Secret match Andreiko - Korchow

Rusland 1960 ?

Andreiko - Korchow, Tsjegoljew - KorchowSecret Match en Home


Schiedam - Andreiko en Sjtsjegoljew speelden in hun onderlinge tweekamp tijdens de match eveneens gelijk. In Turbo dambase komen er 41 partijen voor. In de begintijd won Sjtsjegoljew er een stel. Daarna had Andreiko steeds ruim de overhand. Je krijgt een beetje de indruk, dat Andreiko ze meer verloor, dan dat Sjtsjegoljew ze won. Andreiko nam telkenmale bloedstollende risico's. Later begon Sjtsjegoljew in zetjes te lopen. Onderstaande partij is bekend van pagina 8 uit De eerste stap naar het wereldkampioenschap, waarvan ik nog een aantal exemplaren heb liggen.

Sjtsjogoljew,W. - Andreiko,A. URS-ch dec, 00-02-1964
1.33-28 18-23 2.39-33 12-18 3.31-27 17-21 4.37-31 21-26 5.44-39 26x37 6.42x31 7-12 7.41-37 11-17 8.47-42 17-22 9.28x17 12x21 10.31-26 23-28 11.32x12 21x41 12.46x37 8x17 13.38-32 6-11 14.43-38 1-6 15.37-31 3-8 16.31-27 8-12 17.42-37 13-18 18.37-31 9-13 19.33-28 2-8 20.39-33 20-25 21.50-44 4-9 22.44-39 19-23 23.28x19 14x23 24.49-43 17-21 25.26x17 12x21 26.48-42 10-14 27.42-37 5-10 28.33-29 18-22 29.29x18 14-20 30.39-33 21-26 31.27-21 26x17 32.18x27 17-21 33.33-28 13-19 34.28-22 21-26 35.22-18 19-24 36.43-39 10-14 37.39-33 14-19 38.32-28 8-12 39.18x7 11x2 40.27-22 2-8 41.33-29 2-0

Koeperman gebruikt de diagramstand om uit te leggen, dat de gelijktijdige bezetting van de velden 23 en 25 zo zijn bezwaren heeft. Een van de eerste prachtige duels van de heren, die (helaas onvolledig) in Turbo dambase staat is:

Sjtsjogoljew,W. - Andreiko,A. URS-chT, 00-09-1961
1.32-28 20-25 2.31-27 19-24 3.28-22 17x28 4.33x22 24-29 5.34x23 18x29 6.36-31 15-20 7.31-26 10-15 8.37-32 13-19 9.41-37 8-13 10.46-41 2-8 11.41-36 5-10 12.47-41 12-18 13.37-31 7-12 14.42-37 20-24 15.48-42 15-20 16.39-33 25-30 17.43-39 20-25 18.40-34 29x40 19.45x34 10-15 20.32-28 14-20 21.37-32 11-17 22.22x11 16x7 23.41-37 19-23 24.28x19 18-22 25.27x18 12x14 26.33-28 13-18 27.26-21 4-10 28.44-40 18-23 29.28x19 14x23 30.31-26 6-11 31.37-31 8-12 2-0

Sjtsjogoljew,W. - Andreiko,A. URS-chT, 15-11-1962
1.32-28 20-25 2.31-27 19-24 3.37-31 14-20 4.42-37 9-14 5.47-42 4-9 6.37-32 14-19 7.41-37 10-14 8.46-41 5-10 9.31-26 17-22 10.28x17 11x31 11.36x27 18-23 12.41-36 6-11 13.34-29 23x34 14.40x29 19-23 15.29x18 13x31 16.36x27 14-19 17.44-40 9-13 18.40-34 10-14 19.50-44 11-17 20.44-40 1-6 21.49-44 24-30 22.35x24 19x30 23.33-28 7-11 24.38-33 12-18 25.43-38 17-22 26.28x17 11x31 27.26-21 16x27 28.37x26 8-12 29.32x21 6-11 30.42-37 14-19 31.37-32 11-17 32.48-43 2-7 33.32-28 18-22 34.34-29 22-27 35.21x32 30-34 36.39x30 25x23 37.33-29 23x34 38.40x29 13-18 39.44-40 18-23 40.29x18 12x23 41.43-39 20-24 42.39-34 24-29 43.40-35 29x40 44.45x34 15-20 45.38-33 20-24 46.34-29 23x34 47.32-27 7-12 48.27-22 17-21 49.26x8 3x12 50.22-17 12x21 51.28-22 19-23 52.33-28 23x32 53.22-18 34-39 54.18-13 39-43 55.13-9 43-48 56.9-3 21-26 57.3-14 32-38 58.14-28 48-25 59.28-37 25-20 60.37-48 20-14 61.48-25 14-19 0-2

Eerlijk gezegd, ben ik best wel onder de indruk van het spel van Andreiko. Zelden hebben de heren de strijd gemeden in hun onderlinge duels. Merkwaardig was dat er in 1964 opeens (tijdens een match) zoveel beslissingen in het voordeel van Sjtsjogoljew vallen. Een buitengewoon kenmerkende overwinning is het eindspel, dat Sjtsjogoljew weet te winnen in de volgende partij:

Andreiko,A. - Sjtsjogoljew,W. URS-ch dec, 20-12-1964
1.32-28 18-22 2.37-32 12-18 3.31-26 19-23 4.28x19 14x23 5.34-29 23x34 6.40x29 10-14 7.36-31 7-12 8.32-28 5-10 9.41-37 13-19 10.37-32 9-13 11.31-27 22x31 12.26x37 17-22 13.28x17 11x22 14.46-41 6-11 15.45-40 1-6 16.50-45 3-9 17.32-28 11-17 18.37-31 16-21 19.31-26 21-27 20.40-34 2-7 21.38-32 27x38 22.43x32 19-23 23.28x19 14x23 24.35-30 6-11 25.32-27 22x31 26.26x37 23-28 27.33x22 17x28 28.30-25 10-14 29.44-40 20-24 30.29x20 15x24 31.42-38 11-17 32.41-36 7-11 33.36-31 14-19 34.48-42 9-14 35.31-26 19-23 36.38-32 18-22 37.49-43 11-16 38.43-38 13-18 39.40-35 8-13 40.34-30 24-29 41.39-34 29x40 42.45x34 13-19 43.34-29 23x34 44.30x39 19-24 45.32x23 18x29 46.37-32 14-19 47.42-37 19-23 48.47-41 12-18 49.41-36 22-28 50.36-31 18-22 51.32-27 29-33 52.27x20 33x44 53.31-27 44-50 54.27-22 50-44 55.22x11 16x7 56.38-32 28-33 57.20-14 33-39 58.25-20 39-43 59.20-15 43-49 60.14-10 49x16 61.37-32 16x43 62.10-5 44-6 63.5-46 7-12 64.46-5 6-1 65.26-21 43x16 66.5-28 16-2 67.28-46 2-24

Wie een beetje op de hoogte van de eindspeltheorie, zal het met mij eens zijn, dat het een ongelooflijke prestatie is, die Sjtsjogoljew hier levert. Het eindspel van Scouppe twee schijven en twee dammen tegen een dam op de hoofdlijn en een schijf op 15 vereist, dat de tweede zwarte schijf niet verder opgerukt is, dan veld 22. Een schijf op 36, 26 of 16 compliceert de winstvoering ernstig. Om het nog een beetje ingewikkelder te maken heeft wit een extra schijf op 35.

Zwart heeft wat meer mogelijkheden dank zij het feit, dat schijf 7 nog naar 12 (en 17) kan met extra vangmogelijkheden. Het offeren van schijf 26 kan het niet zijn. Ik begrijp even niet waarom dat moest.  Met 12-17 kunnen er allerlei dreigingen in de stand gebracht worden. Maar hij moet dan oppassen voor het dubbeloffer 35-30 en 26-21 met een antiscouppe.

In de eerste partij van de secret match komt een buitengewoon vreemde opening op het bord. Hij is volgens Turbo dambase slechts 50 keer voorgekomen. De meeste witspelers reageren met 34-29x29. Enkele doen eerst 47-42. Sjtsjogoljew heeft het meerdere malen in zijn carrière gespeeld. Tegenwoordig voelen de grootmeesters er weinig voor de tegenstander gratis tempi cadeau te doen in de opening. Maar het weggeven van deze tempi geeft wel allerlei vreemde opbouwproblemen voor wit, omdat hij nu eenmaal eerder is met al zijn beslissingen.

Andreiko - Sjtsjegoljew 1-1
01.32-28 18-23 02.38-32 12-18 03.42-38 18-22 04.34-29 23*34 05.40*29 07-12 06.45-40 13-18 07.40-34 01-07 08.50-45 09-13 09.44-40 16-21 10.31-26 11-16 11.37-31 07-11 12.48-42 19-23 13.28*19 14*23 14.31-27 22*31 15.26*37 04-09 16.32-28 23*32 17.37*28 18-22 18.42-37 13-18 19.35-30 20-25 20.29-23 18*29 21.34*23 25*34 22.39*30 08-13 23.40-34 02-08 24.43-39 15-20 25.34-29 09-14 26.49-43 20-25 27.39-34 14-19 28.23*14 10*19 29.45-40 12-18 30.40-35 03-09 31.43-39 18-23 32.29*27 21*23 33.30-24 19*30 34.35*24 05-10 35.37-32 17-22 36.36-31 11-17 37.41-36 06-11 38.32-27 23-28 39.27*18 13*22 40.46-41 16-21 41.31-26 21-27 42.41-37 08-12 43.34-29 09-13 44.47-42 10-14 45.37-31 25-30 46.24*35 28-32 47.29-24 32*34 48.35-30 34*25 49.24-20 12-18 50.20*09 13*04 51.33-28 22*33 52.31*13 33-39 53.13-08 11-16 54.08-02 39-44 55.36-31 44-49 56.02-19 49-44 57.31-27 44-35 58.19-05 35-24 59.42-37 25-30 60.27-22 17*28 61.05*32 24-08 62.32-43

Wit heeft geen beslissing genomen over de bezetting van veld 42. Het gevolg is, dat zwart de gelegenheid krijgt tot 9...16-21. Dat lijkt op het eerste gezicht een 'overplay'. Maar het is niet duidelijk hoe wit daarvan moet profiteren. In diagram 8 dreigt zwart met de grote ruil 23-28 en 22-27. Hier is de korte vleugel opsluiting met 14.31-27 22x31 15.36x27 taboe vanwege 15...23-28.

Dat zit er overigens vrijwel altijd in. Ook met schijf op 37 kan zwart afwikkelen met 23-28. De terugruil 14.31-27x37 is daarom een volkomen redelijke zet, die zwart tot beslissingen dwingt. In diagram 9 speelt Sjtsjegoljew andermaal de vreemde zet 17...18-22. Tegen Korchow kostte een dergelijke zet Andreiko later twee punten. Het vastleggen van het eigen centrum op een moment, dat de tegenstander dreigt alle belangrijke centrumvelden te pakken, is een vreemde actie. Veel logischer lijkt 21-26 en 17-22x22.

Een wat verbazingwekkende beslissing is de wilde uitval 20.29-23x23x30. Door het ontbreken van de kroonschijf is het veroveren van veld 26 niet goed mogelijk. Maar het zou verstandig zijn eerst wat tempi te verzamelen met 20.37-31 21-26 alvorens op avontuur te gaan. In de partij kan wit zijn voorpost op 28 maar ternauwernood redden. Het slaan naar veld 30 is een idee voor andere stellingen. Hier lijkt de slag 22.40x29 meer voor de hand te liggen.

Zwart heeft de overhand gekregen. De enige vraag is hoe het voordeel te realiseren. Zwart moet rekening houden met het offer 36-31 en 38-32. Voorts zou het prettig zijn om na 37-31 de achterloop 28-32 te kunnen doen met winst. Truus komt met 44...10-15! 45.37-31 25-30 32.24x35 28-32 X. Op veld 15 heeft zwart geen last van de truc uit de partij. De verdediging 33.39-34 32x43 34.34-30 43-49 35.26-21 17x48 36.33-28 22x24 37.30x6 27-32-37-42 is kansloos.  

Na de foutzet 44...10-14 45.37-31 zijn er meer mogelijkheden. Geen daarvan komt ook maar in de buurt van de winst. Bijvoorbeeld 45...12-18 46.42-37 14-19 47.37-32 28x37 48.31x42 19x30 49.29-23 18x29 50.33x35 23-28 51.42-37 13-18 52.38-33 18-22 (anders 36-31 en 26-21) 53.39-34! 28x30 54.35x24 27-32 en wit redt zich via damhalen op de lange lijn en aanval op de blijvend zwakke zwarte stukken 11 en17.

Sjtsjegoljew - Andreiko 2-0
01.33-29 19-23 02.35-30 20-25 03.40-35 14-20 04.44-40 10-14 05.50-44 05-10 06.38-33 14-19 07.30-24 19*30 08.35*24 09-14 09.33-28 17-22 10.28*19 14*23 11.43-38 13-19 12.24*13 08*19 13.38-33 11-17 14.48-43 06-11 15.42-38 03-09 16.32-28 23*32 17.37*28 20-24 18.29*20 25*14 19.38-32 19-23 20.28*19 14*23 21.34-29 23*34 22.40*29 17-21 23.31-26 11-17 24.41-37 10-14 25.47-42 14-19 26.37-31 09-14 27.42-38 14-20 28.46-41 19-24 29.45-40 01-06 30.40-34 04-10 31.31-27 22*31 32.36*27 10-14 33.41-37 02-08 34.37-31 14-19 35.44-40 19-23 36.49-44 07-11 37.40-35 08-13 38.27-22 18*36 39.29*09 36-41 40.33-29 24*42 41.32-27 21*32 42.43-38 32*43 43.39*46 12-18 44.09-04 17-22 45.35-30 22-28 46.04*39 11-17 47.39*11 06*17 48.34-29 16-21 49.29-23 21-27 50.23-18 27-32 51.18-13 32-37 52.13-08 37-42 53.08-03 42-48 54.03*25 48-37 55.30-24 37-32 56.44-40 32-16 57.25-09 16-49 58.40-35 49-32 59.09-31 32-38 60.24-19 15-20 61.19-13 20-24 62.13-08 38-47 63.31-48

De orthodoxe Roozenburg vanuit deze opening zie je niet vaak meer. Meestal speelt zwart tijdig de zet 17-22. Door eerst schijf 5 te spelen en daarna pas 17-22 te spelen, krijgt wit meer mogelijkheden. De achterloop 9.33-28 is eveneens zeldzaam. Een aanvaller van de witte voorpost wordt geëlimineerd, maar het is daarna moeilijk het gat op 33 adequaat te sluiten. Ook een bezwaar van 9.33-28 is de afwikkeling 9...14-19 10.40-35 19x30 11.35x24 17-21 12.28x19 18-23 13.29x9 20x40 14.45x34 4x24. Er zijn dan een hoop stukken van het bord. 

In diagram 13 gaat wit verder met 11.43-38. Het waarom is niet helemaal duidelijk. Na 11.43-38 4-9 kun je toch niet verder met 12.38-33, vanwege 12...22-28 met schijfwinst. Dan zou de ruil 31-27x27 moeten. Het ligt daarom voor de hand met 11.31-27 22x31 12.36x27 te beginnen. Er ontstaat dan een onregelmatige Roozenburgstelling, die beide spelers kansen geeft. Zelf geef ik de voorkeur aan de witte stand. Na 11.43-38 kunnen zwartspelers in de verleiding komen om 11...13-19 te ruilen. Dat deed ook Korchow. Wit staat daarna gemakkelijker, maar winst is nog ver weg.

In diagram 14 speelt zwart het verrassende 23...11-17 en is daarna met geen stok meer naar veld 27 te krijgen. Truus en het grootste gedeelte van de rest van de wereld zouden blindelings 23...21-27 24.32x21 16x27 spelen. De enige reden, die ik kan bedenken om het niet te doen, moet in de opmars 25.41-37 zijn gelegen. Er dreigt 37-32x32 met overwicht in het centrum. Na 25...27-31 26.36x27 22x42 27.47x38 ontstaat een 'technical game', waarin wit ontwikkelingsvoorsprong heeft. Door het ontbreken van een schijf op 16 valt het allemaal wel mee voor zwart. Kennelijk zag Andreiko nog kansen in het partijverloop.

Het lijkt er even op dat hij gelijk krijgt. Echter de afwikkeling 38.27-22 gooit roet in het eten. De stand is daarna remise. Hij laat zich echter verrassen door het zetje. Aangewezen is 39...21-27 40.32x21 16x27 41.9-4! 27-32 42.38x27. De stand is dan op meerdere manieren remise. Zelfs de variant 42...12-18 43.4x22 17x28 44.33x22 11-16 45.43-38 36-41 46.38-33 41-46 47.22-18 36-41(?) (16-21 en 46-14 is beter) 48.33-28 41x21 49.26x17 24-30 50.35x24 20x29 is meen ik nog precies remise.

Andreiko - Sjtsjegoljew 1-1
01.32-28 17-21 02.31-26 12-17 03.38-32 07-12 04.37-31 19-23 05.28*19 14*23 06.31-27 23-28 07.32*23 18*38 08.43*32 12-18 09.39-33 18-22 10.27*18 13*22 11.44-39 01-07 12.50-44 07-12 13.41-37 09-13 14.32-28 12-18 15.48-43 13-19 16.42-38 19-24 17.38-32 08-12 18.37-31 03-08 19.34-30 21-27 20.32*21 16*27 21.30*19 18-23 22.35-30 23*14 23.30-25 20-24 24.40-34 14-20 25.25*14 10*19 26.34-29 05-10 27.29*20 15*24 28.45-40 10-14 29.40-34 14-20 30.34-29 04-10 31.43-38 20-25 32.29*20 25*14 33.44-40 19-23 34.28*19 14*23 35.40-34 08-13 36.33-29 12-18 37.46-41 10-14 38.29-24 02-07 39.41-37 07-12 40.34-30 13-19 41.24*13 18*09 42.37-32 11-16 43.32*21 16*27 44.38-33 14-20 45.39-34 20-25 46.34-29 23*34 47.30*39 06-11 48.49-44 27-32 49.47-41 25-30 50.44-40 30-35 51.40-34 11-16 52.33-29 32-38 53.29-23 09-13 54.31-27 22*31 55.26*37 16-21 56.36-31 12-18 57.23*12 17*08 58.31-26 21-27 59.41-36 13-19 60.37-32 38-42 61.32*21 42-48 62.21-17 19-23 63.39-33 48*25 64.17-11 25-20 65.11-07 20*47 66.07-01 23-28 67.26-21

Deze variant van de korte vleugel opsluiting staat niet te boek als erg geweldig voor zwart. Er zijn 516 partijen gespeeld vanuit deze positie. De overgrote meerderheid van de zwartspelers deed de ruil 6...23-28. Een idee is wellicht 6...10-14 (11 keer). Wat minder lijkt mij 6...1-7. Na 7.36-31 zit het bekende zetje 7...23-28? 8.33x22 17x37 9.26x17 12x32 10.35-30-24x1 erin. In de partij Dussaut,A. - Weiss,I. 19-07-1897 sloeg wit met 9.41x32 en Isidore Weiss won later.

De variant met schijf 33 op 38 en 36 op 31 is slechts tweemaal voorgekomen en kan alleen vanuit de 1.33-28 opening ontstaan. Zwart moet dan al vanaf het allereerste begin spitsroeden lopen. Kennelijk is zwart in de partij geen moment van plan om de korte vleugel opsluiting consequent door te spelen.

Er zit namelijk een klein opbouwprobleempje voor zwart in de stand. Hij zou namelijk graag schijf 5 naar het centrum ontwikkelen. Na het gespeelde 8...12-18 9.39-33 10-14 10.44-39 5-10 11.41-37 is 11...14-19 verhinderd door het dammetje 27-22x5. De juiste opbouw is 8...10-14 9.39-33 5-10 10.44-39 14-19 11.41-37 10-14 en daarna pas 12-18. De ruil 12-18-22x22, die Sjtsjegoljew doet, geeft wit een langdurig initiatief.

In de partij gaat dit initiatief verloren en moet wit vechten voor het punt. In diagram 18 heeft zwart een overladen korte vleugel. Hij dreigt met 21-27x27 de aanval te pakken. Wit wilde dat niet toelaten en speelde schijf 32 naar 28. Maar gezien de valse staart achter schijf 27 kan deze 'aanval' alleen als verdediging worden gezien. Om het voordeel vast te houden zou wit iets moeten doen op de eigen korte vleugel. Gedacht zou kunnen worden aan 14.35-30.

Zwart heeft dapper teruggevochten. Er zitten een paar zetjes in de stand, die wit hinderen in zijn spel. Zowel 39-34 als 44-40 zijn verhinderd door 27-32 en 22-27/22-28. De uitval 29-23 10-14 is te scherp. Wit besluit daarom om de zetjes eruit te halen met 31.43-38 en stuurt deze schijf dus de verkeerde kant uit.

De strijd moet beslist worden aan de rechter vleugel. De overbodige stukken 46 en 47 moeten proberen zich via het centrum te ontwikkelen. De juiste zet daartoe zou 31.47-42 kunnen zijn. Na 31...20-25 32.29x20 25x14 33.44-40 12-18 komt echter schijf 28 onder druk te staan.

In diagram 20 klopt het precies voor zwart. Na 35.46-41 8-13 36.41-37 13-19 37.40-34 19-24 heeft hij het complete centrum onder controle. Na 35.40-34 8-13 36.46-41 zit de bekende wending 36...22-28 37.31x22? 23-29x5 erin. Na 37.33x22 27x18 heeft zwart zijn stelling bevrijdt en behoudt enig overwicht. In de partij volgt 35.40-34 8-13 36.33-29 12-18 37.29-24 en zwart was precies op tijd met schijf 1 en de ruil 13-19 om het voordeel vast te houden. Het afspel liep remise. Dat is een klein wonder. We kunnen er vanuit gaan dat met een zwartspeler als Sjtsjegoljew het er ook niet inzit.

Sjtsjegoljew - Andreiko 0-2
01.32-28 20-25 02.33-29 16-21 03.31-26 11-16 04.37-32 15-20 05.39-33 10-15 06.44-39 05-10 07.41-37 07-11 08.50-44 18-22 09.37-31 01-07 10.47-41 19-24 11.31-27 22*31 12.36*27 14-19 13.41-37 10-14 14.46-41 13-18 15.28-23 19*28 16.33*13 09*18 17.37-31 24*33 18.39*28 08-13 19.41-36 02-08 20.44-39 03-09 21.39-33 20-24 22.49-44 14-19 23.43-39 04-10 24.48-43 10-14 25.34-29 14-20 26.29-23 18*29 27.42-37 29-34 28.39*30 25*34 29.40*29 12-18 30.29-23 18*29 31.43-39 09-14 32.44-40 07-12 33.39-34 20-25 34.34*23 13-18 35.27-22 18*27 36.31*22 21-27 37.32*21 16*29 38.35-30 24*44 39.33*02 44-49 40.02*16 49*46 41.28-22 17*28 42.26-21 06-11 43.16*10 15*04 44.21-17 28-33 45.17-12 33-39 46.12-07 39-43 47.07-01 43-49 48.01-06 46-37 49.06-33 37-26 50.33-39 49-21 51.39-06 21-16 52.06-50 16-07 53.50-33 25-30 54.33-44 30-35 55.44-50 07-01 56.50-06 01-34 57.06-33 35-40 58.33-50 04-10 59.50-06 10-15 60.06-50 15-20 61.50-33 20-25 62.33-06 26-37

Deze stelling heeft wel iets weg van de beroemde stand uit de match Sijbrands - Andreiko in 1973. Schijf 4 stond daar op 5, 46 op 41 en 1 op 7. Andreiko wilde de Springer doorstoot 28-23x23 niet onder gunstige voorwaarden toelaten en speelde als laatste zet 4-10. Na de partij is uitvoerig aandacht besteed aan de mogelijkheid 29-23 als methode om van het gat op 4 te profiteren. Sijbrands wilde geen risico nemen, nam de twee om twee 32-27x27 en won later door een zetje. In deze stand heeft zwart 5-10 gespeeld. Dus is de Springeruitval 28-23x23 wel sterk.

In de partij ontstaat een soort van Leeuwen systeem, maar Andreiko speelt vroegtijdig 1-7, waardoor de broodnodige zetjes er niet meer in zitten. Overigens is het de vraag of het systeem hier wel goed mogelijk is ook met schijf 7 op 1. De witte lange vleugel is te mooi ontwikkeld. Andreiko vond in deze stand de opmerkelijke zet 14...13-18. Dat is gebaseerd op 15.35-30 24x35 16.28-22 17x28 17.33x24 9-13 18.26x17 11x31 19.37x26 14-19 met kansrijk spel voor zwart.

Het is een complete loterij geworden. Sjtsjegoljew ruikt een kans om de complete match te winnen. Er zijn diverse alternatieven voor het gespeelde schijnoffer 26.29-23. Na 26.42-37 18-22 27.27x18 12x34 is zwart een hoop overtollig materiaal van de korte vleugel en het centrum kwijt. Op 26.40-34 geeft Truus 26...18-22x23x22 aan. Dat dreigt dam. Na 31-27x27 kan zwart zich redden met 17-22. Na het schijnoffer 26.29-23 18x29 27.42-37 29-34 slaat wit dubbel, omdat na 28.40x29 19-23 de situatie weer onduidelijk wordt.

Voortdurend worden de schijven heen en weer geofferd. In de partij wordt 32.44-40 gespeeld. Na 32.45-40 20-25 33.39-34 zit het zetje 33...17-22 34.27x20 25x14x22x50 erin. Wit veronderstelde de winst te pakken met 32.44-40 7-12 33.39-34 en zwart lijkt geen tempo te hebben om mee te laten slaan. Echter met eerst 33...20-25! en daarna pas 33...13-18 ontstaat een situatie waarin juist wit geen tempo heeft om het dammetje naar 2 te nemen.

Andreiko is aan het toveren. In de stand links gaat hij verder met 36...21-27. Slaan met schijf 22 is geen optie. Na 37.22x31 17-22 38.28x17 19x39 heeft wit geen tempo om iets te nemen. In de partij ontstaat een voordelig eindspel, dat hij met enige 'tactisch geweld' weet te winnen.

Na de 'klemzet' is het uit er moet alleen even een tempo 'verloren' worden. De witte dam moet voortdurend vast staan. Daardoor zijn alleen de velden 1, 6 en 50 beschikbaar. Met de laatste zet 62...26-37 ontneemt zwart zijn tegenstander veld 1. Wit moet daarom op en neer naar 50. Na 63.6-50 37-42 64.50-6 37-26 is het tempo omgewisseld. Nog steeds is veld 1 taboe, terwijl op 65.6-50 40-44 wint.

 

Andreiko - Korchow