Vorige week ging in Cannes de Confederation cup van start. Het KNDB-bestuur heeft besloten dit toernooi te steunen en heeft de spelers van de eerste drie teams van de vorige competitie de mogelijkheid gegeven om mee te spelen. Alexander Schwarzman moet van zijn bond meespelen in het Russische team. Bijgevolg wilde hij evenals Baljakin (2-0 tegen Messemaker) en Valneris (1-1 tegen Watoetin) gebruik maken van de mogelijkheid om vooruit te spelen. Op dinsdagavond ging hij samen met Joop Smit naar Hengelo om de partij uit de wedstrijd Van Stigt Thans - Maas 't Hoog vooruit te spelen. Het was door de avondspits een flinke rit (3 uur rijden). Het zag er niet goed uit. Hij moest tegen Jeroen Goudt, die normaliter geen uitwedstrijden speelt. Echter in de tijdnoodfase wist hij via een verrassende manoeuvre de partij toch nog naar zich toe te trekken.
Dit soort stellingen wordt al genoemd in het matchboek Sijbrands Andreiko 1973. Wit heeft schijf 35 opgelost. Maar het is bepaald niet eenvoudig dit kleine voordeeltje te gelde te maken. De opstoot 9...29-23 is tweemaal eerder gespeeld. Mamina N'Diaye was tweemaal de zwartspeler. De eerste maal speelde Ton Sijbrands met wit en won. De tweede maal maakte zwart tegen Johan Bastiaannet korte metten de witte voorpost via 10...13-18 etc. Volgens Alexander sta je na deze ruilactie erg goed met wit. Alexander speelde de uitval tijdens het wereldkampioenschap 2003 tegen Erdenebileg met een kleine zettenwisseling en won.
Alexander merkt op dat in diagram 2 de voorzetting 11...3-9 verraderlijker is. Na de foutzet 12.37-32? 15-20! heeft zwart de onpareerbare dreiging 13...24-29.
De witte stelling ziet er schitterend uit, maar hij heeft tempoproblemen. Hij kan immers niet spelen op de korte vleugel en in het centrum. De kunst is om de lange vleugel in beweging te houden. Want als hij ook daar gefixeerd wordt, dan heeft hij een groot probleem. De wat brute manoeuvre 17.37-31 21-26 18.27-22 is nodig om speelvrijheid te behouden op de lange vleugel.
In diagram 4 speelt wit 49 en geen 50. Dat is nodig om na 22.49-44 21x32 23.38x27 13-18 zijn stuk terug te kunnen winnen zonder hinder van dammen naar 50.
Beide spelers moeten opletten. Zwart speelt hier terecht 27...7-11. Na het voor de hand liggende 27...9-13 28.27-22 kan hij behoudens 28...16-21 29.31-26 etc. niet meer spelen op de korte vleugel en wordt overspeeld. Met 27...7-11 28.48-42! houdt wit zijn aanval gaande. Zwart wordt daarna vrijwel gedwongen de aangeboden schijf te nemen. Zijn lange vleugel staat dan weinig optimaal, zodat hij besluit het stuk zo snel mogelijk terug te geven.
Wit blijft maximale druk uitoefenen. Zwart besluit terug te ruilen met 38...12-18x7, omdat 38...23-29 39.32-27 29x38 40.27-22 er niet goed uitziet.
Zwart heeft zich goed verdedigd. Hij heeft een achtergebleven stuk op 15, maar dank zij het centrum hoeft hij niet voor het leven te vrezen. De beste voortzetting is 43...7-12 44.44-40 12-18 45.40-35 2-8 46.27-21 8-13 etc met een probleemloze remise. Zwart is zich echter nog niet bewust van het komende verrassende offer 34-30.
In diagram 8 speelde zwart vrijwel á tempo de slechte zet 45...15-20. Hij had nog tien minuten en wit nog slechts een kleine minuut. Remise is 45...2-8 46.21x3 11-16 47.3x20 15x24 =.
Op dit moment ontdekte zwart welke poets hem gebakken was. Op 46...11-16 volgt 47.12-7 2x11 48.32-27 23x21 49.26x6 16-21 50.6-1 21-27 51.1-34! ontstaat diagram 10. Na de partij hebben de heren zich beziggehouden met de variant 51...27-31 52.34-48 31-36 53.48-37 20-24 54.37-32 24-30 55.25x34 14-20 56.32x25 36-41 57.34-29 41-46 58.25-34 etc. met goede winstkansen voor wit. De vangstelling schijven 15, 29, 44 en dam 50 tegenover zwart 35 en dam op de lange lijn (5 of 46) is na 44-39 effectief.
Objectieve beschouwing (Gantwarg) leert, dat dit alleen lukt, als de zwartspeler passief op de lange lijn heen en weer blijft schuiven. Als zwart gaat storen op de velden 42 en 26, dan lukt het natuurlijk niet.
Topscoorder Anton van Berkel (hier aan het vluggeren met Odin Mol) mocht tegen Leo Faber, een heel ervaren speler. Het is niet duidelijk wat deze allemaal bedoeld had met zijn behandeling van de stelling. Hij begon met een soort omsingeling om vervolgens in de diagramstand de kop in de strop te steken met 23.33-28 2-8 24.38-33. In de diagramstand is zowel 49-44 als 50-44 verhinderd door kleine combinaties. Maar na een flexibele zet als 23.43-39 mag zwart niet hopen erg veel te bereiken.
Het resultaat was de stelling rechts. Zwart dreigt met 6-11 en 22-27 een schijf te winnen. Wit hoopt zich na 29.50-45 te bevrijden met 30.33-29. Dat is nog steeds geen vetpot. Maar zelfs dat wenst zwart zijn tegenstander niet meer te gunnen en speelde de zet 29...15-20?!?
In de partij ging het passief verder met 30.40-35. Je kijkt nog naar mogelijkheden als 30.43-39. De afwikkeling 30...24-29 is niet helemaal duidelijk. Na 30...6-11 31.49-43 22-27 32.31x22 18x27 33.32x21 16x27 34.40-34, 33-28, 34-30 en 45-40x16 is het ook ingewikkeld. Na 31...3-8 32.47-41 24-29 33.33x15 22x35 34.32-28 is het nog een heel werk. In plaats van 29...15-20 adviseert Truus 29...3-9. Een mogelijkheid is 30.47-41 6-11 31.31-27 22x31 32.26x37 18-22 33.37-31 24-29 34.33x24 19x30 35.28x8 12x3 36.25x34 22-27 met een kansrijke dam.
Het zwarte voordeel is in diagram 3 een beetje verwaterd. Gelukkig speelde wit 33...37-31. Na 33.47-41 is het veel moeilijker. Het probleem is dat na bv. 33...11-17 34.37-31 18-22 35.33-29 kan. Ook 33...21-26 34.45-40 12-17 35.40-34 17-21 36.49-44 21-27 37.32x21 16x27 38.44-39 23x32 39.37x28 lijkt nog wel te gaan voor wit (Truus). Truus adviseert op 33.47-41 direct de ruil 33...21-27(?) 34.32x21 16x27. Na 35.45-40 23x32 36.37x28 18-23 zit er weer een zetje in naar 16, terwijl op 36...27-31 37.42-37 de boel vlot remise loopt.
Na de schijfwinst staat zwart natuurlijk huizenhoog gewonnen. Echter enige zorgvuldigheid is op zijn plaats. De voor de hand liggende voortzetting 41...11-17? (42.39-34? 37-42!) wordt beantwoord met 42.47-42 37x48 43.39-34 48x30 44.25x23 3-9 45.23-18 en het wordt een heel gedoe om nog te winnen.
Na het gespeelde 41...3-9 faalt de manoeuvre 42.47-42 37x48 43.39-34 48x30 44.25x23 op 44...9-13 45.27-22 11-17 46.22x11 16x7 47.40-34 7-12 48.34-30 13-19 en wit heeft geen tempo. De variant 44...9-13 45.40-34 24-29 46.23-18 etc. is simpel gewonnen. Het eindspel 46.23-19 14x23 47.34-30 is de beste kans en geeft na 29-33-38-43-49 overmacht.
De partij Heusdens - Stokkel heb ik aan Cordier voorgelegd. Hij begrijpt er evenals ik niets van. Zwart laat zich als een kind van het bord zetten, terwijl er allerlei kansen voor hem zouden moeten zijn.
In de diagramstand is 23...12-17 een voor de hand liggende zet. Dat verhindert de opbouw 48-42-37. Na 24.32-27 lijkt een gevaarlijk kettingstelling mogelijk. Truus komt met de mogelijkheid 24.31-26 7-12 25.22-18 etc. De zet 24...8-12 is iets beter. Het plan 23...12-17 24.31-26 1-6 25.32-27 7-12 26.27-21 is minstens zo gevaarlijk als het partijverloop.
In diagram 2 speelde zwart de achterloop 31...12-18. Wat na 32.45-40x21x22 resulteerde in een complete bevrijding van de witte lange vleugel en een langdurige aanval tegen de zwarte korte vleugel. De opbouw 31...10-14-19 lijkt veel taaier. De afwikkeling 31...10-14 32.22-17 12x21 33.26x17 14-19 34.28-23 etc. is veel te duur.
Na 34.31-27 8-12 35.17x8 3x12 heeft zwart acht tempi ontwikkeling teruggewonnen en lijkt de angel uit de witte aanval. Hoewel enige zorg geboden blijft. Op 36.36-31 is direct spelen op veld 18 met 36...13-18 geen goed idee. Na 37.31-26 9-13 38.27-21 16x27 39.32x21 6-11 40.21-17 11x22 41.28x8 13x2 42.33-28 blijft schijf 15 langdurig achter. Echter na 36...20-24 37.31-26 24-30 lijkt de zwarte verdediging weer redelijk op orde.
Wederom is zwart niet bij de les. Hij speelde 41...24-30 en wit ging damhalen op 1. De enige serieuze tegenkans is in diagram 3 de scherpe zet 41...13-18. Er dreigt dan enigszins de tussenloop 18-22. Te scherp is daarom 42.21-16 12x21 43.26x17 24-30! 44.33-29 20-24 (of 18-22) met remise. Na de terugruil 42.21-16x27 is er weer hoop. Echter het materiaal van zwart op de lange vleugel blijft er wat zieligjes bij staan.
Verreweg de interessantste partij van de dag was de partij Michiel Kroesbergen - Dirk van Schaik. Dirk besloot om naar veld 36 te gaan. Daar zijn hedendaagse topspelers tegenwoordig niet meer zo enthousiast over. Of je wordt aan de lange vleugel weggeduwd of je tegenstander maakt het klassiek en schijf 36 staat de rest van de partij als combinatieschijf dienst te doen.
De witspeler staat bekend als een optimistisch speler. Echt een man naar mijn hart dus. Hij accepteert hier een korte vleugel opsluiting. De omstandigheden zijn niet bijzonder geschikt. Zwart heeft weinig achtergebleven materiaal op de lange vleugel. De zetjes ingeleid met 47-41 zijn er voorlopig nog niet. Zwart begint hier met 24...15-20. Een vreemde zet. Zolang veld 20 open staat is het moeilijk voor wit om zich zonder kleerscheuren te bevrijden. Als het nodig is, kun je later altijd nog 15-20 spelen. Waarom er dan mee beginnen (?)
Zwart speelde in deze stand 6-11-16 om te ontdekken, dat hij veld 26 toch niet bereiken kan. Cordier merkte op dat centraal houden van de stukken met 35...13-18 (verhindert 33-28) 36.41-37 6-11 37.37-31 9-13 38.31-26 17-22 39.47-42 22x31 40.26x37 3-8 41.32-27 11-17 42.38-32 17-22 43.37-31 22-28 44.36-41 simpel wint.
De moeilijkheid is echter volgens Truus de combinatie 38.33-28 3-9 (dreigt altijd 18-22) 39.47-41 36x47 40.38-33 47x29 41.27-21 17x37 42.32x41 23x32 43.34x3 25x34 44.3x33 X. Truus komt daarom op 38.33-28 met de afwikkeling 38...23-29 39.34x21 25x34 40.40x29 24x42 41.47x38 36-41.
Dat is inderdaad een beetje gevaarlijk voor wit. Truus legt uit dat op 42.35-30 41-47 43.21-16 47x17 44.16x7 19-24x1 pijnlijk is. Ook 42.35-30 41-47 43.30-24 47x37 44.24x15 37x28 45.15-10 28-22 X is het niet helemaal. Het eindspel 42.28-22 11-16 43.21-17 41-46 44.31-26 46x23 45.27-21 16x18 46.17-11 18-22 ziet er slecht uit.
In de partij komt zwart heel erg slecht te staan. De hangende schijf op 20 is geen feest. De poging hem te ontwikkelen met 43...25-30 faalt op 44.47-41 en 40-34 met schijfwinst. Aangewezen is de voortzetting 43...8-12. In de partij deed zwart de verschrikkelijke zet 43...19-23 en ontsnapte omdat wit de afwikkeling naar een remise eindspel nam. Arnaud geeft aan 43...19-23 44.39-34 13-18 45.32-27 en zwart kan direct opgeven.
Zelf mocht ik andermaal tegen Wytze Sytsma. Hij heeft wat minder elo-punten, maar ik heb een poosje geleden tegen hem verloren. Ik was vandaag dus wat voorzichtiger. Het ruiltje 2.31-27x27 is een recente innovatie (245 keer gespeeld). Eerder werd ik er compleet door verrast tegen Gabriël Heerema. Het werd toen niet veel meer na 3...19-23 4.28x19 14x23 5.34-29 23x34 6.39x30 etc. Inmiddels heb ik gezien hoe Voronitsj zoiets aanpakt. Dat wilde ik wel eens proberen te herhalen.
Roelofs,A. - Voronitsj,A. NLD-chT
1a, 28-10-2000
1.32-28 18-22 2.31-27 22x31 3.36x27 17-21 4.37-32 11-17 5.41-37 6-11 6.46-41
21-26 7.34-30 20-25 8.41-36 25x34 9.39x30 17-21 10.30-25 19-23 11.28x19 14x23
12.44-39 12-17 13.33-29 23x34 14.40x29 8-12 15.50-44 1-6 16.44-40 10-14 17.40-34
12-18 18.38-33 2-8 19.43-38 17-22 20.36-31 11-17 21.49-43 8-12 22.34-30 6-11
23.39-34 14-19 24.45-40 9-14 25.47-41 4-9 26.41-36 3-8 27.43-39 22-28 28.33x22
17x28 29.32x23 21x43 30.31-27 19x28 0-2 (1.58/1.13)
Andere voorbeeld is: Barkel,M. -
Prosman,E. NLD-ch, 09-04-2004
1.32-28 18-22 2.31-27 22x31 3.36x27 17-21 4.37-32 11-17 5.41-37 6-11 6.46-41
21-26 7.34-30 17-21 8.40-34 12-18 9.30-25 7-12 10.27-22 18x27 11.28-23 19x28
12.33x31 21-27 13.31x22 26-31 14.37x26 14-19 15.25x23 13-18 16.22x13 8x46
17.38-32 46x40 18.45x34 met later remise.
Fijn van Draat,L. - Presman,A.
NLD-chT ereklasse, 30-11-2002
1.32-28 18-22 2.31-27 22x31 3.36x27 17-21 4.37-32 11-17 5.41-37 6-11 6.46-41
21-26 7.34-30 17-21 8.40-34 20-25 9.30-24 19x30 10.35x24 14-19 11.34-30 25x34
12.39x30 19-23 13.28x19 15-20 14.24x15 13x35
Het belangrijkste bezwaar van de witte opening is de reactie 3...12-18. Tot nog toe heeft geen enkele witspelers iets beters weten te verzinnen, dan de ruil 27-22 en 28-23x31. Georgiev speelt de zwarte opening regelmatig en reageert steevast met deze zet.
Dit soort schema's speel ik tegenwoordig vaker en geeft steevast aanleiding tot grote paniek bij de witspelers. Het partijverloop was zichtbaar een tegenvaller voor Sytsma. Het is natuurlijk grotendeels bluf. Zwart gaat op de volgende zet 12-18 spelen met wat onduidelijk druk tegen schijf 27. Als wit schijf 27 weet te handhaven, dan staat zwart ontzettend slecht. Wit besluit alle ruilmogelijkheden open te houden. De gespeelde voortzetting 11.34-30 lijkt mij toch wel de minste van de vele mogelijkheden.
Truus stelt 11.41-36 12-18 voor. Tijdens de partij was ik nogal bang voor het vervolg 12.37-31 26x37 13.42x31. Waarschijnlijk is 13...21-26 14.27-21 goed voor wit. Truus komt met 13...8-12 14.31-26 18-22 15.27x18 13x22 16.34-29 20-24 16.29x20 15x24 17.40-34 met aanval tegen schijf 24. Zelf overwoog ik 11.41-36 20-24 12.34-30 12-18 13.37-31 26x37 14.42x31 8-12 en zwart heeft fraaie kansen in het half open klassiek. Eigenlijk maakt het voor deze varianten niet uit of je met 12-18 of 20-24 begint. Schijf 18 moet alleen naar 22 als het wint.
Zwart houdt de deugd in het midden. Ik ging er vanuit, dat wit hier geen bevredigende ruilmogelijkheid heeft. Ik hoopte stilletjes op 12.27-22 18x27 13.28-23 19x28 14.33x31 17-22. Er dreigt een opsluiting. De meerslag naar 6 verhindert 32-27. Op 32-28x28 volgt natuurlijk 20-24X. Truus reageert heel nuchter met het schijnoffer 15.31-27 22x31 16.41-36 en het valt mee.
De gespeelde ruil 12.28-22 is weinig bevredigend voor wit. Nog steeds is 12.41-36 een serieus alternatief. Hoewel de druk tegen schijf 27 door het wegspelen van schijf 34 naar 30 aanzienlijk is toegenomen.
Zoals al eerder betoogd staat zwart slecht als wit zich op veld 27 kan handhaven. In diagram 4 moet ik een manier vinden om druk uit te oefenen zodanig, dat schijf 27 er altijd vanaf gaat. Ik heb naast de gespeelde ruil meer geciviliseerde voortzettingen als 13-18, 9-13 en 4-9 overwogen. Ik vreesde schijf 27 er dan niet meer vanaf te krijgen.
Wit gaat natuurlijk een keertje met 30-24x34 zijn randschijven terughalen. Echter zolang er geen schijf op 36 staat, kan zwart weinig verwachten van aanvalskansen tegen de witte lange vleugel. De ruil is bijgevolg puur defensief bedoeld. De witte partijreactie kan mij niet erg bekoren. Hij kan met bijvoorbeeld 17.38-32 proberen veld 27 te heroveren. Zwart kan dan weliswaar zijn randschijf terugruilen, maar krijgt dan te kampen met ontwikkelingsachterstand plus een verzwakte korte vleugel.
De situatie in diagram 5 is de complete partij blijven voortduren. Zwart staat zes zetten naar voren, maar kan niet aanvallen tegen de vijandelijke lange vleugel, omdat schijf 36 weg is. De witte stelling heeft wel de goede 'richting'. Maar hij kan ook weinig uitrichten, omdat hij ontwikkelingsachterstand heeft. De rest van de partij gaat het erom of een van de spelers het centrum weet te pakken. Ondertussen heeft zwart niets anders dan herhaalde malen afruilen van schijf 24.
In diagram 6 is er niets veranderd. De doorbraak 35.30-24 19x30 36.39-34 30x39 37.38-33 39x28 38.32x12 is een idee, maar het lijkt niet erg kansrijk voor wit. Ik ging uit van het schema 38...22-28 39.29-24 21-27 40.40-34 27-31 41.34-29 16-21 42.49-43 31-36 43.43-39 21-27 en alleen zwart krijgt winstkansen. Veel minder is het plan 38...14-19 39.40-34 19-24 40.29x20 15x24 41.49-43-38 en 34-29x29 etc. Rob merkte nog op, dat zwart na het gespeelde 35.30-24 19x30 36.40-35 beschikt over 36...21-27 37.32x21 16x27 38.35x24 18-23 met druk tegen schijf 24. Veel is het niet.
Tot vervelens toe blijft zwart terugruilen. In deze stand heb ik mij af zitten vragen of er ook winst mogelijk was. Niet goed is 38...14-19 39.44-40 19x30 40.40-35 en de verdediging van de lange vleugel is weg. Ook geen goed idee is de ruil 38...21-27 39.32x21 16x27. Na 40.38-32 27x38 41.42x33 heeft wit eindelijk uitzicht op het veroveren van het centrum.
Pas na een kwartiertje besloot ik af te zien van de opsluiting 38...22-27 39.39-33 1-7 40.33-28 7-12. Enerzijds heb je als zwart niet veel aan een variant als 41.44-39 14-19 42.39-33 19x30 43.29-23 18x29 44.33x35 12-18 45.35-30 15-20. Anderzijds sta je na 41.44-40! enigszins met de mond vol tanden. Zwart heeft geen tempi om de situatie te handhaven. Ook is de witte tempozet 47-41 in geval van nood nog helemaal zo gek niet.