Schiedam - Tijdens de vierde ronde van de nationale competitie namen we de ongedeelde leiding met een punt voorsprong op Hiltex en Witte van Moort door gelijk te spelen tegen Heijting uit Huissen. Het was geen beste wedstrijd. Op tal van borden werd aan de overlevingskansen van de Schiedammer getwijfeld, terwijl op andere borden goede standen tot niets leidden. Schwarzman had bijvoorbeeld groot voordeel tegen Gerard Jansen, maar werd op het laatst nog verrast door een scherpe reposte. Wel konden we ons verheugen in een glorieuze overwinning van het tweede.
Een van de mensen, die de overwinning voor het inschieten leek te hebben was Arie v. d. Weteringh. Wit lijkt zich te hebben ingelaten op een rampzalige korte vleugel opsluiting. Het gespeelde 33-28? is inderdaad kansloos voor wit. Na gewoon 36-31 komt Truus echter niet met echt kansrijke mogelijkheden voor zwart. Belangrijk is dat (18-22) 32-28 (11-17) 38-32 (13-18) 32-27 niet beter is voor zwart. Na (9-13) 47-41 (15-20) 41-36 (17-21)=. Een idee lijkt de terugruil 19-23x13. Speelt zwart dat direct, dan komt schijf 30 eruit. Na het voorbereidende (15-20) komt Truus met de verrassende reactie 28-23!
Rechts de beslissende stand. Zwart dreigt met (13-18). Daarop heeft wit nu nog de plakker 45-40x9. De voorbereiding met (15-20) ligt voor de hand. De afwikkeling 33-29 (24x22) 32-27 (23x32) 27x16 (28-32) 37x28 (26x48) 16-11 (20-24) 11-6 (48-26) dwingt wit volgens Truus om schijf 45 te offeren. Truus gaat daarom verder met 31-27 (13-18) 42-38 (18x29) 37-31 (11-16) 41-37 (12-18) 37-32 (34-39), (29-33) (18-22) (19-23x42) X.
In de partij van Aalten - van Berkel hadden wij over geluk niet te klagen. Zwart staat in een rampzalige klassieke stand na een mislukte aanvalspoging. Hij besluit tot het wanhopige (15-20) om de verschillende directe combinatieve dreigingen te pareren en komt daar zowaar nog goed mee weg ook.
Een belangrijke kandidaat voor het versterken van het witte spel is 32-28x18 (16-21x13). Na 33-28 (24-29) 42-38 (13-18) 45-40 (9-13) 39-34 (18-23) 28-22 (6-11) 41-37 (20-24) 34-30 moet zwart vroeg of laat offeren. Het probleem is echter (13-18) 45-40 (18-23) 42-37x28 (9-13) 40-34 (13-18) 34-30 (6-11) 41-37 (11-17) 43-38 (4-9) en het is niet duidelijk hoe het verder moet.
Een heel ander idee rechts is 45-40 (22-27x27) 40-34 (11-17) 34-29x30 (17-22) 41-37 (9-13) 33-29x29 (22-28) 30-24x15 (27-32) 37-31 (32-37) 15-10x8 met een houdbaar eindspel voor zwart. Het is allemaal niet zo eenvoudig...
Arnaud kwam gemakkelijk aan de punten, nadat zijn tegenstander heel naïef (12-17) had gespeeld. Na 37-31x31 is zwart in moeilijkheden. Op (20-24) valt het allemaal nog wel mee. Echter na (21-26) was hij echt een schijf kwijt door 27-21. Op (16x27) 31x11! (1-6) beschikt wit over 34-30-24 X.
Een ander gelukkig punt kwam uit de partij Klaassen - Chub. In de partij kon wit nooit 40-34 spelen, vanwege het offer 12-18 en 14-19. Voorts moest hij rekening houden met het offer 25-30 en 20-24x24. Wit kan dit offeren onder controle houden met de winnende zettenreeks 39-33! (7-12) 33-28 (9-14) 36-31. Op (2-7) kan nu beslissend 40-34. Na (14-19x9) komt Truus met 28-22!! (9-14) 31-27 en het licht gaat uit.
Sommige zeggen, dat Schwarzman op het ogenblik verreweg de sterkste speler van de wereld is. Hij zou zich alleen wat meer op het dammen en wat minder op geld moet concentreren. In de partij tegen Gerard Jansen laat hij zien wat een fantastisch strateeg hij is. Zwart heeft een hekstelling ingenomen, die in combinatie met schijf 22 wat bezwaarlijk is. Hij besluit om zich te bevrijden met (22-27xx27) en komt van de regen in de drup. Schwarzman opent de aanval op schijf 27 en het is niet eenvoudig te zien hoe zwart kan voorkomen, dat zijn korte vleugel wordt kaalgegeten.
In de stand rechts, het resultaat van de vroeg genomen beslissing, besluit zwart tot de heel erg dure damafname (27-31) 7-1 (19-23) en 10-14x14. Truus adviseert (10-14) 7-2 (14-20) en wit heeft geen duidelijk plan. Truus adviseert het offeren van een tweede stuk met 34-30x38. Echter na (27-31) 40-34 (28-33x33) lijkt de remise niet moeilijk. Truus gaat verder met 2-11 (31-37). Iets kansrijker lijkt 2-16 maar zwart houdt voldoende tegenspel.
In het afspel weet zwart knap remise te houden. In plaats van 55.43-38 is 55.40-34 iets kansrijker. Echter na 55...24-29 56.43-38 28x40 57.35x44 23-29 is het nog steeds probleemloos remise.
We maakten ons wat zorgen over de partij Valneris - van Schaik. Dat was niet alleen omdat de elo-punten sterk in het voordeel waren van Huissen. Ook de stand ziet er hoogst ongezond uit voor Schiedam. In de partij koos wit voor 34-29x29 (20-24x24) alvorens de voorpost op 27 te ruilen. Iets kansrijker lijkt direct 38-32x32.
Een heel erg mooie verdedigingszet vind ik (9-14). Er dreigt 12-17, terwijl zwart heel snel is met de ruil (9-14) 33-28? (24-29) en 19-23x23. Ook dient wit op te passen voor (9-14) 33-28 (24-29) 36-31 (29-33) 28x39 (12-17) X.
Dit is het resultaat van een bekende variant uit de 32-28 16-21 opening. Rob Clerc slaagde er echter niet om deze zeer voordelige positie in winst om te zetten. Wellicht is het gespeelde 30-25 niet de kansrijkste. Je gaat in zo'n stelling liever naar veld 24. Echter op 30-24 (17-22x21) 33-28 (14-19) 40-35x24 (9-14) 44-40 (20-25) lijkt de voorpost niet te handhaven. Na 40-34 moet je rekening houden met (14-19) Een idee is nog de beginzet 42-37. Echter dan moet je wat verzinnen op de reactie (27-32) juist als er van alles losstaat op de korte vleugel. Laten slaan levert weinig op, terwijl 29-23 (13-19) wel heel erg gevaarlijk is.
Erg teleurgesteld waren we ook over het resultaat van de partij Heusdens - Mathijssen. Wit consolideerde in deze stelling zijn aanval met 31-27x27!!. Dan is het geplande (14-19) verhinderd door de meerslag 29-23x3. Daarna speelt voordurend de finesse een rol, waarbij schijf 21 naar 23 gaat en wit naar veld 9 slaat.
Links dreigt zwart remise te maken met 14-19 gevolgd door 13-19x19. We hebben ons afgevraagd of wit de finesses niet in de stand kan houden. Op 40-34 (14-19) heeft hij alleen het tempo 44-40 om het zetje te nemen en komt hij na (19x30) 37-31xx9 (30-35) erg veel materiaal achter. Een ander idee is de beginzet 39-34 (12-18) 43-39 (14-19) 29-23 (18x29) 34x14 (20x9) 39-34 (9-14) 34-29 (14-19) 40-35x24 (13-19x19) en het zwarte klaverblaadje op de korte vleugel wordt wel erg eenzaam.
Zwart heeft het gered. De opstelling van wit in het centrum is te statisch. We hebben nog wat aandacht besteed aan de mogelijkheid 34-30 (9-14) 40-34 (14-20) 48-43 (12-18) 43-38 (20-24) 30-25 (18-23) 27-22 (13-18) en 21-27x27 en de stand is hopeloos remise.
Zelf zat ik tegen nummer drie van de wereld en had geen grote ambities. Tamelijk ongemerkt is zwart toch flink onder druk komen te staan. Zwart aan zet dreigt er 31-26 en hij heeft geen tempo om te laten slaan. De variant (2-7) 31-26 (12-17) 28-23 (18x29x9) leidt tot een korte vleugel opsluiting, waar de rest van mijn team niet echt op zit te wachten. De oplossing uit de partij met (21-26) 31-27 (2-7) gaat nog, maar is niet echt prettig voor zwart.
Beide spelers hebben gekeken naar de mogelijkheid 47-41 (7-11). Het zetje 37-31 en 27-22 zit er bij gebrek aan een tempo niet in. Na 41-36 (3-9) 36-31 (9-14) 34-29 (11-17) staat zwart volgens Alexander niet minder. Vandaar dat hij rechts het slappe 34-29 speelde. Volgens hem is de ruil 19-23x23 de enige manier om stand te houden. Hoewel (7-11) 28-22 (12-17) 40-34x12, 29-23x22, 34-30x8 volgens hem nog niet helemaal duidelijk is.
Zwart staat wat onder druk. Alexander verwachte (3-9) en na 40-34 wordt het nog wel wat voor wit. Zelf wilde ik met 7-11-17 zo snel mogelijk de druk tegen schijf 27 aan de orde stellen. Na het gespeelde (7-11) heeft wit diverse mogelijkheden. Naast 30-25 gaat het om 40-34 en 40-35. Ik verwachtte eigenlijk 40-35. Na (11-17) 33-28 (17-22) 28x17 (12x21) 30-25 is de dreiging 37-31 met dam een probleem. Waarschijnlijk moet 20-24 en de zwaktes van de schijven 24 en 27 heffen elkaar zo'n beetje op.
Gantwarg vroeg zich evenals ik in de partij of zwart zich het zou kunnen permitteren de drie om drie niet te nemen. Ik keek naar de situatie na (11-17) 34-29 en 43-39. Hij kwam met (24-30). Op 33-28 (11-17x24) 38-33 (24-29) 33x35 (17-22) is zwart er doorheen.
De duidelijkste remise, die we achteraf vonden was het ruiltje 18-22x22. Het belangrijke witte steunpunt 27 is dan weg, terwijl de zwarte verdediging nog alleszins gaat. Vooral het ontbreken van schijf is belangrijk. De opstelling van de schijf 37 en 47 is fraai, maar als zwart naar veld 31 loopt moet schijf 37 wel spelen, waardoor de zwarte aanval tegen de vleugel gestalte krijgt. Ook is de terugruil 17-21x12 vervelend voor wit. Alexander gaf aan, dat direct 28-23 volgens hem niet kansrijk is, omdat naast druk tegen schijf 23 de zwarte tegenaanval gaat lopen.
In de partij meende ten onrechte , dat ik met de ruil 18-22x22 geen haast hoefde te maken. Op (13-19) 43-39 was ik (8-13) van plan. Echter dan kan 28-22x22. Gantwarg dacht dat (3-8) 22-17 (8-12x2) nog wel remise is. Een ander idee is (13-19) 43-39 (18-23). Op 37-32 (17-21) 34-30 (26-31) 21-27x32 heeft zwart geen problemen. Na 28-22x22 heeft zwart diverse redelijke verdedigingen. Bijvoorbeeld (9-13) 22-17 (8-12x12) 39-33 (13-18) 37-32 (12-17) en schijf 27 staat onder flinke druk.
Beide speler hebben aandacht besteed aan de mogelijkheid (19-24) 40-34 (32-38) 33x42 met compensatie. Wit kan op een geschikt ogenblik schijf 25 terug offeren en schijf 27 pakken. Alexander had ook nog precies uitgerekend hoe dat zou moeten gebeuren.
Zowel Gantwarg als Baljakin hadden kritiek op mijn beslissing om naar veld 21 te lopen met schijf 12. Na (12-18) 20-15 (9-14) 34-30 (18-23) dreigt (23-29) en (32-38) met reddende doorbraak. Wit zal daarom moeten ruilen met 41-37x47. Schijf 12 staat dan in het centrum en kan werken aan doorbraken aan de andere vleugel. Bijvoorbeeld (27-31) 30-25 (19-24) 25-20 (14x25) 15-10 (24-30) 10-4 (23-28) 4x36 (30-34)=.
Wit heeft mij in diagram 6 een extra mogelijkheid gelaten. Aanvankelijk was ik van plan op het eindspel (32-37) 20-15 (9-14) 25-20 (14x25) 15-10 (13-18) 10-5 (37-41) 5x26 41-46 af te koersen. Ik maakte mij echter zorgen of deze vier o twee wel remise zou zijn. Gisteren hebben we geen duidelijk winst voor wit weten te vinden. Steeds kon zwart zin tegenstander voldoende bezighouden.
Het offer uit de partij (19-24) 20x29 biedt een redelijke remisekans, mits ik niet de suffe zet (21-27) speel. Na (21-26) 25-20 (13-19) loopt de zwarte tegenaanval behoorlijk hard. Een vier om twee, waarbij zwart de hoofdlijn heeft in combinatie met schijf 36 is probleemloos remise. Zelfs met twee witte dammen is het bereiken van een winnende scouppe geen sinecure. Waarschijnlijk moet wit het na (21-26) hebben van 29-24 (32-37) 24-20 (26-31) 20-24x14 =.