen. Het maakt vanzelfsprekend verschil. Ik ken de details niet. Ik heb zelf altijd naar 32 geslagen. Na 3.37x28 wordt er wel met 20-25 aangestuurd op de Bronstringhekstteling. Dat is door het open veld 34 minder gemakkelijk te realiseren, tenminste als je de ruil 4.41-37 15-20 5.37-32 19-24 6.35-30 25x23 7.28x30 niet wil toelaten. ]
3.40x29
[ Na 3.39x30 spelen de zwartspelers 12-18 of 20-25. Het opkomen met schijf 16 is kennelijk te riskant (?) Het gaat dan om 16-21 4.31-26 (De meeste witspelers doen 44-39 of 37-32. Een belangrijk verschil met de 34-30 20-25 32-28x30 opening is, dat zwart nu niet gemakkelijk tot een mooie klassieke stand komt door de overladen lange vleugel.) 21-27 5.30-25!? en zwart beschikt over 19-23, 11-16 en 13-18 om de druk op te voeren. ( Beter is waarschijnlijk 5.37-32 11-16 6.32x21 16x27 7.44-39 19-24 8.30x19 14x32 9.42-37 en wit staat wat gemakkelijker.) ]
3...12-18 4.37-32 20-25 Deze zet is vaker gespeeld. De meeste zwartspelers doen vanzelfsprekend 7-12. Hij is echter niet geheel onlogisch nu er een stuk is weggetrokken uit de witte korte vleugel. 5.41-37
[ 5.44-40 ]
5...7-12 6.44-40 1-7 Dit is een verplichtende zet. Wanneer er een hekstelling op het bord zou komen, dan is het open veld 1 een dankbaar object voor combinaties. 7.50-44 17-21 8.39-34
[ Deze stand roept gewoon om de achterloop 8.31-26 De overgang naar een hekstelling via 14-20 9.26x17 11x22 10.28x17 12x21 11.40-34 en 44-40 is magertjes voor zwart. Er staat simpelweg te veel materiaal op de lange vleugel. ]
8...21-26
[ Na 8...19-23 9.28x19 14x23 10.47-41 wint wit het gevecht om het centrum zonder dat hij concessies hoeft te doen. Een interessante voortzetting is 15-20 11.35-30 10-15 12.44-39 5-10 13.30-24 21-26 en zwart heeft omsingeling. De computer doet eerst 33-28 er daarna pas 32-28. Dat helpt de zwartspeler met de ontwikkeling van overtollig hout op de lange vleugel. Logischer is direct 14.32-28 23x32 15.37x28 26x37 16.41x32 16-21 (16...18-22 17.28x17 11x22) 17.28-23 en het zwarte centrum zit in de klem. ]
9.44-39 11-17 10.29-24 Deze stand is nog nooit voorgekomen. Er is een belangrijk verschil met de positie, waarin het tempo gelijk is. Dan kan wit wachten tot zijn tegenstander hem door temponood gedwongen ergens los moet laten. Nu moet wit zelf in actie komen.
[ De ruil 10.28-23 19x28 11.33x11 6x17 haalt het 'tientje uit de hoek'. Maar omdat wit eigenlijk geen stand heeft voor klassiek, heeft hij daar niet veel aan. ]
[ Het uitspelen van de tempi met 10.49-44 7-11 11.47-41 17-21 12.31-27 19-24 13.29x20 15x24 is interessant. De ontwikkeling van de witte lange vleugel baart zorgen. Maar er is enige compensatie in de ongelukkig opgestelde zwarte stukken 24 en 25. De computer ziet geen andere optie dan 14.34-30 25x34 15.40x20 14x25 16.44-40 Dat is vanzelfsprekend niet het ergste probleem voor de zwartspeler. ]
10...19x30 11.35x24 18-22 Dit is een bekend idee. Wit reageert adequaat. Zwart heeft andere zetten.
[ Een zet als 11...14-20 rammelt aan de boom zonder veel weg te geven. De witte korte vleugel blijft relatief zwak. Zwart ruilt na 12.49-44 20x29 13.33x24 10-14 een aanvaller tegen veld 24 voor een centrumschijf. Dat is een redelijk eerlijke ruil. ]
[ Een ander schema is 11...17-21 12.31-27 7-11 ( De inval op 23 is zelden een echte dreiging. Hier heeft wit bv 12...18-23!? 13.28x19 14x23 14.34-30 25x34 15.40x18 13x31 16.36x27 met volkomen bevredigend spel.) 13.49-44 en zwart moet een belangrijke beslissing nemen. Op 12-17 gaat het om 14.37-31 26x37 15.42x31 21-26 16.47-42 ( Goed maar niet winnend is 16.27-21 26x37 17.21x23 14-20 18.32x41 20x18) 16...26x37 17.42x31 en zwart heeft geen duidelijke voortzetting van de omsingeling. ]
12.31-27! Gantwarg heeft er op de masterclass regelmatig op gewezen, dat deze ruil vrijwel altijd goed is. Wit wint tempi. Ontwikkeld de lange vleugel en heeft de noodrem 37-31x31 als het steunpunt 27 onder vuur genomen dreigt te worden. 22x31 13.36x27 14-19 14.34-30!?
[ Rob Clerc deed in soortgelijke positie tegen van Kampen 14.40-35 19x30 15.35x24 10-14 16.45-40 14-19 17.40-35 19x30 18.35x24 5-10 19.49-44 10-14 20.46-41 14-19 21.34-30 25x34 22.39x30 en kreeg groot voordeel. Vooral het steunpunt 27 is belangrijk. ]
14...25x34 15.39x30 19-23 16.28x19 17-22 Zwart laat even los.
[ In aanmerking komt 16...15-20 17.24x15 13x44 18.49x40 en het gaat om de vraag of het witte steunpunt 27 te handhaven is. Schijf 46 is daartoe belangrijk. ]
17.27x18 12x14 18.43-39 7-12 19.46-41 16-21 20.40-34 21-27?! Zwart geeft vier tempi om verdwaalde schijven op de korte vleugel te activeren. Hij staat daarna 9 zetten naar achteren. Hij toont zich hiermee tamelijk onverschrokken... 21.32x21 26x17 22.45-40 14-20 23.48-43 Gntwarg is geen voorstnder van het onndoig spelen van de kroonschijf.
[ Logischer is 23.37-32 20x29 24.34x23 en in principe overtollig materiaal van de witte lange vleugel wordt erbij getrokken. ]
23...20x29 24.34x23 15-20 25.40-35 Een rare kromme zet.
[ Logischer is 25.37-32! ]
[ of 25.40-34!? ]
25...10-14 26.37-32 5-10 27.41-37 10-15 28.32-27 6-11 29.33-29 20-25 30.49-44 25x34 31.39x30 13-18 32.44-39 14-19 Zwart begint aan tegenspel. Hij staat 11 tempi naar achteren. Zonder iets bijzonders wordt hij van het bord gedrukt. 33.23x14 9x20 34.38-32 20-25 35.39-34? Wit laat zich binden aan de korte vleugel. Dat is met 9 tempi naar voren verplichtend.
[ Logischer is 35.29-24 25x34 36.39x30 3-9 37.43-39 9-14 38.42-38 (38.39-33 14-19 39.24x22 17x39) 38...8-13 (38...17-22 39.47-42 22x31 40.37x26) 39.32-28 en het is niet duidelijk waar het zwarte tegenspel vandaan moet komen. ]
35...2-7 36.42-38 3-9 37.38-33 8-13 38.37-31
[ 38.47-42 ]
38...9-14 39.43-39 Wit heeft de controle verloren in het centrum. De partijafwikkeling is beter voor zwart. Na andere zetten is schijf 39 gewoon een hangende schijf.
[ Je kunt ook proberen via 39.47-42 de strijd op de andere vleugel aan te gaan. Ook dan staat zwart niet minder volgens de computer. Bv 14-20 40.42-37 13-19 41.33-28 20-24? ( Veel beter is de hergroepering 41...19-23 42.28x19 20-24 43.29x20 15x13 en wit kan opgeven.) 42.29x20 15x24 43.28-22 17x28 44.32x14 24-29 45.34x23 18x29 46.37-32 25x34 47.32-28 is gewoon remise. ]
[ De lege korte vleugel opsluiting na 39.47-41 14-20 40.31-26 13-19 41.43-38 20-24!? 42.29x20 15x24 43.41-37 11-16 44.27-21 16x27 45.32x21 7-11 46.21-16 4-9 47.16x7 12x1 48.38-32 is probleemloos voor wit. ]
39...13-19 40.33-28 14-20 41.30-24
[ Het aansturen op een lege korte vleugel opsluiting via 41.39-33 11-16 42.31-26 4-9 43.47-42 is geen groot succes ( Op 43.47-41 20-24 44.29x20 15x24 45.41-37 9-13 46.37-31 7-11 loopt wit compleet vast.) vanwege het zetje 43...19-24 44.30x19 25-30 45.34x3 18-22 46.27x18 12x34 47.3x21 16x47 ]
41...19x30 42.35x24 25-30! Een opmerkelijke afwikkeling. Zwart komt materiaal cvoor, maar winst lijkt ver weg... 43.34x14 18-22 44.27x18 12x43 45.14-10 43-49 46.32-27 49x16 47.10-5 16-49 48.31-26
[ Een redelijk eenvoudige remise is 48.28-22 17x28 49.5x37 49-35 50.24-20 15x24 51.37-42 en volgens Jannes van der Wal is iedere vier om twee remise. Dan hoef je dus niet te praten over een vier om drie. ]
48...49-44 49.28-23 Hierna krijgt wit last van een geblokkeerde dam.
[ Remise is 49.28-22 17x28 50.5x32 44-35 51.24-20 15x24 52.32-23! ( Geen goed idee is 52.32-38? 24-30! 53.38-43? 35-49 54.43x25 4-9 55.25x3 11-17 56.3x21 49x16) ]
49...44-33
[ Zwart kan afwikkelen naar een vijf om drie via 49...44-35! 50.23-19 4-9 Met vijf stukken geldt de wet van Jannes van der Wal niet. ]
50.24-19 33-39 51.19-13 De situatie is zeer zorgelijk.
[ Ook 51.23-18 39-30 52.19-13 30x2 53.5-28 helpt niet. Zwart heeft gewoon teveel materiaal, dat hij (indien nodig) missen kan voor de winstvoering. ]
51...39-30 52.23-18 30x2 53.5-28 2-35 54.28-23 11-16 55.23-34
[ 55.23-28? 15-20! ]
55...35-2 Dreigt met 17-21 en 7-12. 56.34-48 7-12 Zwart wikkelt af naar een simpel gewonnen vijf om twee eindspel. 57.18x7 2x11 58.47-41 11-6 59.41-36 15-20
0-2 (0.01/0.11)












(635095) Jager,de,E.A. (Edwin) - Verhagen,G. (Guido)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.34-30 Dit is geen onredelijke zet. De witspeler probeert de varianten van de masterclass te mijden. Kennelijk in de veronderstelling, dat de tegenstander zonder persoonlijke uitleg van Gantwarg in staat is weg te vinden in een rijstebrijberg van ca 700 behandelde partijen.
[ Het normale schema 4.41-37 14-19 5.34-29 23x34 6.39x30 5-10 7.44-39 10-14 is behoorlijk lastig voor zwart. Gezien de elo-verhoudingen zou zwart eigenlijk 16-21 moeten spelen. Dat is een tamelijk gevaarlijke zet. Een deelnemer aan de masterclass zou daar raad mee moeten weten. ]
4...14-19 Dit is de zet, die Gantwarg aanbeveelt. Hij is er een voorstander van om zo snel mogelijk de buitenste steunschijven 5 (en 1) naar het centrum te schuiven.
[ Vermoedelijk hoopt de witspeler op het schema uit de partij Baliakin - Clerc met 4...13-19 5.33-28 20-24 6.30-25 14-20 7.25x14 9x20 8.40-34 5-10 9.39-33 8-13 10.44-39 10-14 11.34-29 23x34 12.39x30 18-23 13.30-25 12-18 14.50-44 4-9 15.44-39 2-8 16.41-37 en er staat een interessante positie op het bord. De zwarte lange vleugel is opgesloten en de bevrijding 24-29x29 is bezwaarlijk. In de partij speelde zwart 7-12 ( Sterk in aanmerking komt 16...16-21) 17.46-41 17-22 ( Na 17...1-7 kan wit de opstoot 18.28-22 overwegen.) 18.28x17 12x21 19.32-27! 21x32 20.38x27 11-17 21.42-38 8-12? en zwart kwam in grote moeilijkheden. ( Gantwarg behandelde de stand recentelijk nogmaals en merkt op, dat de opstelling met 21...1-7 22.47-42 7-12 er veel minder flitsend uitziet, maar in werkelijkheid veel mooier is voor zwart. Hij dreigt nu wel degelijk met de bevrijding 24-29x29. Ook kan zwart vervelend doen met 17-21. In de partij heeft hij alleen de prik 17-21 als hij de kroonschijf in de strijd werpt.) ]
5.33-28
[ Met 5.30-25 an schijf 5 hinderen. Na 17-21 6.25x14 9x20 7.35-30 5-10 heeft zwart wat tempi, maar ook een overontwikkelde lange vleugel. Zie de partijen Bulatov - Luteijn en van Berkel - Hoekman. ]
5...5-10 6.30-25 10-14 7.39-33 17-21 8.31-27 Er ontstaat nu een klassieke positie, waarin de ontwikkeling van de zwarte lange vleugel erg fraai is. De twee tempi ontwikkelingsvoorsprong zijn vermoedelijk tijdelijk. Wit heeft teveel materiaal op de lange vleugel om het zonder de ruil 41-37-31x31 te kunnen redden en dan is het tempo gedraaid.
[ De stand is slechts eenmaal eerder voorgekomen. Ook daar werd niet de zet 8.31-26 gespeeld. Het gaat dan om 21-27 9.32x21 16x27 10.28-22 27-32 11.38x27 23-28 en wit heeft een puinhoop. ]
[ Na 8.44-39 21-26 houdt zwart de betere klassieke positie. ]
8...11-17 9.41-37 21-26 10.40-34 Er is niets mis met de gespeelde zet.
[ Deze stand is via zettenwisselingen een groot aantal malen op het bord geweest. Vrijwel iedereen gaat verder met 10.44-39 Er zit namelijk niets in voor zwart. De meeste zwartspelers deden 17-22x21. Dat is niet gunstig voor hun klassieke stand. Logischer is 17-21 11.40-34 7-11 12.34-30 20-24 met ongeveer het partijverloop. ]
10...7-11 11.44-39 20-24 12.34-30 Naar gelang er meer zetten gespeeld worden, is de stand vaker voorgekomen. Dit is bv 81 keer voorgekomen. De meeste witspelers speelden 34-29x30!? Dat is vermoedelijk niet gunstig voor hun klassieke positie.
[ De voor de hand liggende zet 12.37-31 26x37 13.42x31 is in deze concrete positie slechts eenmaal gespeeld. De stand zelf is driemaal voorgekomen via zettenwisseling. Zwart reageerde telkens met 17-21 en de voor de hand liggende zet 14.31-26 werd niet gespeeld. Het zou iets te maken kunnen hebben met 12-17 gevolgd door 17-22. Zwart wint in een verloop als 15.47-42 17-22 16.28x17 11x31 17.26x37 nogal wat tempi. Zou hij erin slaagen de rest van de partij de stand open te houden, dan heeft hij groot voordeel. ]
12...1-7 13.49-44
[ Een verschil met zonet is, dat de ruil 13.37-31 26x37 14.42x31 17-21 15.31-26 beantwoord kan worden met 23-29 (15...12-17) 16.26x17 11x31 17.36x27 18-23 Dat is gunstig voor het klassieke karakter van de zwarte stand. Na 18.39-34 29x40 19.45x34 staat zwart vijf tempi naar achteren. Wit heeft geen duidelijke formaties om de stand open te breken. Bijgevolg staat hij zeer matig. ]
13...17-21 14.44-40 12-17!? Geen alledaagse zet.
[ Meerdere malen is in deze stand 14...11-17 gespeeld. Drie van de vijf witspelers namen de afwikkeling 15.27-22 18x27 16.37-31 26x37 17.42x11 6x17 18.36-31 en er ontstaat een kenmerkende klassieke positie, waarvan niemand weet wie er beter staat. De computer geeft de voorkeur aan de zwarte stand. ]
[ Een normale zet is ook 14...14-20!? 15.25x14
A) 15...9x20 en niemand heeft het voor de hand liggende 16.28-22?! De stand is daarna kritiek voor zwart. Want na 24-29 17.33x24 20x29 18.40-34 29x40 19.45x34 dreigt hij vanzelfsprekend nooit meer met 12-17.
B) De terugruil 15...19x10 16.30x19 ( of 16.28x19 18-22 17.27x18 12x14 18.30x19 14x23 19.36-31) 16...23x14 is nooit gespeeld. Zwart heeft daarna groot virtueel temponadeel. De stukken op de korte vleugel dragen veel tempi, maar doen nauwelijks mee. ]
15.40-34?! Ook wit antwoordt met een ongewone zet.
[ Het zetje 15.25-20 14x34 16.40x20 15x24 17.35-30 24x35 18.33-29 23x34 19.39x30 35x24 20.28-22 17x28 21.32x1 21x41 22.46x37 11-17 is volgens de computer ongeveer gelijk. ]
[ Na 15.37-31 26x37 16.42x31 7-12 17.31-26 ( Na 17.47-42 21-26 18.39-34 26x37 19.42x31 ontstaat een qua tempi kritieke klassieke positie. Doordat veld 37 open is, dreigt wit tevens met niets. Bijgevolg staat hij op het randje van de afgrond.) 17...17-22 opent zwart de stellingen. Zowel aanval met de korte vleugel als de Ghestem komt in aanmerking afhankelijk van de wijze waarop wit slaat. ]
[ De normale zet is 15.39-34 en na 17-22 16.28x17 11x31 17.36x27 dreigt er op het eerste gezicht niets voor zwart. Want 14-20?! 18.25x14 9x20 19.30-25!? ( Ongeveer gelijk is 19.50-44 7-11 20.44-39 20-25 21.34-29 23x34 22.40x20 met een half open klassieke positie.) 19...24-30!? ( Het verrassende 19...26-31!! 20.37x17 24-30 21.25x14 30x37 22.42x31 19x10 daarentegen wint materiaal voor zwart.) 20.25x14 30x28 21.40-34 19x10 22.34-29 23x34 23.32x1 21x41 is zelfmoord. ]
15...17-22*
[ Het resultaat van 15...24-29 16.33x24 14-20 17.25x14 9x40 18.45x34 17-22 19.28x17 11x31 20.36x27 is ongeveer even erg. Wit heeft een prachtige half open klassieke omsingeling. ]
16.28x17 11x31 17.36x27 7-11 18.33-28?!
[ Iets scherper is 18.46-41!? 8-12! 19.33-28 12-17 20.41-36 (20.39-33) 20...17-22 21.28x17 11x31 22.36x27 6-11 en het prachtige witte centrum wordt gesloopt. ]
18...2-7 Zwart probeert zaken te doen met het Oostblok. Inderdaad is wit precies een zet te laat om de aanval af te slaan met de oversteek 4641-36 gevolgd door 37-31x31.
[ Een normale klassieke positie ontstaat via 18...26-31 19.37x17 11x44 20.50x39 6-11 ( De hergroepering 20...8-12 21.39-33 24-29 22.33x24 23-28 23.32x23 18x20 helpt ook wit weer een beetje op de been.) 21.39-33 11-17 en zwart staat wat gemakkelijker. ]
19.47-41? Dit is geen offensieve zet.
[ In aanmerking komt 19.39-33
A) Het stugge 19...7-12 20.34-29 23x34 21.30x39 12-17 22.28-23 18x29 23.27-22 17x28 24.32x34 geeft wit een mooie direction. Waarom de computer voordeel claimt voor zwart, is mij niet duidelijk. Het steunpunt 24 is m.i. niet te handhaven. Het materiaal op de zwarte korte vleugel draagt een berg met 'tempi for nothing'. Hij staat acht tempi naar voren, maar vermoedelijk desnondanks erg slecht. Een verloop als 13-18 25.45-40 18-23 ( Wellicht kan zwart vruchtbaar op dammetjes spelen met 25...8-12 26.50-45 21-27 Voorlopig is het nog niet echt een dreiging. Eerst moet 11-17 erbij. Wit heeft in geval van nood de zet 33-28. Dat is in een variant als 27.34-30 11-17 28.33-28 gevolgd door 39-34 behoorlijk lastig. De afwikkeling 17-21 29.28-22 27-31 30.22x13 9x18 maakt de zwarte direction nog rampzaliger dan hij al was. Ondanks twaalf tempi wordt hij aan de lange vleugel compleet onder de voet gelopen.) 26.50-45 8-13 ( De hergroepering 26...23-28 27.33x22 24-29 28.34x23 19x17 kost drie tempi en maakt het direction probleem voor zwart niet minder.) 27.34-30 13-18 28.39-34 14-20 29.25x14 9x20 30.30-25 4-9 31.25x14 9x20 32.34-30 brengt de tempoverhoudingen op 16 plus voor zwart. Desondanks staat hij gekraakt, zodra schijf 24 moet wijken.
B) De afwikkeling 19...24-29 20.33x24 14-20 21.25x14 9x40 22.45x34 26-31 23.37x17 11x31 kan mij niet erg bekoren. Een opmerkelijke manoeuvre is 24.30-25 4-9 25.34-30 ( De zet 25.38-33 valt een beetje tegen.) 25...15-20 26.25x14 9x20 27.47-41 31-36 28.32-27 23x21 29.30-25 36x47 30.25x1 en wit heeft een gunstig afspel. ]
19...7-12 20.39-33 12-17 21.41-36 Door schijf 46 op zijn plaats te houden hoopt wit minder last te hebben van de kenmerkende manoeuvre 17-22.
[ De verdediging 21.34-29? 23x34 22.30x39 17-22 23.28x17 11x31 24.41-36 21-27 25.32x21 16x27 26.37-32 8-12 27.32x21 26x17 28.36x27 17-22 werkt niet. ]
21...14-20? Zwart probeert de boel met tactische middelen te forceren. In de partij forceert hij wel wat, maar niet bepaald iets in zijn voordeel.
[ In aanmerking komt 21...17-22 22.28x17 11x31 23.36x27
A) 23...23-28 24.32x12 21x41 25.46x37 8x17 en zwart heeft weinig tempi, maar groot virtueel ruimtevoordeel. Het gaat in deze stand om de vraag of de aanval tegen schijf 24 wat is. In een partij heeft Baliakin eens het plan gerealiseerd om schijf 24 te laten slaan voor de doorloop naar veld 36. Bv 26.34-29 16-21 27.29x20 15x24 28.45-40 21-27 29.37-32!? ( Het gaat om de vraag of de zwarte aanval voor een stuk na 29.40-34 27-31 30.34-29 31-36 31.29x20 iets kan worden. Zijn eigen verdediging aan de lange vleugel is schitterend. Wit heeft bergen met 'tempi for nothing'. Maar hij staat wel een stuk voor en terzijnertijd moet er nog een tweede stuk tegenaan om echt door te breken.) 29...27-31 30.42-37 31x42 31.38x47 13-18 geeft zwart voldoende verdediging voor zijn steunpunt op 24.
B) Ook de manoeuvre 23...24-29! 24.33x24 14-20 25.25x14 9x40
B1) 26.45x34 8-12 biedt kansen. Wit kan geen 38-33 spelen. Na 27.46-41 6-11 moet het witte steunpunt 27 wijken. Zwart heeft na de terugtocht met (11-17-22) en 32-28x36 een enorme ontwikkelingsvoorsprong. De hangende schijf van wit op 41 is een ernstig zwakte.
B2) Ook na 26.35x44 8-12 komt wit niet tijdig op 28. Bv 27.38-33 ( De variant 27.44-39 12-17 28.46-41 17-22 29.41-36 22x31 30.36x27 6-11 31.39-33 23-28 32.32x14 21x41 33.42-37 41x32 34.38x27 15-20 35.14x25 11-17 wint het verloren stuk van zwart terug met rente.) 27...23-28 28.32x14 21x41 29.46x37 13-19 30.14x23 18x40 31.45x34 kost gewoon een stuk. ]
22.25x14 9x20 23.46-41
[ De zet 23.30-25 komt in aanmerking. Er zit alvast niets combinatiefs in de stand. Na 4-9 24.25x14 9x20 25.43-39 mist zwart een stuk op 14. Daardoor dreigt er niets. Na 24-29 26.33x24 20x40 27.45x34 17-22 28.28x17 11x31 29.36x27 8-12 is er evenwel een probleem. Nog steeds kan wit veld 18 niet bereiken, vanwege zetjes. Bv 30.39-33 (30.46-41 6-11 31.48-43 11-17 32.39-33 17-22 33.41-36 22x31 34.36x27 23-28 35.32x14 21x41 is verschrikkelijk, omdat 42-37 verhinderd is door het dammetje naar 49.) 30...23-28 31.32x14 21x43 32.48x39 13-19 33.14x23 18x47 ]
[ Er zijn standen bekend, waarin wit zich (ruimschoots) kon redden met de brutaliteit 23.27-22 18x27 24.37-31 26x37 25.42x22 Hier is dat niet het geval. Schijf 8 is er gewoon te snel bij. Ook dreigt 24-29 gevolgd door 21-27. ]
23...4-9 24.30-25 9-14
[ Nog steeds is 24...24-29 een lastige zet. Bv 25.33x24 20x40 26.45x34? ( Voor het eerst is 26.35x44 17-22 27.28x17 11x31 28.36x27 8-12 29.44-39 12-17 30.39-33 houdbaar. Want 17-22 31.41-36 22x31 32.36x27 23-28 33.32x14 21x41 34.42-37 9x20 35.25x14 41x32 36.38x27 geeft wit een onbedreigd steunpunt op 27.) Verliest kansloos door 26...17-22 27.28x17 11x31 28.36x27 8-12 29.43-39 6-11 30.48-43 11-17 etc. ]
25.34-30
[ Na 25.43-39? heeft zwart diverse afwikkelingen. Bv 24-30 ( Gunstig, maar niet onmiddellijk gewonnen is 25...24-29 26.33x24 20x40 27.35x44 17-22 28.28x17 11x31 29.36x27 6-11 30.39-33 23-28 31.32x12 21x43 32.48x39 8x17) 26.35x24 20x40 27.45x34 17-22 28.28x17 11x31 29.36x27 23-28 (29...26-31 30.37x17 23-29 31.34x12 13-18 32.12x23 19x46 33.38-32 46x11 34.33-29 11x44 35.50x39) 30.32x12 21x43 31.34-29 43x23 32.12-7 6-11 33.7-1 8-12 34.1x20 15x24 35.33-28 23x32 36.37x28 en de wit kan het houden. ]
25...24-29 26.33x24 20x29 27.50-44 3-9
[ De afwikkeling 27...17-22 28.28x17 11x31 29.36x27 6-11 30.44-39 11-17 31.39-33 8-12 32.33x24 23-28 33.32x23 18x20 34.45-40 21x32 35.38x27 12-18 36.41-36 17-21 37.27-22 18x27 38.37-31 26x37 39.42x22 is houdbaar voor wit. ]
28.44-40 17-22 29.28x17 11x31 30.36x27 6-11
[ Een ander idee is 30...8-12 31.40-34 29x40 32.45x34
A) 32...23-28 33.32x23 18x40 34.35x44 21x32 35.38x27 15-20 36.44-40 20-24 37.40-35 12-18 38.43-39 6-11 en de stand is houdbaar voor wit.
B) Na 32...12-17 33.38-33 17-22 34.41-36 22x31 35.36x27 23-28 36.32x12 21x41 37.42-37 41x32 38.12-7 ontstaat andermaal een houdbaar afspel. Het is volgens de computer zelfs iets beter voor wit. Want 32-37 39.7-2 37-41? (39...13-18) verliest door 40.30-24 19x28 41.2x46 ]
31.40-34 29x40 32.45x34 15-20
[ Na 32...11-17 33.38-33 17-22 34.41-36 22x31 35.36x27 zit er niets in voor zwart. De stand wordt gesloten en schijf 9 hangt. ]
33.38-33 11-17 34.43-38
[ 34.41-36 ]
34...20-24 35.48-43
[ Erg goed is 35.41-36 17-22 36.33-28 22x31 37.36x27 8-12 38.28-22 24-29 39.48-43 29x40 40.35x44 23-29 41.44-40 19-23
A) De scherpste variant 42.43-39! 14-19 ( Heel slecht is 42...29-34 43.40x29 23x43 44.38x49 18-23 45.30-24) 43.39-33 23-28 44.32x3 21x43 45.3x49 29x47 46.22-17 47-33 leidt tot een houdbaar afspel voor zwart.
B) Na 42.40-35 14-19 43.43-39 9-14 44.39-34 29x40 45.35x44 23-29 46.44-39? (46.22-17=) 46...18-23 trekt zwart aan het langste eind. ]
35...17-22 36.41-36 22x31 37.36x27 8-12 38.33-28 23-29! Zwart vangt schijf 42 van wit. 39.34x23 18x29 40.27-22
[ De afwikkeling 40.43-39 13-18 41.28-23 19x28 42.30x10 9-14 43.32x34 21x41 44.10x19 41-46 is een fractie beter voor zwart. ]
[ Na 40.28-22 12-18 41.43-39 18-23 wint zwart. ]
40...29-34 41.30x39 12-18 42.39-34
[ Zwart staat wat gemakkelijker na 42.22-17 21x12 43.32-27 12-17 44.39-33 18-22 45.27x18 13x22 ]
[ Een gelijkwaardige remise is 42.39-33 18x27 43.43-39 27-31 44.28-23 19x28 45.32x23 21-27 46.39-34 31-36 47.34-30 ]
42...18x27 43.43-39 27-31 44.38-33
[ Een probleemloze remise is 44.28-23 19x28 45.32x23 24-29 46.23-19! en zwart kan niet slaan met schijf 14, vanwege 14x23 47.35-30 29x40 48.39-34 40x29 49.30-24 29x20 50.25x3= ]
44...31-36 45.28-23
[ Behoorlijk riskant is 45.34-29 21-27 46.32x21 16x27 47.29x20 27-32 48.42-38 32x34 ]
45...19x28 46.32x23 21-27 47.34-29
[ Verschrikkelijk is 47.34-30 13-18 48.30x10 18x47 ]
47...27-32 48.37x28 36-41 49.29x20 41-47 50.42-38
[ De snelste remise is 50.23-19 47x15 51.19x8 26-31 52.28-23 31-37 53.8-2 37-42 54.23-18 42-47 55.18-12 en beide spelers zijn er tweemaal doorheen. ]
50...47-41 51.39-34?
[ Het probleem van 51.20-15 13-18 52.23x12 41x7 zijn de losse witte stukken in het centrum. Deze bemoelijken de verdediging zeer. Bv 53.25-20 ( Wit moet eerst de centrumschijven enige vorm van beveiliging geven alvorens hij er doorheen kan met 25-20 en 15-10. Bv 53.33-28 7-18 54.39-33 18-27 55.28-23 27x49 56.23-19 14x23 57.15-10=) 53...14x25 54.15-10 9-14 55.10x19 7-2 56.19-14 25-30 57.35x24 ]
51...13-18 52.23x12 41x7 53.34-30
[ Geen enkele verdediging geeft 53.20-15 7x45 54.25-20 14x25 55.15-10 9-14 56.10x19 45-50 57.33-29 50-33 58.29-23 33x42 59.23-18 42-37 60.19-13 37-31 en er ontstaat een wel verliezende 2 om 4. 61.18-12 31x4 62.12-7 (62.12-8? 4-10! 63.8-2 10-15!) 62...4-15 (62...4-18 63.7-1 18-45 64.1-6 26-31) 63.7-1 15-24 64.1-18 16-21 65.18-23 21-27 ]
53...26-31 54.20-15 31-37 55.30-24 37-41 56.25-20
[ 56.33-28 ]
56...14x25 57.35-30 25x34 58.15-10 9-14 59.10x19 7-18
0-2 (0.01/0.03)












(635096) Keetman,S. (Stef) - Berkel,van,A.P.J. (Anton)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.32-28 18-23 2.33-29 23x32 3.37x28 20-25 Een scherpe zet. Zowel de Bronstringhekstelling als het Vossysteem zijn lastig voor wit.
[ De normale zet is 3...17-22 4.28x17 11x22 ]
4.41-37 16-21 Wederom een zet: Aardig als provocatie, maar verder niet bijzonder lastig voor wit.
[ Met 4...17-21 kan zwart aansturen op een Bronstring hekstelling. ]
[ Na 4...12-18 moet wit kiezen tussen het Vossysteem met 29-24x24 en flankspel via 5.39-33 ]
5.29-24 Wit besluit tot het Vossysteem. Dat is gezien de tempoverhoudingen een redelijke optie. Er is erg veel theorie over bekend. Op de masterclasses van de afgelopen tijd ging het meestal om soortgelijke systemen met een volkomen gelijk aantal tempi. 19x30 6.35x24 21-26? Deze zet wordt weinig gespeeld. Wit pakt tempi en heeft nauwelijks meer problemen. Het past in het schema: Tweemaal naar voren en eenmaal naar achteren, zoals dertig jaar geleden werd aangegveen.
[ Vrijwel iedereen speelt tegenwoordig eerst de tempi uit met 6...11-16 ]
[ of 6...12-18 en er ontstaan spanningen. Het is ook niet erg goed voor zwart, maar je doet tenminste nog een beetje mee. ]
7.37-32 26x37 8.32x41? Het aanbevolen schema was tweemaal naar voren en eenmaal naar achteren. Niet omgekeerd.
[ Na 8.42x31! heeft wit zes tempi. Dat is voldoende om zijn aanval waar te maken. ]
8...12-18 Deze zet is het vaakst gespeeld.
[ Met 8...14-19 gevolgd door een keertje 17-22x22 en 13-19x18 kan zwart het tempovoordeel overnemen. De afwikkeling naar randschijvenspel met 9.34-30 25x34 10.39x30 19-23 11.28x19 15-20 12.24x15 13x35 geeft zwart een betere direction. Het is alvast flink wat beter dan een normaal Vossysteem. ]
9.41-37 7-12 10.46-41 1-7 11.37-32 18-23 Deze ruil is aardig als dreiging. Het uitvoeren ervan leidt meestal tot niets. Zo ook hier.
[ Nog steeds komt 11...14-19 sterk in aanmerking. ]
[ Een ander idee is 11...17-22 12.28x17 12x21 als voorbereiding tot iets op de korte vleugel gevolgd door de ruil 13-19x18. Zwart heeft dan tempovoordeel. ]
12.28x19 14x23 13.42-37 10-14 14.32-28 23x32 15.37x28 13-18
[ Nog steeds is de tempowinst 15...14-19 16.40-35 19x30 17.35x24 17-22 18.28x17 11x22 gevolgd door 13-19x18 beter voor zwart. ]
16.41-37 9-13 17.39-33 17-21 18.44-39 11-17 19.50-44 7-11 20.36-31? De opmasr van schijf 36 is alleen goed als hij direct verder kan naar 27. Hier is dat niet het geval.
[ Beter is 20.47-42 om de zwarte omsingeling te smoren. ]
20...21-26 21.37-32 26x37 22.32x41 11-16 23.41-37 17-21 24.38-32 6-11 25.43-38 21-26? Dit geeft wit het belangrijke veld 27.
[ Logischer is 25...11-17 als voorbereiding tot het mechanisme 18-22, 3-9 en 13-19x18 met tempowinst. Na 26.37-31 18-22 27.31-26 heeft zwart voldoende tegenspel. ]
26.32-27 11-17 27.37-32 3-9 28.48-42 5-10 29.49-43 2-7 30.42-37 18-22 31.27x18 13x22 32.34-30 De witspeler speelt met de handrem aangetrokken op de aanval.
[ Een mogelijkheid is 32.28-23 22-27 33.32x21 16x27 en de computer vindt dat de zet 34.40-35 moet. ( De mens zou kijken naar 34.34-30 25x34 35.40x29 8-13 36.39-34 17-22 en zwart heeft de dreiging 15-20 en 13-19 met overnemen van de aanval. Na 37.23-18 12x23 38.29x18 heeft zwart diverse mogelijkheden om de aanval over te nemen, waaronder andermaals 15-20.) ]
32...25x34 33.40x29 16-21
[ Met 33...8-13 kan zwart de ruil 13-19x18 voorbereiden. Een afgeleide verdienste van die zet is, dat wit niet zo snel voor de opbouw met 34.45-40 zal kiezen. De afwikkeling 17-21 35.28x19 14x45 36.44-40 45x34 37.39x30 is niets voor zwart. Maar het kost wit wel tijd om die conclusie te trekken. ]
34.45-40 8-13 35.40-34 7-11
[ 35...13-19 ]
36.37-31!? Kennelijk bedoeld om iets er met 24-19 in te brengen. 26x37 37.32x41 21-27 Zwart vangt hiermee schijf 43.
[ Na 37...13-19 38.24x13 9x18 39.38-32? (39.34-30! 14-20) komt het mechanisme 39...14-19! 40.43-38 (40.41-37? 19-24! 41.29x20 15x24; 40.29-24 19x30 41.34x25) 40...19-23 41.28x19 22-28 42.33x13 12-18 43.13x22 17x46 erin. ]
38.41-37 14-20 Een nogal verplichtende zet. Er moet daarna nadrukkelijk met de partijvoorzetting rekening worden gehouden. Er komen dan allerlei slagjes in.
[ 38...13-19 39.24x13 9x18 40.28-23 ]
39.34-30 13-19
[ 39...20-25? 40.29-23! ( Ook 40.37-32 25x23 41.28x8 12x3 42.32x12 10-14 43.24-19 14x23 44.38-32 11-17 45.12x21 22-27 46.32-28 is een drama.) 40...25x34 41.39x30 en wit dreigt met van alles. Na 11-16 42.30-25 is zwart uitgespeeld. ]
40.24x13 9x18 41.28-23 11-16 42.39-34 10-14
[ Na 42...4-9 43.30-24 17-21 44.34-30 20-25 45.44-39 25x34 46.39x30 gaat de witte aanval lopen. ]
43.30-24 4-9 44.34-30 9-13 45.30-25 17-21 46.43-39 12-17 47.23x12 17x8 48.38-32 27x38 49.33x42 8-12
[ De inval 49...22-28 50.42-38 21-27 51.38-33 is geen succes. ]
[ De variant 49...13-18 50.29-23 18x29 51.24x33 is geen echte bevrijding van de zwarte lange vleugel. ]
50.39-33 12-18 Dit en ed volgende zet creeert een blokkade van de zwarte stukken op de korte vleugel.
[ Met 50...21-27 kan zwart zijn tegenstander uit het centrum houden. Bv 51.42-38 16-21 52.37-32 21-26 (52...27-31) 53.32x21 26x17 en schijf 44 is in principe afgesneden van het strijdtoneel. ]
51.37-32 21-26??
[ Remiseachtig is 51...21-27! 52.32x21 16x27 53.42-37 18-23! 54.29x9 20x38 55.9x20 15x24 56.44-39 22-28 en wit moet de remise maken. ]
52.32-28 16-21? Paniek... Hierna staat wit vermoedelijk gewonnen.
[ Het probleem van het geplande 52...22-27 is de truc 53.28-23 13-19? ( Enige verdediging geeft 53...18-22 54.42-37 27-31 55.23-18 31x42 56.47x38 22-28 57.33x22 26-31 58.18x9 14x3 59.25x14 31-36 en zwart heeft een doorbraak met een heel schijf meer dan in de partij.) 54.24x31 26x48 55.44-39 met schijfwinst. ]
53.28x17 21x12 54.33-28 Activeert schijf 44. 26-31 55.42-38 12-17 56.28-23 18-22 57.23-18 22-28
[ Een fractie beter is 57...31-37 58.18x9 14x3 59.25x14 22-27 60.38-33 27-31 61.24-20 15x24 62.29x20 ]
58.18x9 14x3 59.25x14 17-21 60.44-39 21-27 61.38-33 27-32
[ Zuinig 61...28-32 62.24-20 15x24 63.29x20 31-37 64.33-28 32x23 65.14-10 is kansloos. ]
62.33x22 32-38 63.29-23 31-37 64.22-17 38-42? Dit is vrijwel op slag uit.
[ Ook de afwikkeling 64...37-42 65.39-33 38x9 66.47x38 komt nergens meer voor zwart. Dat is gemakkelijker te zien voor de computer, dan door de mens. ]
[ De tegendraadse doorbraak 64...37-41?! 65.47x36 38-42 is beter, omdat de zwarte dam dan meer ruimte heeft om stukken te jagen. ]
65.47x38 37-41 66.17-11 41-47 67.39-33 47-36 68.23-18 36x29 69.33x24
2-0 (0.01/0.02)












(635097) Heusdens,R.W. (Ron) - Mooser,R. (Richard)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.29-24 19x30 7.35x24 20x29 8.34x23 18x29 9.33x24 13-18 10.38-33 9-13 11.33-29 14-20 12.29-23 20x29 13.23x34 10-14 14.34-30 14-19 15.40-34 5-10 16.30-24 19x30 17.34x25 10-14 18.42-38 14-19 Deze stand stond nu tweemaal op het bord. Ivo de Jong deed 4-9. Dat is slechts uitstel van executie. De volgende zet moest hij een soortgelijke ingrijpende beslissing nemen. De stand is 31 keer voorgekomen. De partijvoortzetting slechts eenmaal. 19.47-42 Wit heeft een een hoop voortzettingen. Dit is een beetje een sloom exemplaar.
[ Een mogelijkheid is 19.36-31 4-9 20.48-42 9-14 en wit heeft zowel de overgang naar randschijvenspel met 31-27 en 41-36 als wachten. Immers de opstoot naar veld 28 is niet het grootste probleem voor wit. Echter het spelen op 31 als je er daarna niets mee wilt doen, is onlogisch. ]
[ Een voor de hand liggende zet is 19.39-34 en wit krijgt zonder problemen veld 29. Dat is ook het geval na het gespeelde 47-42. Echter op de masterclass toonde Gantwarg een variant van Watoetin tegen Mensinga, waarbij juist de zet 48-42 sterk was. ]
19...3-9 20.39-34 9-14 21.34-29 4-9 22.44-39 11-16 Dit is de stand Boomstra - Ivanov, die witspeler na een magere voorronde in de finale van het wereldkampioenschap bracht.
[ De achterloop 22...19-23? faalt op 23.32-27! met schijfwinst. ]
[ De opstoot 22...22-28 23.32x23 19x28 ]
23.39-34!? Ron Heusdens wilde niet in het vaarwater van Gantwarg blijven en kiest een eigen weg.
[ Boomstra en Gantwarg deden in deze stand 23.37-31 Voorts is er een partij Watoetin - Ivanov, die Boomstra inspireerde tot het schema. Gantwarg vond het onbegrijpelijk, dat Ivanov tweemaal kort achter elkaar dezelfde opening speelde. Hij had moeten weten, dat wit natuurlijk iets zou hebben. Na 7-11 24.32-27 21x32 25.38x27 19-24 26.29x20 15x24 27.42-38 14-19 28.38-33 (28.41-37) 28...19-23 (28...2-7!) 29.39-34 9-14 30.41-37 24-30 31.34-29 23x34 32.43-39 34x43 33.25x34 won Boomstra. ]
23...7-11 Gooit de deur in het slot. 24.45-40 22-28!? Deze opstoot is zelden iets. Als de omsingeling niet lukt heeft wit de gemakkelijke afruil van de voorpost.
[ Een overgang naar de partij Watoetin - Stokkel is mogelijk via 24...21-27! 25.32x21 16x27 26.37-31 19-23 en hoewel de witspeler won, ging zwart gedurende een groot deel van de partij aan de leiding. ]
25.32x23 19x28 26.34-30
[ Het bezwaar van direct 26.38-32 is de reactie 21-27 en wit moet naar 21 slaan. ]
26...2-7 27.29-24!? Onbegrijpelijk... Dit is nogal een alles of niets zet. Zwart neutraliseert hierna de witte korte vleugel met 14-19 en 9-14. Er zijn allerlei andere zetten, die de dynamiek in de witte stand houden.
[ Een voor de hand liggende zet is 27.38-32!
A) en na 27...21-27 28.32x21 16x27 29.29-24 kan zwart geen 14-19? 30.36-31! 27x38 31.43x3 spelen. Aangezien 40-35 dreigt moet zwart iets dappers doen om het zetje naar 3 eruit te halen.
B) Het enige alternatief is 27...18-23 28.29x18 12x23 29.43-39 ( Beter is wellicht 29.30-24 7-12 30.43-39 en zwart moet kiezen tussen 21-27 en 17-22.)
B1) 29...14-19? 30.40-35 7-12 31.30-24 19x30 32.35x24 en zwart heeft alleen 17-22 ( Na 32...21-27? 33.32x21 16x27 34.37-32 27x47 heeft wit een dammetje op 3.) 33.26x17 12x21
B2) Zwart kan proberen zijn aanval te handhaven met 29...13-19! 30.40-35 15-20 er is dan geen duidelijk plan voor wit. De computer komt met 31.36-31 ( Op 31.37-31 28x37 32.41x32 7-12 33.42-38 wordt het niets met de korte vleugel opsluiting.) ]
27...14-19 28.40-35 Het nut van deze zet is twijfelachtig. Het brengt wat zetjes in de stand.
[ De ruil 28.37-32 28x37 29.42x31 ( of 29.41x32 wint wel tempi. Maar heeft na 9-14) 29...9-14 geen vervolg. ]
28...9-14
[ Na 28...17-22 29.26x17 12x21 30.37-32! 28x37 31.41x32 7-12 (of?) 32.24-20 15x24 33.32-28 22x33 34.38x20 9-14 35.20x9 13x4 36.25-20 gaat wit er rechts doorheen. ]
29.36-31 18-23
[ Geen succes is 29...17-22 30.26x17 12x21 31.25-20 14x34 32.38-32 19x30 33.32x1 en er zit niets in voor zwart. ]
30.38-32
[ Een mogelijkheid is de tempowinst 30.38-33 28x39 31.43x34 met de bedoeling er later nog eens vier tempi bij te pakken. ]
[ Niets mis is er met 30.43-39 12-18 31.39-34 en zwart iets dappers doen. ]
30...12-18 31.41-36
[ 31.42-38 7-12 ]
31...7-12 32.42-38 17-22 33.26x17 12x21 34.46-41 Hierna loopt de zwarte aanval vanzelf.
[ Met 34.31-26 kan wit wat dynamiek in de stand houden. Na 21-27 35.32x21 16x27 36.37-31 11-17 heeft wit geen zetten om te wachten. ]
34...11-17!
[ Na 34...21-27 35.32x21 16x27 36.38-32 27x38 37.43x32 11-17 38.49-44 6-11 39.44-40 11-16 40.40-34 moet zwart offeren. Op 8-12 volgt de bekende wending 41.34-29 23x34 42.30x39 19x30 43.32x23 18x29 44.35x33 met schijfwinst. ]
35.43-39 8-12 36.39-34 21-27
[ 36...6-11? 37.34-29! 23x34 38.30x39 19x30 39.32x23 18x29 40.35x33 ]
37.32x21 16x27 38.48-43 6-11!
[ De afwikkeling 38...28-32 39.37x28 22x42 40.31x11 6x17 41.43-38 42x33 42.34-29 23x34 43.30x28 19x30 44.35x24 is houdbaar voor wit. Het gaat dan om de doorbraak 18-22 45.28-23 13-18 46.25-20 14x25 47.23-19= ]
39.38-32 27x38 40.43x32 22-27 41.31x33 23-29 42.34x23 18x27 43.49-43 17-22 44.37-31 12-18 45.43-39 27-32 Nodig om schijf 11 te bevrijden. 46.39-33?? Dit is volgens de computer op slag verloren.
[ Remise zou moeten komen van 46.41-37 32x41 47.36x47 11-17 48.39-34 en wit heeft op 17-21? de bekende afwikkeling ( Lastig is 48...18-23 49.34-29 23x34 50.30x39 19x30 51.35x24 17-21 52.31-26 21-27 53.39-33 13-18 54.33-29 en het wint niet meer voor zwart. Verkeerde tempo.; Na 48...22-28 heeft wit het sterke veld 49.31-27! 28-33!? 50.47-42! 17-22 51.27-21=) 49.25-20 14x25 50.34-29 25x23 51.31-26 19x30 52.26x8 en wit wint zelfs nog. ]
46...11-17 47.41-37 32x41 48.36x47 17-21 49.31-26 Schijf 33 moet op 34 staan !!! 21-27 50.47-41
[ Na 50.47-42 27-32 mag wit er niet doorheen. ]
50...27-32 51.33-28 32x23 52.24-20 15x24 53.26-21 22-27 54.21x32 23-29?! Een opmerkelijke zet. Pure berekening. De computer schiet naar 6.00. Het is niet helemaal duidelijk waarom. Reeds in enkele zetten zakt het een factor 10.
[ Ook niet onredelijk is 54...24-29 55.32-27 29-33 56.27-21 33-38 57.21-16 38-43 58.16-11 43-48 59.30-24 19x30 60.35x24 48-42 61.11-7 42x15 62.7-1 met ongeveer het partijverloop. ]
[ Kingsrow geeft de voorkeur aan 54...18-22 55.41-36 23-29 ( of 55...22-28 56.32-27 28-33 57.27-22 33-38 58.22-17 38-43 59.17-11 43-48 60.11-7 14-20 61.25x14 48x9)
A) 56.36-31 13-18 57.31-26 18-23 58.26-21 22-27 59.21-17 27x38 60.17-12 38-42 61.12-7 42-47 62.7-1 (62.7-2 29-34 63.30x39 24-29) 62...47-33 63.1-7 33-17 64.7-2 29-33
B) De ruil 56.32-27 22x31 57.36x27 29-33 58.27-21 33-39 59.21-17 39-44 60.17-11 44-50 61.11-6 (61.11-7 14-20 62.25x23 50-11 63.30x8 11x28) 61...50-45 eindigt in een vangnet. ]
55.32-27 29-33 56.27-21 33-39
[ De pointe van 54...23-29! is 56...18-22 57.21-16 33-39 58.16-11 39-44 59.11-7 ( Op 59.11-6 44-50 60.6-1 50-45 61.1-6 heeft zwart de coup Turc: 45-1 62.6x18 1x46 63.25-20 46-28 64.30-25 28-32 65.20-15 19-24 66.25-20 24-29 67.35-30 32-28 en wint. Dat is wat gemakkelijker te zien als je een eindspel database ter beschikking hebt.) 59...14-20 60.25x23 44-49 61.30x8 22-28 62.23x32 49x19 63.41-36 19-13 ]
57.21-16 39-44 58.16-11 44-50
[ 58...18-22! ]
59.11-7 24-29 60.7-2 29-34 61.30x39 50x46 62.2-11 Volgens Kingsrow is de stand remise. Het maakt niet echt veel uit hoe je het precies speelt. Maar de sterke linie voor wit en voor zwart is 15-47. Echter wit kan er niet zomaar naartoe.
[ 62.35-30? 19-23! ]
62...46-41 63.11-17
[ Na 63.11-33 41-47 is de stand vrijwel op slag uit. ]
63...41-47 64.35-30 Deze zet werd onmiddellijk na de partij afgekeurd. Echter Kingsrow vindt er niets mis mee.
[ Wit moet ´vage´ zetten blijven spelen, zoals 64.17-11 ]
64...47-15 65.17-11 15-47 66.11-17 18-23 67.17-11 47-15 68.11-17 13-18 69.17-11 23-29 70.11-17 Dit is de beslissende fout.
[ Kingsrow geeft 70.11-16 met 0.03 Het gaat dan om 29-33 (70...18-23 71.16-2 15-24 72.2-13) 71.30-24 15x29 72.16-11 33-38 73.11-33 29-15 74.33x47 19-23 75.25-20= ]
70...19-23 71.17-26
[ 71.17-44 18-22 72.44x11 29-34 73.30x39 23-28 74.11x33 ]
71...23-28 72.26-21 29-33 73.21-16 33-38
0-2 (0.01/0.03)












(635098) Bleeker,D. (Dave) - Kos,J. (Jeroen)
v.Stigt Thans - SNA, 07-02-2015


1.32-28 17-21 2.33-29 11-17
[ Met 2...20-25 kun je desgewenst de komende hergroepering voorkomen. ]
3.28-23 Deze ruil wordt ontzettend weinig genomen. Het kost drie tempi en het levert niets op. 19x28 4.29-24 20x29 5.34x32 14-19 6.39-33 10-14 7.44-39 5-10 8.50-44 6-11 9.40-34 Hierna blokkeert zwart het opkomen van schijf 35. 15-20! 10.44-40 10-15 11.32-27!? Een verlegenheidszet.
[ De normale zet is 11.32-28 en wat materiaal van de witte lange vleugel komt in het spel zonder dat de zwartspeler geholpen wordt met de ontwikkeling vn de korte vleugel. ]
[ Een scherpe voortzetting is 11.31-26 21-27 12.32x21 16x27 ]
11...21x32 12.37x28 16-21 Andermaal wordt zwart actief met de korte vleugel. 13.41-37 1-6 14.37-32 21-26 Een soort tempodwang. Het provoceert wit tot een in principe correcte voortzetting. 15.35-30! 26x37 16.42x31 17-22
[ Clerc gaf aan de opmerkelijke zettenreeks 16...20-24 17.30-25 18-23 18.34-29 23x34 19.40x20 15x24 20.39-34 4-10 21.34-29 10-15 22.29x20 15x24 23.43-39 12-18 24.49-44 18-23 en dankzij de Coup Springer heeft zwart een goede klassieke stand. Wit kan nu of later geen 25.44-40? spelen eventueel gevolgd door 39-34, vanwege 24-29! 26.33x24 19x30 27.28x10 30-34 28.39x30 9-14 29.10x19 13x44 ]
17.28x17 11x22 18.30-25 7-11 19.46-41 11-17 20.41-37 6-11 21.32-28? Wit ziet de partijvoortzetting niet aankomen.
[ Na de normale opbouw 21.47-42 20-24 22.49-44 heeft zwart de opstoot 22-28 23.32x23 19x28 24.33x22 17x28 Wit krijgt wat tegenspel met 25.34-29 24x33 26.38x29 Maar het is niet veel. ]
21...19-24! 22.49-44
[ Wit moet altijd een stuk verliezen. Op 22.34-29 heeft zwart 14-19 23.25x23 11-16 24.29x20 18x29 25.33x24 22x35 26.24-19 15x24 27.19x30 35x24 met stukwinst en geen enkele compensatie. ]
22...24-29 23.33x24 22x42 24.47x38 20x29 25.34x23 18x29 26.39-33 12-18 27.33x24 14-20 28.25x14 9x29 29.43-39 15-20 30.39-33 20-24 31.44-39
[ 31.33-28? 18-22! ]
31...3-9 32.37-32
[ 32.33-28? 18-22! ]
32...18-23 33.31-27
[ 33.33-28 ]
33...9-14 34.36-31 4-9 35.31-26 8-12 36.33-28 14-19 37.39-34 9-14 38.27-22 11-16 39.22x11 16x7 40.48-42 12-17 41.42-37 7-12 42.37-31 13-18 43.31-27 14-20
[ Meteen uit is 43...24-30 44.34x25 14-20 45.25x14 19x10 46.28x19 29-34 47.40x29 17-21 48.26x8 2x42 ]
[ Een alternatief is 43...2-7 Dit vond ik in de partij nog niet helemaal duidelijk maar het blijkt ook goed te zijn: 44.40-35 29x40 45.45x34 14-20 46.38-33 20-25 47.27-21 18-22 48.34-30 25x34 49.33-29 24x33 50.28x30 22-28 51.32-27 28-33 52.30-24 19x30 53.35x24 33-38 54.24-20 38-42 55.20-15 42-47 56.27-22 17x28 57.21-17 (57.15-10? 12-17! 58.21x1 28-33 59.1x42 47x4) 57...12x21 58.26x17 47-36 59.15-10 7-12 60.17x8 36-13 61.8x19 23x5 ]
44.40-35 29x40 45.35x44
[ 45.45x34 24-29 ]
45...2-7 46.27-21 18-22
0-2 (0.34/0.06)



All games on this page as PDN here

Generated with Turbo Dambase 5.0