æ
SCHIEDAM - De derde ronde was zoals we al vreesden een formaliteit. Damclub Westland heeft op het ogenblik geen sponsor en zag een groot aantal spelers vertrekken naar andere clubs. Het werd een waar bloedbad. De enige speler, die genade toonde was Wim Vrijland en in bovenstaande stand in een leuke, maar erg bekende Haarlemmer liep. De rest van onze ploeg raakte daardoor nog wat extra gemotiveerd. Niemand wilde immers in het blauw (remise met meer dan 200 elo-punten verschil) op het internet komen. Het scheelde maar een haartje of het was 18-2 geworden. Maar Fred de Koning wist een slecht eindspel nog net overeind te houden.
Westlandse Dam Com. | Van Stigt Thans | 3-17 | |
---|---|---|---|
1 | Peter van der Stap (1340) | Alexander Schwarzman (1542) | 0-2 (9) |
2 | Walter Thoen (1280) | Tanya Chub (1358) | 0-2 (8) |
3 | Jan de Koning (1146) | Frits Luteyn (1383) | 0-2 (3) |
4 | Wim Boer (1078) | Anton van Berkel (1409) | 0-2 (4) |
5 | Wim Bremmer (1341) | Ron Heusdens (1458) | 0-2 (1) |
6 | Fred de Koning (1373) | Rob Clerc (1514) | 1-1 (10) |
7 | Ton van Adrichem (1268) | Anatoli Gantwarg (1523) | 0-2 (6) |
8 | Martin van de Hout (1112) | Dirk van Schaik jr. (1341) | 0-2 (7) |
9 | Alex Wijnhorst (1077) | Arie van de Weteringh (1384) | 0-2 (2) |
10 | Jerry de Nijs (926) | Wim Vrijland (1298) | 2-0 (5) |
Alexander Schwarzman opende zijn partij met een hekstelling, die niet als bijzonder kansrijk voor zwart te boek staat. In tegenstelling tot de bekende variant heeft wit veel meer centrum en een eventuele geslaagde uitputtingstactiek moet heel diep komen. De enige hoop die zwart heeft, is dat wit de hekstelling overhaast verbreekt.
De ruil 12...21-27 heeft een puur defensief karakter en geeft de hoop op, dat wit via de achterloop 31-26 de dubbele ruil 26x17 (11x22) 28x17 (12x21) gaat toelaten. Ook na die ruil zou wit nog steeds goed staan, maar zwarte hekstelling staat dan weer op de kaart. Na het alternatief 12...2-7 zou wit wellicht ook 13.31-27 kunnen overwegen.
In diagram 2 is de hekstelling verbroken en zwart kan met het resultaat nog best tevreden zijn. Hij heeft een kleine ontwikkelingsvoorsprong en de witte formaties op de korte vleugel hebben een statisch karakter. Zijn laatste zet 21...13-18 is een positionele lokzet. Het hoopt op 22.35-30. Vermoedelijk was er dan 22...7-12 23.28-23 18x29 24.34x23 25x34 25.40x29 20-24 26.29x20 15x24 gevolgd met isolatie van de witte voorpost. Als de omsingeling niet lukt kan de voorpost er altijd nog met tempowinst vanaf.
Zwart blijft geduldig wachten op de dingen, die komen gaan. Hij heeft de mogelijkheid schijf 28 te omsingelen met de ruil 20-24x24. Erg veel hoeft hij daar niet van te verwachten, maar wit is er ook niet blij mee. Peter besluit daarom de aanval te nemen en komt van de regen in de drup na 27.29-24x24? Deze voorpost is betrekkelijk eenvoudig te isoleren met 18-23x23 na wat voorbereiding. Het complete centrum dreigt hem dan toe te vallen.
In de partij krijgt zwart moeiteloos het centrum in handen. Vooral omdat wit maar achteruit blijft ruilen en verzuimd een vesting te bouwen. In diagram 4 heeft wit een schijf geofferd om een doorbraak tegen de zwarte lange vleugel te organiseren of met het offer 36-31 het zwarte centrum op te blazen. Alexander toont zich niet onder de indruk. Truus probeert inderdaad nog 53.36-31 27x36 54.38-32 19-23 55.47-42 23x43 56.32x12, maar dat eindspel kan nauwelijks serieus genomen worden.
Tanja kreeg tegen Walter Thoen de zogenaamde 'Kat in het bakje' variant op het bord. Andris Andreiko en Ton Sijbrands hadden daar dertig jaar geleden wel eens succes mee tegen passieve spelers. Als witspeler moet je je er voortdurend goed van doordrongen zijn, dat de opening niet echt deugd. Als zwart oplet op de cruciale ogenblikken, dan komt hij moeiteloos in het voordeel. Enige jaren terug is dit spelbeeld aan de orde geweest op de damestraining.
Het opletten dient hier voor zwart al in een vroeg stadium te beginnen. Truus komt achtereenvolgens met de zetjes 17...17-22 18.40-34 11-17 19.34-29 23x34 20.38-32 27x29 21.26-21 17x26 22.43-38 34x32 23.41x21 12x21 24.30-24 en 17...17-22 18.40-34 12-17 19.34-29 23x34 20.33-29 34x23 21.30-24 X. Niet helemaal van gevaar ontbloot is 17...17-22 18.40-34 23-28 19.33-29 18-23 20.29x18 12x23 21.44-40 20-24? 22.39-33 28x48 23.38-33 X. Truus heeft nog tal van andere aardige ideeën. Geïnteresseerden moeten Truus maar even haar gang laten gaan.
Zwart is bij de eerste de beste geschikte gelegenheid ontsnapt uit het mijnenveld van combinaties, maar heeft nu te kampen met een verpletterende witte aanval. Met zijn laatste twee zetten heeft hij het zetje 17-22x41 in de stand gebracht. Het is niet eenvoudig dat simpel en adequaat te pareren.
Het dichtmaken van veld 43 is wat jammer. Daarom speelde Tanja 43.28-23. De afwikkeling uit de partij met 27-31 en 17-22 is opmerkelijk. De tegen combinatie is inderdaad op slag uit. Truus komt nog met de verdediging 43...18-22 44.30-24 13-19 45.24x13 12-18 46.23x12 17x19 47.38-32 27x38 48.33x42 15-20 en er moet nog even gewerkt worden voor de punten.
De Molimard opening is een (fatale) liefde van mij. Tegen Jan de Koning (240 punten elo verschil) meende ik mij wel een gokje te kunnen permitteren. De ruil 8.40-34 is niet echt onwelkom. Er zijn wel ergere afbraakacties denkbaar. Zwart dient nuchter te reageren. Dat wil zeggen hij dient na 21-26 veld 23 te bezetten en te wachten op de dingen, die komen gaan. Vrijwel altijd zal wit langdurige kampen met onevenwichtigheden in zijn stelling.
Het enige waar je voor moet waken, is dat wit niet een keertje 27-22 kan spelen gevolgd door 32-28x28. Hij heeft dan een redelijk evenwichtige aanval. Zwart kan de uitval 27-22 tegenhouden met een goed getimed 11-17. Echter daar moet hij niet te vroeg mee zijn. Anders wordt schijf 17 een aanknopingspunt voor de enorme witte ontwikkelingsvoorsprong. In de partij maakt wit het mij niet echt moeilijk.
In diagram 2 heeft zwart diverse plannen. Ik zocht naar ene geschikt moment om (23-29) 30-25 (9-14) te spelen en de terugruil 40-34x44 is verhinderd door het zetje 24-30 en 13-18x49. Direct 24...23-29 25.30-25 9-14 kan beantwoord worden met 26.43-39 en zwart heeft wellicht te weinig.
Na het gespeelde 24...11-16 leek mij 25.31-26 nodig. Zwart kan dan met 25...12-18 26.37-31 18x27 27.31x22 23-29 28.30-25 9-14 29.43-39 29-33 30.38x29 24x44 31.40x49 7-11 32.32-27 8-12 33.42-38 19-24 proberen te profiteren van de kwetsbaarheden in het witte centrum. Minder goed is 24...11-16 25.31-26 23-29 vanwege 26.22-17x17 met dreigingen.
Wit is het slachtoffer geworden van de positionele dreiging 16-21. Objectief gezien verdient de reactie 27...23-29 28.17x26 29-34 29.40x29 24x22 de voorkeur. De witte korte vleugel is dan een dankbaar doelwit, terwijl de eigen korte vleugel onkwetsbaar is. Echter de partij voorzetting leek mij lastiger voor wit. Een randschijf op 16 is altijd een aardig aanknopingspunt.
In de vierde diagramstand wordt wit het slachtoffer van het enigszins verborgen 31-27 7-11x31. Na het aangewezen 31.43-39 moet zwart veel harder werken voor de punten. Steeds moet hij oppassen voor Haarlemmers ingeleid met 28-22 en 35-30. Een idee is 31...24-30 32.35x24 20x29 33.39-33 2-8xx24 met aanval tegen de witte korte vleugel.
Uit puur defensief oogpunt is de opmars 30.36-31-27 uit diagram 4 niet zo handig. Het ruiltje 30.37-31 26x37 31.42x31 geeft zwart weliswaar minder problemen, maar ook minder kansen. In de partij staat wit na de drie om drie troosteloos. Echter er moet nog wel gewonnen worden. Zwart dreigt met (6-11-17) of ook met (2-7), (26-31), (36-41) 42-37x17 (7-11) schijfwinst. Het gespeelde 36.34-30 kost een volle schijf.
Ten koste van twee schijven heeft wit direct verlies weten af te wenden. Na ampel beraad besloot ik om zo snel mogelijk af te wikkelen naar een eindspel met twee schijven voor via (21-27) 33-28 (13-18) 34-29 (18-22) 28-23 (27-32). Wit kan namelijk niet direct damhalen, zodat de beslissende tweede zwarte dam gemakkelijk gerealiseerd kan worden.
De opening uit de partij Anton van Berkel - Wim Boer is bekend uit de match Sijbrands - Andreiko. Zwart kan redelijk standhouden, mits hij in deze stelling geen 19...8-13 speelt. Hij moet namelijk 20.44-40 kunnen beantwoorden met 18-23. Geadviseerd wordt 19...18-23 20.44-40 2-7 en de witte aanval komt niet verder.
In de tweede diagramstand is schijf 24 reddeloos. Toch rekende Anton meer dan een half uur aan de beste voortzetting. Hij koos tenslotte voor het schijnbaar a-positionele 25.42-37. Dit was gebaseerd op de peperdure dam 25.41-37 16-21 26.43-39 27-32 27.38x16 14-20 28.25x23 18x47 29.30x17 11x22 en winst voor wit is bepaald niet vanzelfsprekend.
Ron heeft een paar systemen uitvoerig bestudeerd. Volgens Wim Bremmer was zijn eigen zet 19.44-40 niet zo goed. Helaas heeft hij verzuimd mij uit te leggen wat het dan wel zou moeten zijn. Waarschijnlijk moet het 19.34-29 zijn. Na 19...13-18 heb je dan tenminste nog wat. Volgens Truus zou het 19.49-43 moeten zijn. Op 19...10-15 volgt dan 20.34-30 20-25 21.27-21. Truus gaat verder met 19.49-43 20-25 20.34-29 10-15 21.29x20 15x24 22.44-40 en het licht gaat uit. Zwart lijkt de situatie aan de lange vleugel niet te kunnen handhaven en krijgt een verpletterende aanval over zich heen.
In de partij kan zwart straffeloos 10-15 en 13-18 spelen, waardoor dammetjes wit dwingen een schijf te geven. De manier waarop wit deze schijf geeft is niet handig. Want binnen enkele zetten volgt zo de tweede. Bijvoorbeeld 21.28-22 kost maar een schijf.
Rob Clerc moest tegen de sterkste speler Fred de Koning. In de diagramstand besluit wit het centrum te sluiten. Een alternatief is 37.30-24xx24 (9-14) 39-33 (14-19) 24-20 (19-24x34) 44-39x49 (3-9) 32-28 11-17 etc. met remise. De consequentie van deze keuze is, dat een nadelige Woldouby stelling dreigt te ontstaan. Het lijkt net alsof wit niet beter heeft dan nu of later af te wikkelen naar remise.
De gespeelde ruil 44.28-22 17x28 45.33x22 is niet erg bekend. Na 44.39-34 17-21 heb je de Woldouby. Deze stand is remise, maar het is zwoegen voor wit na 45.34-29 32x34 46.30x39 18-23 47.27-22 12-17 28.22x11 16x7 29.28-22 7-12 30.22-17 12-18 31.32-28 of 31.32-27 en de rest ben ik vergeten.
De ruil 44.28-22x22 is vrij probleemloos remise voor wit. De beste kans is volgens de heren 45...23-29. Truus komt met 46.22-17 12x21 47.39-33 18-23 48.33-28 13-18 49.28-22 23-28 50.32x34 21x41 51.22x13 30x10 52.47-41=. Truus adviseert bijgevolg 45...16-21 etc. De gespeelde ruil 45...12-17 laat alle kansen aan wit.
De nevenstaande positie is uitvoerig bestudeerd in de analyseruimte. Na direct 55...33-39 56.7-2 is er geen kruid gewassen tegen de rondslagen. De enige verdediging is het gespeelde 55...13-18. Naast 56.7-1 is aandacht besteed aan het offer 56.30-24 nu of later. Vrij snel was duidelijk, dat de variant 55...13-18 56.7-1 33-39 57.1-6 niet wint, vanwege de tussenzet 57...26-31!! Na het offer 57.30-24 29x20 is vooral aandacht besteed aan 58.40-34x34.