Jubileumwedstrijd

Schiedam - Zaterdag 18 december waren we in Leiden voor de jubileumwedstrijd tussen Zuid Holland Zuid, Midden Holland en de West Hollands Dambond. We waren met verreweg de sterkste ploeg en het zou net zo goed telefonisch afgehandeld kunnen worden, ware het niet, dat er in de twee ronde een ramp plaats vond. Met een voorsprong van drie punten liet de ene speler na de ander een nul aantekenen. De geruchten zeggen, dat Jeroen Kos in gewonnen stand zomaar zijn dam weggaf. Het resultaat was dat Midden Holland geheel onverdiend met de eer naar huis ging.

Twee nieuwigheden werden uitgeprobeerd. Enerzijds speelden we met de Delftse telling en anderzijds werd gebruik gemaakt van de Fischerklok. Je krijgt dan bij iedere zet er twintig seconde bij. In mijn tweede partij had ik langdurig meer tijd, dan bij de aanvang van de partij. Als middel om de remisemarge te verkleinen was het niet zo'n succes. De Fischerklok zorgt ervoor, dat de klok niet meer als scherprechter functioneert en verhoogt de remisemarge enorm. Het aantal puntenoverwinningen was erg beperkt. Mijn beide partijen hadden grote amusementswaarde en waren een ideale gelegenheid voor voordeelremises, maar door grove fouten beider spelers eindigden beiden in een echte remises.

Kloosterziel,M. - Luteyn,F. Jubileumtournooi, 18-12-2004
1.33-29 19-23 2.35-30 20-25 3.40-35 14-20 4.38-33 10-14 5.42-38 14-19 6.44-40 9-14 7.47-42 3-9 8.50-44 17-21 9.31-26 21-27 10.32x21 16x27 11.37-31 18-22 12.29x18 12x23 13.30-24 20x29 14.33x24 19x30 15.35x24 14-20 16.34-29 23x34 17.40x29 9-14 18.41-37 14-19 19.37-32 19x30 20.32x21 11-16 21.31-27 22x31 22.36x27 7-12 23.38-33 5-10 24.46-41 20-24 25.29x20 15x24 26.43-38 13-19 27.33-29 24x33 28.39x28 10-14 29.48-43 4-10 30.38-33 8-13 31.45-40 2-8 32.43-39 12-18 33.40-34 18-23 34.28-22 19-24 35.49-43 8-12 36.43-38 12-18 37.22-17 13-19 38.41-37 30-35 39.37-32 24-30 40.33-29 10-15 41.27-22 18x27 42.29x18 19-24 43.32-28 27-31 44.26x37 16x27 45.18-12 24-29 46.34x23 30-34 47.39x30 25x34 48.12-8 34-40 49.8-3 40x49 50.3x25 49x41 51.42-37 41x32 52.28x37 35-40 53.25-39 15-20 54.23-19 1-7 55.19-13 40-45 56.39-50 7-12 57.17x8 6-11 58.50x6 45-50 1-1

Deze opening met gewisselde kleuren is het geheime wapen van Ron Heusdens. Hij heeft door gebrek aan succes nog weinig navolgers gekregen. Vorige week won Ron, terwijl hij het zelf tegenspeelde in de wedstrijd Huissen - van Stigt Thans. Hij speelde het anders dan anderen. Dus ik wilde dat ook wel eens proberen. Alle andere spelers hebben in de diagramstand (met gewisselde kleuren) gewoon 11...12-17 12.31x22 17x28 13.33x22 18x27 14.29x18 13x22 gespeeld met schitterend spel. Echter Ron speelde het met 12...18-22 13.29x18 12x23. De gedachte erachter is, dat na 30-24xx24 (14-20) opvangen met 39-33 verhinderd is door een dammetje. Tenminste dat dachten we.

 

 

Desgevraagd kwam Ron tijdens onderhavige partij met de mededeling, dat je natuurlijk geen (14-20), maar 13-19x18 moet spelen. Kennelijk maakt hij een grapje. Het gevolg van mijn misgreep was echter, dat ik toch wel erg goed uit de opening kwam. Wit heeft heeft twee manieren om schijfverlies te vermijden. Het gespeelde 18.41-37 leidt tot een hoge lange vleugel opsluiting. Hoewel het in de partij meeviel, kan dat nauwelijks als een nastrevenswaardig doel van de witte opening worden beschouwd. Een ander idee is 18.45-40 14-19 19.40-35 19x30 20.35x24 5-10 21.38-33 10-14 22.33-28 etc. met een kerkhofruit bezetting.

Een ezel stoot zich in het gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen. Het verloop van de partij bewijst dat ik geen ezel ben. In de diagramstand heeft zwart fraaie vooruitzichten, maar het is toch niet helemaal duidelijk hoe hij deze moet realiseren. Ik meende direct de genadeslag te kunnen geven met de opmars van schijf 12 naar 23 gevolgd door het ruiltje 19-23x23. Het was de bedoeling, dat wit na 32...12-18 33.40-34 18-23 zou opvangen met 34.42-37 23x32 35.37x28 1-7 36.42-37x28 19-23.

 

Dit plan kent diverse zwakke punten. Wit zou bijvoorbeeld kunnen overwegen na 36.42-37 tijdelijk een stuk te offeren met 27x38, 37-32 en zich uit de lange vleugel opsluiting te bevrijden. Nog erger was de partijvoortzetting. Het is mij al eens eerder in correspondentiepartij overkomen, dat een tegenstander de zet 34.28-22 verzon. Nu moest ik wanhopig op zoek naar een remedie tegen het dreigende 33-29. Vermoedelijk doet zwart in de diagramstand er beter aan verder te gaan met 19-23x23 of 14-20 en 10-15. Het is dan allemaal nog niet zo duidelijk.

Na 34...8-12 35.33-29 12-18 36.29-24 30-35 37.24-20 heeft zwart een probleem. Bijgevolg is het dichtmaken van veld 24 aangewezen. Maar dan komt de opmars 49-43-38 met dood en verderf. Na de partij bestormden de omstanders mijn arme tegenstander met allerlei winstplannen. Ik hoefde er niet eens zelf meer bij te blijven. Het is overigens allemaal nog niet zo eenvoudig. Ben Smeenk weerlegde bijvoorbeeld het idee 45.38-33!? met 45...6-11! 46.17x6 27-32.

De tweede partij mocht ik aantreden tegen Anton Kosior. Deze staat bekend om zijn degelijke verdediging en handigheid in kleine standjes. Ik heb inmiddels een groot aantal partijen tegen hem gespeeld en met enig succes. Als je er maar voor zorgt vroeg in de opening voldoende voordeel te verzamelen, dan komt de rest vanzelf. Ook in deze partij liep alles van een leien dakje tot ik in mijn streven om alles zo degelijk mogelijk af te werken even de primaire dreiging vergat.

Luteyn,F. - Kosior,A. Jubileumtournooi, 18-12-2004
1.32-28 18-23 2.38-32 20-24 3.31-27 17-21 4.43-38 12-18 5.37-31 21-26 6.49-43 26x37 7.42x31 7-12 8.41-37 14-20 9.47-42 10-14 10.46-41 11-17 11.31-26 17-21 12.26x17 12x21 13.36-31 6-11 14.41-36 21-26 15.34-29 23x34 16.40x29 20-25 17.29x20 15x24 18.45-40 5-10 19.39-34 24-30 20.35x24 19x39 21.43x34 13-19 22.44-39 8-13 23.34-29 2-8 24.27-22 18x27 25.31x22 11-17 26.22x11 16x7 27.36-31 19-24 28.29x20 10-15 29.31-27 15x24 30.40-34 7-12 31.37-31 26x37 32.42x31 13-18 33.31-26 9-13 34.34-29 14-19 35.29x20 25x14 36.28-22 18-23 37.33-28 14-20 38.26-21 20-24 39.39-34 4-9 40.21-16 1-7 41.48-42 12-18 42.42-37 9-14 43.37-31 14-20 44.31-26 20-25 45.38-33 24-30 46.33-29 30x39 47.29-24 19x30 48.28x19 13x24 49.22x11 39-43 50.11-7 30-34 51.50-44 43-48 52.7-1 24-29 53.32-28 48-37 54.28-22 37-48 55.22-17 29-33 56.1x45 33-38 57.17-11 38-42 58.11-7 42-47 59.7-1 47-36 60.27-21 36-13 61.1-23 13-31 62.26x37 48x49 1-1

Dit is een bekende stelling uit de Hollandse opening. Wit heeft een langdurig initiatief, omdat hij vier zetten naar voren staat. Alleen voor geboren omsingelaars zoals Evert Bronstring is de zwarte opening een serieus wapen. Anton Kosior heeft zich in het verleden meerdere malen verslikt in het gevaar van de witte aanval. Met de zet 13...6-11 bereidt zwart zich voor op het achterwaarts afruilen van een de kerkhofschijf. Persoonlijk zou ik de voorkeur geven aan 1-7-12 om het wit zo lastig mogelijk te maken.

Ook 19...24-30 speelt wit in de kaart. Het aanknopingspunt op 35 verdwijnt. De ontwikkelingsvoorsprong loopt verder op en de ontwikkeling over 22 is aantrekkelijk, omdat hij kennelijk achterwaarts afgeruild zal worden. Zwart staat in het diagram rechts al flink onder druk. Het dammetje naar 2 resp. de achterloop over 29 verhinderd een groot aantal zetten. De gespeelde voortzetting 30...7-12 vermocht Ron, die naast mij zat niet te bekoren.

 

Zwart staat in de diagramstand 9 zetten naar achteren. Hoewel ook de verdediging van wit aan de korte vleugel te wensen overlaat zijn die 9 zetten niet geheel onbelangrijk bij de dreigende hardloop wedstrijd naar dam. De achterloop 45...24-30 was een wanhoopspoging. Iets meer tegenstand biedt 45...8-12 46.33-29!? 24x33 47.28x39 7-12 48.16x7 12x1 49.39-33!? 19-24 50.33-28 24-30 51.28x8 30x39 52.22x13 3x12 53.13-9 etc. Dat eindspel zou houdbaar moeten zijn (voordeelremise).

In het eindspel verdedigd zwart zich niet optimaal. De manoeuvre 48-37-48 kost een onnodig tempo. Als er toch geofferd moet worden, dan kun je dat beter een zet eerder doen. Damhalen op 1 is noodzakelijk. Na het voor de hand liggende 52...7-2? 53.25-30! 2x35 54.47-36  ontstaat een 2 om 5 eindspel en die zijn altijd lastig. In plaats van 61.1-23?? zou 61.21-17! kansrijk zijn. Na de achterloop 61...13-35 kan de dam op 48 onschadelijk gemaakt worden. Na 61...48-37 62.17-11 kan zwart nog steeds niet naar 35. De enige kans is 61...48-30 62.17-11 en er ontstaat een 5 om 2, waarin wit de hoofdlijn heeft. Bijvoorbeeld 62...30-35 62.11-7 35x44 63.7-2 13-35?? 64.45-12 en er lijkt een zwarte dam te gaan vallen.