Secret match Tsjegoljew - Korchow

Rusland 1960 ?

Sjtsjegoljew - Andreiko, Andreiko - Korchow en Home


Schiedam - Tijdens de Secret match tussen Andreiko, Sjtsjegoljew en Korchow was de latere wereldkampioen niet zo succesvol tegen Korchow. Ze hebben volgens Turbo dambase 24 partijen gespeeld. Opmerkelijk weinig voor twee spelers met een carrière van meer dan veertig jaar. Daarvan won Sjtsjegoljew er zes. Dat verbaast niet zo. Sjtsjegoljew stond bekend om zijn prachtige eindspelbehandeling. Korchow heeft wat moeite met de adequate afwikkeling van het dunne middenspel naar het eindspel.

Tijdens de barrage in 1959 over acht partijen om het kampioenschap van Rusland vergooide Michael Korchow een eenvoudige remise in nevenstaand diagram toen hij afwikkelde naar het eindspel met het schijfoffer 52...25-30. Ook daarna was het nog remise, zoals Sjtsjegoljew aangeeft in zijn boek. Echter gewoon 52...22-27 hobbelt probleemloos remise. Truus en ik kunnen zelfs geen gevaarlijke variant meer ontdekken.

Sjtsjogoljew,W. - Korchow,M. URS-ch, 16-10-1964
1.32-28 18-23 2.33-29 23x32 3.37x28 13-18 4.38-32 20-24 5.29x20 15x24 6.39-33 10-15 7.44-39 18-23 8.34-29 23x34 9.40x20 15x24 10.45-40 12-18 11.50-45 18-23 12.31-27 5-10 13.42-38 7-12 14.39-34 8-13 15.47-42 17-21 16.27-22 11-17 17.22x11 6x17 18.36-31 10-15 19.31-27 21-26 20.41-37 17-21 21.43-39 2-7 22.46-41 7-11 23.41-36 1-6 24.34-30 14-20 25.30-25 11-17 26.25x14 9x20 27.40-34 4-9 28.34-30 12-18 29.48-43 17-22 30.28x17 21x12 31.33-28 6-11 32.38-33 24-29 33.33x24 20x29 34.39-34 29x40 35.35x44 15-20 36.42-38 20-24 37.30-25 11-17 38.38-33 9-14 39.43-38 3-8 40.44-39 17-22 41.28x17 12x21 42.33-28 24-29 43.28-22 19-24 44.39-33 29-34 45.33-28 23-29 46.28-23 8-12 47.22-17 26-31 48.17x39 31x44 49.49x40 2-0

Bij het doorkijken van de winstpartijen valt het op, dat er regelmatig sprake is van kleine combinaties. Een positieve uitzondering was de stand uit diagram 2. Korchow speelde 47...26-31? en verloor. Hij kan in het voordeel komen met 47...18-22! In de eerste matchpartij was het Korchow, die toesloeg met een kleine combinatie.

Sjtsjegoljew - Korchow 0-2
01.33-29 18-22 02.38-33 13-18 03.32-28 16-21 04.42-38 19-23 05.28*19 14*23 06.35-30 09-13 07.47-42 21-26 08.40-35 04-09 09.45-40 20-25 10.50-45 10-14 11.31-27 22*31 12.36*27 14-20 13.38-32 17-21 14.27*16

In diagram 3 staat wit niet echt goed. Zijn lange vleugel is kwetsbaar. De Haarlemmer na 13.38-32 is dan toch verrassend en verklaarbaar. Truus komt met 13.37-32 5-10 14.41-37 10-14 15.33-28 14-19 16.30-24 19x30 17.35x24 17-22 en de witte stand is het eveneens niet helemaal meer. Iets beter is 15.30-24 14-19 16.46-41 19x30 17.35x24 17-22 18.27-21 26x17 19.33-28 met materieel gezien gelijk spel. 

Korchow - Sjtsjegoljew 1-1
01.32-28 16-21 02.31-26 18-22 03.37-32 11-16 04.41-37 07-11 05.34-29 01-07 06.40-34 19-24 07.37-31 14-19 08.31-27 22*31 09.36*27 20-25 10.29*20 25*14 11.44-40 12-18 12.46-41 18-22 13.27*18 13*22 14.34-29 14-20 15.40-34 19-24 16.50-44 09-13 17.44-40 04-09 18.34-30 07-12 19.30*19 13*24 20.39-34 12-18 21.41-36 08-12 22.42-37 09-13 23.37-31 02-08 24.43-39 03-09 25.31-27 22*31 26.36*27 20-25 27.29*20 25*14 28.34-29 17-22 29.28*17 11*31 30.26*37 14-20 31.35-30 20-24 32.30*19 13*24 33.29*20 15*24 34.39-34 10-14 35.40-35 05-10 36.34-29 06-11 37.29*20 14*25 38.49-44 08-13 39.32-28 13-19 40.33-29 19-24 41.29*20 25*14 42.38-33 11-17 43.44-39 18-22 44.35-30 21-27 45.39-34 09-13 46.30-24 27-32 47.28-23 32*41 48.47*36 16-21 49.48-42 13-19 50.24*13 12-18 51.23*12 17*19 52.45-40 21-27 53.34-29 14-20 54.42-37 10-15 55.37-32 27*38 56.33*42 22-27 57.42-37 20-25 58.29-24 19*30 59.40-35 30-34 60.35-30 15-20 61.30*39 25-30 62.37-31 27-32 63.31-26 32-37 64.26-21 37-42 65.21-17 42-48 66.39-34 30*39 67.17-12 48-43 68.12-07

De behandeling van de 32-28 16-21 opening stond toentertijd nog in de kinderschoenen. Sijbrands heeft naderhand een studie gemaakt van het systeem en ontdekt dat zwart zich de Roozenburg opstelling kan permitteren, mits hij afblijft van een langzame zet als 6...19-24. Zie ook het verslag van de wedstrijd Hiltex - van Stigt Thans en de partijen Peter Hoogteijling  - Alexander Schwarzman en Johan Bastiaannet - Ron Heusdens. De gespeelde zet 8.31-27 22x31 9.36x27 zou men tegenwoordig niet meer spelen. Het is moeilijk om de bevrijding 13-18 en 17-22 met alleszins redelijk spel voor zwart te voorkomen. Hier zou een moderne speler dus blindelings 8.42-37 doen.

Ook in diagram 5 zou niemand meer de manoeuvre 12-18-22x22 doen. Zwart komt dan wel weer tot een soort Roozenburgstelling, maar door het oplossen van schijf 36 staat het gewoon te mooi voor wit. Tegenwoordig doet men 11...13-18 12.46-41 9-13 13.41-37 17-22 gevolgd door 7-12. Zwart verlost zich dan van een opsluiting, doet iets aan de tempoverhoudingen en krijgt de overhand op de korte vleugel. De witte lange vleugel zonder schijf 36 is mooi, maar kan langdurig niet meer spelen zonder het 'mooi' weer kwijt te raken. Zwart bezet als hij de kans krijgt veld 24 en stelt zich op met 6-11-17 en 18-22 met omsingeling.

Na 11...12-18 is het de kunst voor wit om de mooie opstelling zo goed mogelijk te handhaven. De zet 12.46-41 is niet echt nodig. Gewoon 12.50-44 is beter. De barragezet 46-41 is bedoeld om de ruil 17-22 wat te ontmoedigen. Maar als zwart inderdaad 12...17-22 doet, dan sta je eigenlijk met lege handen.

In diagram 6 staat de witte lange vleugel en centrum mooi. Dus niets meer aan doen. De controle over veld 24 is belangrijk. Wit kan daartoe overwegen ook de korte vleugel 'mooi' maken met 14.35-30-25. Een ander idee is 14.34-30, 40-34 om druk uit te oefenen over veld 24. De gespeelde zet 14.34-29 brengt zwart weer terug in de wedstrijd.

In diagram 7 is een typische 'technische positie' ontstaan. Gantwarg bespreekt dit soort stellingen in zijn masterclass. Als zwart veld 24 in handen krijgt met behoud van schijf 35, dan staat hij goed. Er volgde  30...14-20 31.35-30 20-24 en het valt allemaal wat tegen. Een idee is  30...14-19 31.35-30 19-23. Maar 31.29-24 lijkt dan speelbaar. Ook het langzame 30...6-11-17 kan overwogen worden. In de partij weet zwart het technische karakter van het spel vast te houden en komt tot leuke initiatieven. Het blijft evenwel verschrikkelijk remise.

Sjtsjegoljew - Korchow 1-1
01.32-28 19-23 02.28*19 14*23 03.35-30 10-14 04.33-29 17-22 05.40-35 11-17 06.44-40 06-11 07.50-44 14-19 08.38-33 01-06 09.42-38 20-25 10.47-42 05-10 11.30-24 19*30 12.35*24 13-19 13.24*13 08*19 14.37-32 15-20 15.42-37 09-13 16.32-28 23*32 17.37*28 20-24 18.29*20 25*14 19.38-32 22-27 20.32*21 17*37 21.41*32 16-21 22.46-41 21-26 23.41-37 03-08 24.43-38 18-22 25.28*17 11*22 26.48-42 22-27 27.32*21 26*17 28.49-43 12-18 29.38-32 07-12 30.34-29 06-11 31.40-34 11-16 32.45-40 04-09 33.43-38 19-24 34.29*20 14*25 35.32-28 09-14 36.37-32 14-19 37.36-31 17-22 38.28*17 12*21 39.42-37 08-12 40.33-28 02-08 41.39-33 19-24 42.44-39 21-27 43.31*22 18*27 44.32*21 16*27 45.28-23 10-14 46.40-35 12-17 47.34-29 14-20 48.39-34 13-19 49.23*14 20*09 50.29*20 25*14 51.35-30 14-19 52.34-29 08-13 53.29-24 09-14 54.33-29 17-21 55.38-33

Deze match had wat kunnen betekenen voor de ontwikkeling van de Roozenburg en de korte vleugel opsluiting als de partijen niet geheim waren gebleven. In deze stand zat Korchow er kennelijk doorheen en haakte af met 12...13-19. Dit soort ruilen wint enerzijds vier tempi. Anderzijds creëert het een reusachtig gat in het centrum, dat moeilijk adequaat opgevuld kan worden. Zwart is in diagram 8 te laat voor de oversteek naar 20. Desondanks is er nauwelijks reden om af te haken. Het opspelen van schijf 47 is immers een ernstige verzwakking van de witte stand.

Op 12...23-28 is de afwikkeling 13.24-19 en 31-27 mogelijk. Dat kan nooit erg goed voor wit zijn, hoewel wederom een 'technische positie' ontstaat. Een beter idee is 12...17-21. De ruil 12...17-21 13.31-27 is niets voor wit. De reactie 13.33-28 is best grappig, vanwege de afwikkeling 13...22x33 14.39x19 18-23 15.19x28 21-27 16.31x22 13-19 17.22x13 8x50 18.38-33 50-44 19.40-35 44-50 20.49-44 50x33 21.43x34 met een 'dameshoedje'. De uitkomst is niet helemaal duidelijk, maar wit loopt grote positionele gevaren door het achtergebleven stuk op 45. Slaagt hij erin om in de aanval te komen, dan kan zwart de vijandelijke voorposten er later alsnog moeiteloos vanaf hakken.

Korchow - Sjtsjegoljew 1-1
01.32-28 19-23 02.28*19 14*23 03.35-30 20-25 04.33-29 10-14 05.40-35 05-10 06.44-40 14-19 07.50-44 10-14 08.38-33 14-20 09.42-38 20-24 10.29*20 15*24 11.47-42 17-21 12.31-26 11-17 13.34-29 23*34 14.40*20 25*14 15.44-40 06-11 16.40-34 19-23 17.30-25 01-06 18.34-29 23*34 19.39*30 18-22 20.45-40 12-18 21.40-34 07-12 22.34-29 13-19 23.30-24 19*30 24.35*24 08-13 25.37-32 21-27 26.32*21 16*27 27.42-37 27-31 28.36*27 22*42 29.38*47 02-07 30.41-37 18-23 31.29*18 12*23 32.24-20 07-12 33.37-32 13-18 34.47-42 18-22 35.43-38 12-18 36.46-41 09-13 37.20*09 03*14 38.32-27 22*31 39.26*37 14-19 40.37-32 19-24 41.41-36 04-09 42.49-44 09-14 43.44-40 14-19 44.40-35 11-16 45.36-31 17-21 46.31-27 06-11 47.48-43 11-17 48.33-28 23-29 49.43-39 18-23 50.42-37 13-18 51.39-34 29*40 52.35*44 23-29 53.44-40 18-23 54.27-22

Dit is een stelling uit de Roozenburgopstelling vanuit 32-28 19-23 opening. Wit heeft vroegtijdig 3.35-30 gespeeld, waardoor een onregelmatig variatie ontstaat. Gebruikelijker is eerst 3.37-32. In de diagramstand is het nu Sjtsjegoljew, die iets probeert te bereiken, wat er niet is met 8...14-20-24x24. Beter is 8...17-22 met wellicht de hoofdvariant van de Sijbrands opening.

In diagram 10 is de afwikkeling 34-29 aanstaande. Zwart heeft niet anders dan (23x34) 40x20 (25x14) met een teruggeslagen positie. De enige vraag is of wit nog iets moet doen aan de lange vleugel alvorens hij afwikkelt. In de partij volgde 12.31-26 11-17 13.34-29. Zwart krijgt dan tegenspel op de korte vleugel. Naast direct 12.34-29?? kan 12.37-32 overwogen worden. Echter de witte lange vleugel wordt daar niet echt beter van. Toch zal het zoiets moeten zijn, want na 12.34-29 25x34 13.29x20 12-17 heeft zwart dam op 50.

In diagram 11 heeft zwart een statische korte vleugel. Het is evenwel niet eenvoudig om daarvan te profiteren. Door het ontbreken van schijf 15 heeft de witte stelling 'geen richting' Het ruiltje 23.30-24 19x30 24.35x24 doet niet zoveel omdat het aanknopingspunt 15 ontbreekt. Als we Gantwarg in de masterclass goed beluisteren is de terugruil 30-24x34 strategische gezien hier een betere zet.

In de partij speelde wit 37-32 gevolgd door 42-37 met afbraak. Als je werkelijk wat wilt, dan is 25.43-39 een voor de hand liggend alternatief. De statische zwarte korte vleugel blijft dan de rest van de partij op het bord. Kennelijk is vooral de zwarte zet 19...18-22? in plaats van het logische 19...21-27! een ernstige opbouwfout van de zwartspeler, want het partijverloop na 25.43-39 is niets voor zwart.

 

Sjtsjegoljew - Andreiko